4 - VAN STEENIS I 169.69 m. Daarna volgt de controle-oriënte ring op 1354. Richting: 0.0000 gr.; afstand: 85.78 m. Na deze oriëntering kunnen de detail punten worden uitgezet. De landmeter loopt in het terrein globaal naar punt 1. aan de hand van het matenplan. Dan geeft de waarnemer de richting op de gebruikelijke manier aan en leest daarna een tamelijk willekeurige afstand af, b.v. 70.44 m. Met meetband en jalon wordt de lijn nu 10.77 m verlengd, de reflector op nieuw opgesteld en de afstand gecontroleerd. Meestal kan dan meteen het piket geslagen worden. Een iets andere methode is nog, dat de maat 10.77 m niet wordt uitgemeten, doch uitgepast. Dan volgt een (kleine) correctie na de tweede afstandaflezing. Is de gemeten afstand b.v. 81.02 m, dan kan met de duimstok het piket 19 cm verder worden geplaatst. Bij zeer nauwkeurige uitzettingen moet na het slaan van het piket nogmaals de reflector worden opgesteld voor een aflezing van de richting en de afstand, zo dat hierna de spijker op maat kan worden ge- slagen. Hierna volgt de uitzetting van de andere 45 punten op overeenkomstige wijze, en ten slotte wordt de oriëntering gecontroleerd op 1359 of 1354. Sommige punten zullen niet van uit de eerst gekozen standplaats zichtbaar zijn. Deze worden overgeslagen en vanuit een andere opstelling uitgezet. Zodra dan de punten, die vanuit deze eerste standplaats kunnen worden uitgezet, gemaakt zijn, wordt in een ander vast punt opgesteld, b.v. 1359. Hier volgt eerst de uitzetting van de rest van de nog uit te zetten punten. Vervolgens worden de reeds uitgezette punten gecontroleerd door opmeting; de pun ten waarvan de uitzetting gerealiseerd is vanuit standplaats 1359, worden gecontroleerd vanuit 1354. Tot slot worden de maten tussen de rooilijnpiketten gecontroleerd, waarna even tueel een correctie volgt, zoals beschreven in de paragraaf van „methode 3". Hierna wordt een afdruk van het matenplan overhandigd aan de uitvoerder. Nu is de overbrenging van het stedebouwkun- dige plan naar het terrein een feit. Literatuur I o*%+/<3S.6S C*-0 /V ////x j 00 Praktijkoefeningen Landmeten. J. A. R. van den Driesche, ir. C. J. W. de Jong t en ing. K. Wagenaar. Toepassingsverhandeling Compucorp. H. M. Boo gaard en A. den Hoed. Geodesia 1974-5. VOOR ALLE LANDMEETKUNDIGE WERKZAAMHEDEN Sedert 1945 GEODESIE CIV. TECHNIEK GRONDONDERZOEK Coöp. Ver. Ingenieursbur. v. Steenis G.A. NIEUWE GRACHT 5 - UTRECHT Telefoon 030 - 331331 212

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1974 | | pagina 8