meetvaartuig niet naast of te dicht bij het boor
eiland kan gaan varen, omdat de grote ijzer
massa van het eiland „deuken" veroorzaakt in
het uitgestraalde hyperbolenpatroon. Men
dient daarom op een behoorlijke afstand (ca 1
km) van het booreiland te gaan meten om van
deze invloeden gevrijwaard te blijven. Dan ont
staat echter de moeilijkheid hoe men, varend
rond het booreiland, uit de opgenomen posities
de plaats van het booreiland moet berekenen.
Het is wel bijna zeker dat dit niet gebeurd is
op de wijze als omschreven is in punt a bij de
plaatsbepalingsmethoden. Andere methoden
waarbij de koers van het schip of een richting
loodrecht daarop worden gebruikt om uit de
opgenomen hi-fix posities, de plaats van het
booreiland te bepalen zullen gauw te onnauw
keurig worden.
Elektronische afstandmeter
Zoals uit het verhaal blijkt is elk booreiland in
plaats bepaald m.b.v. vier afstanden, waarvan
dus twee afstanden overtallig zijn. Berekend
is dat de standaardafwijking in de gemiddelde
minimum afstand 0.1 m bedraagt. Dit is een
wat merkwaardig kleine waarde als men ge
meten heeft met een systeem, dat afstanden
meet met een nauwkeurigheid van 1.5 m.
Als standaardafwijking in de enkele waarneming
werd ook bij deze meting een waarde van 2 m
berekend. Dat betekent bij deze line-crossing
dat 66% van de enkele punten op afstanden
liggen van ca 2 m t.o.v. de parabool (zie para
graaf resultaten). Omdat bij elke line-crossing
500 tot 600 metingen werden gedaan, vindt
men voor de standaardafwijking in de ligging
van de parabool en dus ook voor het minimum
van deze parabool een dergelijke kleine waarde
van 0.1 m.
Gezien het bovenstaande zou men dus ook een
nauwkeurigheid in de plaatsbepaling verwach
ten van enkele decimeters. Dit was echter niet
het geval, de verschillen na vereffening zijn
voor Penrod 36 ongeveer 1 m en voor Penrod
58 ongeveer 0.5 m.
Als men bij Penrod 36 de afstand naar vuur
toren Brandaris en bij Penrod 58 de afstand
naar vuurtoren Eierland buiten beschouwing
laat, krijgt men met de overblijvende drie af
standen per booreiland wel een foutendriehoek
van enkele decimeters (zie de grafische con
structies, figuren 7 t.e.m. 10). Er zijn echter geen
duidelijke aanwijzingen, waaruit zou kunnen
blijken dat alleen in de afstanden van Penrod
36 naar vuurtoren Brandaris en van Penrod 58
naar vuurtoren Eierland bepaalde onnauwkeu
righeden zijn „geslopen". Wanneer men figuur
6 bekijkt waarop het verloop van de meteoge-
Temperatuursverloop
0 1 2 3 4 5 6 C
18 dec.
19 dec.
20 dec
6 uur
19 dec.
20dec.
12
18
0
6
12
18
0
Verloop van de dampspanning
3 4 5
I I
6 uur -
18 dec
19 dec.
20 dec.
12
18
0
6
12
18
0
DE KOOY
-f BRANDARIS
- LS. TEXEL
LS. TERSCH. BANK
LS NOORD HINDER
Fig. 6.
mb
7 mm kwik
I
Luchtdrukverloop
98 998 mb 1 1001 mb
c I I I I
18 dec. 6 uur
98 99 01 2345678
T i i i i i
245