Galle stierf in 1612, lange jaren dus na zijn oude vrienden Plantijn, Ortelius en Pete Heijns. Zijn zoon Theodoor trouwde met een klein dochter van Plantijn. Iets over de Leidse jaren van Plantijn Met hulp van Lipsius werd voor Plantijn de weg bereid om hem en een deel van de inventaris naar Leiden over te brengen. Dit geschiedde in 1583, maar reeds in 1581 wordt zijn naam ver meld in de Leidse Acta Senatus; hij vraagt het zegel van de Universiteit om zijn geschenken te stempelen. In 1582 kocht hij een huis in de Breestraat, hoek Vrouwensteeg (waar later de studenten-sociëteit was gevestigd). Op 29 april 1583 werd hij ingeschreven in het Album Stu- diosorum. Curatoren bepaalden zijn jaarwedde op 200 gld. Hij liet 3 persen overbrengen. In 1585 schonk hij aan de Leidse magistraten 30 boeken, die hij in Leiden had gedrukt, (hier bij behoorde de Spieghel der Zeevaert met 23 zeekaarten). Dit zeekaartenboek genoot zoveel bijval, dat er tientallen edities van uitkwamen. Joannes a Deutecom was de graveur. In hetzelfde jaar verscheen dan ook nog ,,De Tkiende" van de Brugse mathematicus Simon Stevin, een boekje van 36 bladzijden, maar dat zeer veel invloed had. Stevin legde hiermee eigenlijk de basis van het decimale stelsel. In zijn boekwinkel, die hij vlak bij de universi teit opende, verscheen in 1585 ook een wat minder belangrijk kaartwerk „de Amstelredam- sche zee-caerten ten besten nieuwelick bij een vergadert door A Ibert Haeijen" met 5 kaar ten. (Het is aanwezig in het Ned. Hist. Scheep vaartmuseum te Amsterdam). Voor een goed overzicht van de latere uitgaven zorgde P. A. Tiele in „Nederlandse bibliogra- phie van Land- en Volkenkunde, Amsterdam, 1884 (Fr. Mullerfonds nr. 444) en C. P. Bur ger Jr. „A'damse rekenmeesters en zeevaart- kundigen" in de XVIe eeuw, Amsterdam, 1908, (een overdruk van „De A'damse boekdrukkers en uitgevers", dl III). Hij verliet Leiden in augustus 1585, omstreeks de tijd dus dat Ant werpen in handen viel van Alexander Fameze. Zijn reis ging per boot tot Hamburg en daarna per wagen over Frankfurt, Keulen, Luik. Verschillende vrienden verheugden zich er op, dat hij het Calvinistische Leiden verlaten had. Zijn schoonzoon Frans van Ravelingen volgde hem daar op. Alle bezit ging in schijn op Frans over; eerst na Plantijn's dood werd een en ander hem (tegen vergoeding) als zijn aandeel toegekend. L)e Bydêtjlt |/vm f J/V tuk tenner? 1 Wjt b v :v ik Wrotit* Oi» J~CjJ I jfk Imli t"K ocect H J&jfybe 1 li".if hij I Sch$*e>c> fokek Kaart van gronden langs de rivieren de Elf, de Weeser, de Heeuer en de Eijder en de diepten, hoe men ze wachten zal. Henricus Rijcken van Haerlem fecit 1585. Gedrukt bij Plantijn. 288

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1974 | | pagina 16