volgen zou ondervinden, indien men na het nuttigen ervan onwaarheid zou spreken. Alleen de leerlingen kregen bij overtreding een pak slaag „a posteriori". De „onvrije" gezellen moesten zich na \x/2 jaar vrijmaken door het schenken van een proficiat 18 gulden, 4 potten bier, 2 stukken brood en een kaars voor het O.L. Vrouwenbeeldje in het werklokaal). Alle gezellen moesten de eed afleggen. De werkdagen waren lang: 13 tot 14 uren per etmaal. Als vrouwen van het personeel spraken over wat er op de drukkerij geschiedde, werd de man verantwoordelijk gesteld en gestraft. Men mocht tijdens het werk niet over de godsdienst spreken, noch kwaad spreken van de geestelijkheid, noch blasphemerenDe winkelknechten moesten om half zes opstaan. In de tijd van Balthasar Moretus II moesten ze wonen in de winkel. Hun arbeid ving aan om 7 uur, na de verplichte bijwoning van de mis. 's Avonds na 8 uur mochten ze in huis nog een „eerlijck passetemps" hebben. Als de meester naar bed ging, moesten allen gaan slapen. Tellen we het aantal medewerkers, dat aan de ziekenbus betaalde, dan blijkt ook daaruit het verval van het eens bloeiende bedrijf: in 1653 waren het 131, in 1694 nog 28, in 1701 niet meer dan 38. Dr. Mauris Sabbe behandelt reglementen, sta tuten en besluiten uitvoerig in „De Plantijnsche werkstede", 1935. Originelen van de reglemen ten zijn nog in het museum Plantijn-Moretus aanwezig. Plantijn als prototypograaf van Philips II Plantijn's aanstelling als aartsdrukker berust vooral op de erkenning van zijn katholieke rechtgelovigheid. Het certificaat werd toege kend aan 62 drukkers, waaronder 29 uit Ant werpen. (Vgl. Rombouts, Certificats délivrés aux imprimeurs des Pays-Bas par Chr. Plantin, Antwerpen, Bibliophielen nr. 10). Men zegt dat Plantijn de aanstelling aanvaardde op zake lijke gronden; hij onderzocht meesters en ge zellen, die blijkbaar in de eerste plaats een bis schoppelijk getuigschrift van rechtgelovigheid moesten overleggen. Het register met de oor deelvellingen is bewaard gebleven. Dat is voor de geschiedenis van de drukkunst een kostbaar document. Het feit, dat spoedig daarna de „Indexen van ketterse geschriften" van zijn persen kwamen kon toch niet voorkomen, dat hij na de dood van de Requesens in 1576 (tijdens de Spaanse Furie) negenmaal werd gebrandschat door Spaanse huurlingen. In 1577 werd Plantijn drukker van de Staten en nu kwamen alle plakkaten en officiële be richten, zelfs pamfletten tegen het Spaanse bestuur gericht, uit zijn werkplaats. En toen, na 1579, de prins van Oranje het fei telijk gezag kreeg, hengelde Plantijn weer naar diens gunst. Verscheidene boeken, bij hem ge drukt, droeg hij op aan Willem de Zwijger (1581). Hij was voor alles koopman! Als de geschriften te anti-Spaans waren, liet hij ze bewerken door zijn schoonzoon. Maar zijn dub belhartigheid verdedigde hij op eclatante wijze. Dit blijkt uit zijn correspondentie. Merkwaar dig is het, dat hij ondanks zijn onophoudelijke geldzorgen in die periode voordelige aanbie dingen (als vestiging in Turijn en Parijs) afwees, omdat hij aan Antwerpen als woonplaats zo sterk de voorkeur gaf. In de latere jaren zien wij hem op zijn buitengoed met tuin te Ber- chem, „de Speelhof" in het Papenmoer, waar de grote botanist Matthijs de Lobel uit Rijssel meermalen zijn gast was. (Wordt vervolgd). wqfwqöOco]® wg^gton3®! 254 De in deze rubriek vermelde functionarissen zijn be noemd in de vacatures zoals die eerder in personeels advertenties in Geodesia stonden vermeld. Zanen Verstoep N.V. Benoemd m.i.v. 1 juli 1974 Th. Nieveld. Topografische Dienst Benoemd m.i.v. 19 augustus 1974 tot technisch amb- tHET tenaar Ing. P. F. Heek. Rijksdienst voor de IJsselnieerpolders Benoemd m.i.v. 1 september 1974 tot tekenaar A L. Vollegraaf (vroegere werkgever: Gemeente Rotter dam) en m.i.v. 1 oktober 1974 tot tekenaar B I. R. Lubbes (vroegere werkgever: Gemeente Zaandam). Gemeente Ede Benoemd m.i.v. 16 september 1974 tot tekenaar 3e klasse A. J. de Waard (vroegere werkgever: Meet kundige Dienst Rijkswaterstaat).

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1974 | | pagina 18