ruimte en fotografisch beeld in formules
worden geschreven?
c. Waarom moet men bij de uitwerking van
de enkele opname tot (foto-) kaart een
voorwaarde stellen?
d. Hoe luidt deze voorwaarde in woorden
en in formule?
e. Welke vorm krijgen de hiervoor genoem
de algemene formules na toepassing van
de voorwaarde?
2. a. Wat is het doel van de triangulatiemetho
den?
b. Wat zijn de principes van radiaal- en
ruimtelijke triangulatie?
c. Beschrijf de hoofdzaken van de Anblok-
methode (geen formules).
3. a. Welke overwegingen spelen een rol bij
het samenstellen van een vliegplan?
b. Welke voorbereidende werkzaamheden
moeten worden verricht?
REGISTRATIE EN INDELING
VAN GRONDEN
A. Kadaster
Tijd: 2y2 uur
1Geef een beschouwing over de ontwikkeling
van het takenpakket van het Kadaster van
1832 tot heden.
2. Hoe geschiedde de vastlegging der Gemeen
tegrenzen bij het ontstaan van het Kadaster?
3. a. Op welke wijze wordt een hypotheek ge
vestigd?
b. Wanneer gaat een hypotheek teniet?
4. a. Wat is het dagregister, hoe is het inge
deeld?
b. Waarom is het zo belangrijk?
5. Wat is het beginsel van de specialiteit: wat
houdt het in en waarom wordt het in de
akten, die betrekking hebben op zakelijke
rechten op onroerende goederen, toegepast?
B. Ruilverkaveling
1. Maak een prognose (voorspelling) over de
ontwikkeling van het huidige ruilverkave-
lingsgebeuren, uitgaande van de ontwikkelin
gen in de ruilverkaveling van 1924 tot 1974.
2. a. Welke rechten, met betrekking tot de toe
deling, heeft een eigenaar die gronden
met 30.000,schattingswaarde in
brengt? (Korting voor wegen en water
lopen 4%).
b. Welke rechten heeft dezelfde eigenaar,
wanneer van de door hem ingebrachte
gronden voor 10.000 ligt in een gebied
dat krachtens art. 13 aan een openbaar
lichaam wordt toegewezen (het gebied ligt
niet in een goedgekeurd bestemmings
plan).
c. Zelfde vraag als ad b. voor het geval de
art. 13 gronden wèl binnen een goedge
keurd bestemmingsplan liggen.
3. Welke verschillen bestaan er ten aanzien van
de bezwarenprocedure tussen het voorlopige
en het definitieve plan van wegen en water
lopen?
4. a. Wie beslist over het aannemen van een
ruilverkaveling?
b. Indien de ruilverkaveling wordt verwor
pen kan ze dan toch worden opgelegd?
Zo ja, door wie?
5. Hoe geschiedt de bepaling van de ruilwaarde
van de gronden in een ruilverkavelingsge-
bied?
6. a. Wat bepaalt de ruilverkavelingswet over
de openbaarheid van wegen?
b. Wat bepaalt de ruilverkavelingswet over
de toewijzing in eigendom van kaden?
C. Planologie
1. Bij het „werken" worden veelal 3 of 4
sectoren onderscheiden, t.w. de primaire,
de secundaire en de tertiaire soms ook de
kwartaire sector. Wat betekent dit?
2. Wat is het verschil tussen woon- en werk-
forensen?
3. Waarom zou na de Franse tijd (1795
1813) door de overheid de aanleg van in
terlokale wegen zo zijn bevorderd?
4. Wat is het verschil tussen actieve en pas
sieve recreatie?
5. Zou je redenen kunnen bedenken waarom
sinds 1945 het bezit van een eigen woning
door de overheid wordt bevorderd?
6. Strokenverkaveling met bewoning op de
kavels. Vertel wat je weet over:
a. de wijze van ontginning;
b. oppervlakte van de bedrijven;
c. welke vergoedingen betaald moesten
worden.
7. Wat is „recht van optrek"?
8. Verstedelijking is niet alleen een ruimtelijk
261