continu en eenduidig gemeten tot een afstand van 9999,9 meter. De frequentie waarmee nieuwe gegevens be schikbaar komen is 1, \y2 of 2. Bij deze meting is gewerkt met de snelheid van 1 meting per seconde. Aan de master-unit op het schip was tevens een registratie-apparaat gekoppeld welke de twee afstanden (naar het eiland en de wal) continu registreerde. Bepaling nulpuntsfouten van het Cubic-systeem De afstanden die het Cubic-systeem weergeeft kunnen zekere constante fouten bevatten. Het is daarom gewenst voorafgaande aan een me ting deze constante fout te bepalen door het vergelijken van afstanden, die met een nauw keuriger systeem bepaald werden. Uit vroegere metingen is gebleken dat de fout constant is, zolang er geen veranderingen in de apparatuur worden aangebracht. De installatie vond plaats op vrijdagmiddag 14 december 1973 in de in dustriehaven van Den Helder. De ijking moest daar in de haven plaatsvinden onder omstan digheden, die niet geheel representatief waren voor de uiteindelijke meetomstandigheden. De oorzaken daarvan waren dat één van de res- ponders diezelfde vrijdag weer mee terug moest voor transport per KLM-Noordzee naar het booreiland op maandag 17 december 1973 en dat er een constructie voor de interrogator-an- tenne in het topje van de mast nodig bleek te zijn. De interrogator-antenne kon daarom maar 1,5 m boven het stuurhuis worden geplaatst, hetgeen qua opstelling minder gunstig is i.v.m. reflecties via obstakels op het stuurhuis. Om de eventuele invloeden van reflecties bij het bepa len van de constante fouten enigszins te vermin deren zijn voor iedere responder 2 opstellingen gebruikt in een omgeving zonder obstakels. Het systeem waarmee bij deze meting de met Cubic Autotape gemeten afstanden werden gecontro leerd was Cubitape, een elektro-optische af standmeter met een standaardafwijking van en kele centimeters. De resultaten zijn hieronder tot in onderdelen van meters vermeld. De gemiddeld gemeten afstanden, die in de ko lom cubic autotape opgegeven zijn, werden be paald uit 35 metingen. De hier berekende con stanten zijn direct als correctie toegevoegd aan de gemiddelde gemeten afstanden, zie pag. 244. Opstelpunten De hoogte van de responder-antenne op het he- licopterdek van het booreiland was ca 30 m, terwijl de hoogte van de antenne op het meet- vaartuig, de mammoth ca 17 m bedroeg. Van wege de „radio line of sighf'-voorwaarden van de elektronische plaatsbepalingsapparatuur wa ren daarvoor op de wal opstselpunten nodig op hoogten van ongeveer 40 tot 50 meter. De eni ge punten die daarvoor in aanmerking kwa men waren de vuurtorens langs de Nederlandse kust. Van het Loodswezen werd toestemming verkregen voor het maken van opstellingen op de torens. Om een goede plaatsbepaling moge lijk te maken werden de vuurtorens in Egmond aan Zee, in Huisduinen, op Eierland en op Ter schelling gekozen. Door het meten van de af standen naar opstelpunten op deze 4 torens was het mogelijk de plaatsbepaling intern te contro leren omdat 2 afstanden overtallig zijn. Van deze 4 torens was het verschil tussen de rich tingen vanaf het booreiland naar de vuurtoren in Egmond aan Zee en naar de vuurtoren Bran- daris op Terschelling het grootst, namelijk ca. 82°. Meting Met behulp van de Frisian Island Chain werd naar een van te voren berekende positie geva ren. Deze positie was gekozen op ongeveer één km uit de verbindingslijn vuurtoren-booreiland op zodanige afstand tot de twee responder-an- tennes dat werd voldaan aan de „radio line of sighf'-voorwaarden. Vanuit deze positie werd de verbindingslijn vuurtoren-booreiland ge kruist onder een bij benadering rechte hoek, echter zodanig dat het schip zo weinig mogelijk slingerde. Het is bij deze apparatuur van belang in verband met de ontvang- en zend- hoek van de omnidirectional antenne dat deze niet meer slingert dan ca. 10° in de richting van de te meten afstanden. Bij elke line-crossing werden 500 tot 600 keer beide afstanden ge- le opstelling 2e opstelling aangehouden constanten cubic auto tape st afw. cubi tape ver schil cubic auto tape st. afw. cubi tape ver schil responder 1 responder 2 404.9 401.8 1.5 1.5 404.6 402.3 0.3 0.5 351.5 353.1 1.0 0.8 351.7 351.7 0.2 1.4 0,0 meter 1.0 meter 242

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1974 | | pagina 6