w®@[?
KADOR JAARVERSLAG 1973
Het jaar 1973 is voor de Dienst van het Kadas-
en de Openbare Registers van historische bete
kenis geworden. Het werd het jaar van de be
slissingen. Aldus begint de directeur Ir. M. J.
te Nuyl zijn voorwoord in het Kador jaarverslag
1973. In 1973 nam de Ministerraad het be
langrijke besluit om de dienst per 4 juni 1973
te doen overgaan naar het Ministerie van Volks
huisvesting en Ruimtelijke Ordening, waardoor
een einde kwam aan een periode van ruim 140
jaar, waarin het Ministerie van Financiën on
derdak aan de dienst had geboden. In de twee
de plaats viel de beslissing met betrekking tot
de interne reorganisatie van de dienst. Tenslot
te werd besloten over te gaan tot een zo volle
dig mogelijke automatisering van de kadastrale
en hypothecaire boekhouding.
Het goed verzorgde verslag dat 72 pagina's telt,
overzichtelijk en modem is uitgevoerd, bevat
de volgende hoofdstukken:
1Centrale Directie Kadaster en Openbare
Registers,
2. Bewaring van de Hypotheken, het Kadaster
en de Scheepsbewijzen,
3. Landmeetkundige Dienst,
4. Ruilverkavelingsdienst,
5. Bijhoudingsdienst van de Rijksdriehoeks
meting,
6. Centraal Teken- en Opleidingsbureau,
7. Fotogrammetische Dienst,
8. Bijlagen en tabellen.
In het vrij uitgebreide eerste hoofdstuk worden
achtereenvolgens de volgende onderwerpen be
handeld: De dienst in perspectief, interne reor
ganisatie, coördinatie van landmeetkunde en
kartografische werkzaamheden, automatisering
kadastrale registratie, rekentechnische automa
tisering, wetgeving, personeel en huisvesting, fi
nanciën, bijzondere onderwerpen: grenscom-
missies, O.E.E.P.E. proef Dordrecht, groot
schalige basiskaart en leidingenstraat.
Een tweetal van deze onderwerpen vermelden
wij hieronder.
Coördinatie van landmeetkundige en kartogra
fische werkzaamheden
Met betrekking tot deze problematiek hebben
de bureaus Bosboom-Hegener en Berenschot in
december 1971 een rapport aangeboden aan de
opdrachtgever, de Minister van Financiën. In
dat rapport wordt geadviseerd omtrent de plaats
van de Dienst van het Kadaster en de Openbare
Registers binnen de rijksoverheid en worden
verder plannen ontwikkeld met betrekking tot
coördinatie van de landmeetkundige en karto
grafische werkzaamheden van de Meetkundige
Dienst van de Rijkswaterstaat, de Cultuurtech
nische Dienst, de Topografische Dienst en de
Dienst van het Kadaster en de Openbare Regis
ters.
Er bestaat een nauw verband tussen de struc
turele plaats van Kador en de coördinatie-pro
blematiek in interdepartementaal verband, in
die zin, dat een overgang van de kadastrale
dienst naar een ander departement met zich zou
brengen, dat ook de coördinatie-problematiek
anders zou komen te liggen. Vandaar dan ook
dat de Minister van Financiën het prematuur
achtte om over de bestuurlijke aspecten van de
coördinatie beslissingen te nemen zolang er nog
geen klaarheid was gekomen omtrent de struc
turele problematiek van de kadastrale dienst.
Eerst nadat op dat laatste punt de beleidsbeslis
singen waren genomen en uitgevoerd, zijn tegen
het einde van het verslagjaar de interdeparte
mentale besprekingen hervat. In dat overleg is
reeds tot uitdrukking gekomen dat het zinvol is
de mogelijkheid tot coördinatie nader te bestu
deren ten aanzien van o.a. de navolgende on
derwerpen:
optimaal gebruik van de productiecapaciteit
van de gezamenlijke diensten
onderlinge meldingsplicht grote objecten
uitwisselen van meetgegevens
gecoördineerd aanvraagbeleid van luchtop
namen
opbouw van een luchtopname-bibliotheek
automatisering van landmeetkundig reken
en tekenwerk
automatisering van fotogrammetrisch reken
en tekenwerk
inhoud van geodetische databanken
ontwikkeling nieuwe werkmethoden en tech
nieken
landmeetkundige- en aanverwante opleidin
gen
normalisatie en standaardisatie van kaart-
schalen
kaartformaten en kaartinhoud
gemeenschappelijke kaartverkoop.
Het laat zich aanzien dat de eerste beleidsbe
slissingen in 1974 kunnen worden genomen.
Grootschalige basiskaart
Reeds vele malen is in het recente verleden bin
nen en buiten de dienst de wenselijkheid tot
uitdrukking gebracht de kadastrale kaarten te
voorzien van meer topografische gegevens. Dit
streven loopt parallel met de duidelijk gecon-
263