In Antwerpen heeft men nog een fragment van de Afrikakaart 1596, 2 m lang, werk van Cor nelius, zoon van Gerard. De betrekkingen tus sen de Jode en de Plantijndrukkerij waren veelvuldig. Plantijn kocht van hem (in 1555) de verbeterde uitgave van Giocomo Gastaldi's wereldkaart 1546, en later (in 1572, 1579 e.v.) nog verschillende andere. Het werk van de Hogenbergs mag hier zeker niet onvermeld blijven. Hans Hogenberg (ca 15001544), een Duitser, liet drie zoons na, Frans, Remy en Jan (de jongere). Van deze was Frans de oudste. Hun werkhuis lag in Mechelen. Ze waren protestant. Remy (of Re- migius) was in 1568 uitgever van kaarten te Emmerich. Op een Druidensteen in Poitiers vindt men zijn naam naast die van Ortelius en Mercator gegrift (Remy had een belangrijk aandeel in de vervaardiging van de zg. Elisa- beth-atlas van Saxton). Plantijn ontving van de Hogenbergs, behalve de Civitates orbis terrarum, het 6-delige steden- boek, ook de zg. Slachtboeken prenten van de strijd in onze landen, Frankrijk en Duitsland van 15581632). Hij waardeerde Frans Ho genbergs Belgica even hoog als het werk van Mercator, de Jode e.a., hoewel men hierbij moet bedenken, dat de Plantijns in de eerste plaats rekening hielden met de commerciële kant van de zaak. Van de „Belgica" nam hij soms 50 exemplaren tegelijk af en meestal door bemiddeling van Ortelius. De prijs was in 1574: 24 st. (dit waarschijnlijk voor groot formaat). Vóór 1579 bestonden er tussen Plantijn en Frans Hogenberg geen betrekkingen. (Twee kleinzoons van Gemma Frisius, Ambrosius en Ferd. Aertsen, stonden Hogenberg bij zijn werk terzijde). Een uitgebreide handel in „afgezette" kaarten dreef ook de drukker en figuursnijder Hans Liefrinck uit Leiden of Augsburg. Hij werd opgevolgd door zijn dochter Mynken of Myn- ken de schilderes en latere familieleden van haar. De Liefrincks bezaten een uitstekende kartografische werkplaats. Zij genoten in het bijzonder het vertrouwen van Gilles Beijs, de schoonzoon van Plantijn (die het Parijse filiaal van Plantijn beheerde). Wij herinneren er aan, dat o.m. Peter Plancius bij Liefrinck zijn grote wereldkaarten liet drukken. Plantijn kocht bij Liefrinck in 1569 voor reke ning van Montanus 1675 platen voor 71 gld, 2 st. (vgl. Plantijn-arch., joum. 1568238). Het is welbekend, dat men in deze eeuwen vaak de naam van de kaartmaker verving door die van de uitgever, cq. graveur. Wij denken hier b.v. aan de bij Plantijn bestelde „Belgica Liffrinc" voor 8 st., welke kaart zeer zeker is vervaardigd door Gilles Boileau van Bouillon (vgl. ook bij Ortelius' Theatrum: Aegidius Bu- lionius Belga quam aeditit Antuerpiae Ionn Liefrinck). In 1580 betaalde de stad Leiden aan Jan Lief rinck 40 gld van 40 gr. 't stuck voor een teke ning van de stad om aan Plantijn te zenden ter opname in het boek van Guiardy (het betrof de nieuwe uitgave met stedenkaarten. Ortelius be moeide zich veel met dit werk, dat naast steden plannen uit Hogenberg's „Civitates orbis tevens verscheidene kaarten van het Theatrum bevat). Jan en Lucas van Deutecum, Nederlandse kopergraveurs, woonden geruime tijd in Haar lem. Zij werkten mee aan de totstandkoming van de Jode's kaartboeken en aan werk van Ortelius. In 1584 ontmoeten wij hen bij de bewerking van de in het Plantijnhuis gedrukte „Spieghel der Zeevaert" van Waghenaer, die in meer dan 30 uitgaven bekend is geworden. Veel werk van hen, en later van Baptista a Deutecum, is gelukkig bewaard gebleven. De R.U. te Leiden heeft o.m. een lijst van hun werkstukken. Ortelius prijst hen, Matthias Quaad noemt hen als uitvinders van een nieuwe etsmethode. Van Pierre Heijns is o.m. bekend de vanaf 1579 bij Plantijn gedrukte eerste moderne zak- atlas, een „réduction du célèbre Theatrum van Ortelius. Heijns behoorde met Filips Galle en vele anderen tot Plantijn's vrienden. Deze uitgave werd ook een waar succes. Er bestaan Franse drukken van 1579, 1583, 1588, 1590, 1598, 1602, 1609 en Vlaamse van 1577, 1579, 1583, 1596, 1598, 1599. Een originele creatie! Filips Galle (ca 15371612) komt bij Plan tijn voor als uitgever van het ook al zeldzaam geworden „Cort verhael van de gedinckweer- dichste saken die in de XVII provinciën van de Nederlanden enz. t'Antwerpen, bij Chr. Plantijn" (1579). Galle bracht bij Plantijn vele van zijn Belgica's. Hij verkocht (van 1572 af) aan Plantijn de eerste delen van Bruin-Hogen- berg's monumentale werk, dat nog duurder was dan Ortelius' Theatrum. Ook wordt in de reke ningen vermeld Galle's „Epitome Orbis Terra rum", 1577, ook genoemd Spieghel der Werelt, dat in vele talen het licht zag en waarvan Plan tijn wel 600 exemplaren ineens afnam! In de latere uitgaven in elk geval waren de kaartjes reeds voorzien van lengte- en breedtegraden. Ook voorzag hij Plantijn van de wereldkaarten en Europamappen van Mercator. 287

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1974 | | pagina 15