van de veelgevraagde Maltakaart van Henri van der Keere, ook van Michael (von) Aitsinger (ca. 1530ca. 1594), de fantast, die o.m. de Nederlandse provincies afbeeldde in de vorm van een leeuw, van Kiliaan, geb. 1528 te Duf fel, die meer dan 50 jaar in dienst van het huis Plantijn stond. Maar natuurlijk zou dat voor een tijdschrift artikel te ver voeren. Waarschijnlijk echter zul len geïnteresseerden in de opgegeven lectuur genoeg details vinden. Het huis Plantijn is ook in de geschiedenis van de kartografie niet weg te denken. Slechts een klein deel van de activiteiten konden wij hier belichten. Ondanks onze bezwaren tegen de dubbelhartigheid van de hoofdfiguren in de tijd van de Spaanse ketterjacht constateren wij dat Plantijn en zijn opvolgers een grote faam heb ben verworven. In zijn laatste levensjaren was Christoffel Plan tijn gedeeltelijk verlamd maar tot het laatst hel der van geest. Hij stierf 1 juli 1589. In de omgang van O.L. Vr. Kerk, dicht bij zijn ge denkteken aldaar, is hij begraven. Het is niet alleen zo, dat de kunst van het drukken in Antwerpen met Plantijn zijn groot ste hoogte bereikte, de roep van zijn huis klonk ook ver door op het gebied van de literatuur en de handel in en het uitgeven van kaarten. Aanbevolen lectuur 290 Portret van Edward Hyacinth Moretus, die in 1876 de gebouwen van het museum Plantijn-Moretus overdroeg aan de stad Antwerpen. Jan Denucé, Oud-Nederlandsche kaartmakers i.b.m. Plantijn, Antwerpen-'s Gravenhage 1912. (Uitg. Antw. Bibliophielen, nr. 27, dl. I, nr. 28, dl. II). Jan Denucé, De geschiedenis van de Vlaamsche kaartsnijkunst, N.V. de Ned. Boekhandel, Antwerpen 1941 nr. 18 van „De Seizoenenreeks"). M. van Durme, Supplement a la correspondance de Chr. Plantin, 1955. C. Koeman, The History of L. J. Waghenaer and his Spieghel der Zeevaert, 1964. F. Donnet, Le Papenmoer, 1921 landgoed Plan tijn te Berchem). Hans Harms, Kunstier des Kartenbildes, Oldenburg, 1962. E. van Gulik, H. D. L. Vervliet, Een gedenksteen voor Plantijn en Van Raphelingen te Leiden. (Uitg. E. J. Brill, 1965). Dr. M(aurits) Sabbe, De meesters van den Gulden Passer. (Chr. Plantijn en zijn opvolgers de Moretus- sen, A'dam, 1937; Patria, Ned. Cultuurgesch. in mono grafieën). Max Rooses, Plantijn en de Plantijnsche drukkerij, Gent 1877. Max Rooses, Christophe Plantin, imprimeur Anver- sois, 1882—1883. Max Rooses, Histoire du livre et de lïmprimerie en Belgique, 3me partie, (publ. Bruxelles 19241925). Max Rooses, Correspondance de Plantin. (Uitg. Antw. Biblioph., nr. 12, dl. I, 1883, 1885). Maurits Sabbe, Christophe Plantin (Les Grands Bei ges), 1920. (Etablissement Erepols, S. A., Turnhout). Maurits Sabbe, Hulde t.g.v. zijn 60e verjaardag (1933). Maurits Sabbe, Les caractères de civilité. (Anvers, a la Grande Librairie, 1927). Maurits Sabbe, Antwerpse druckerije (Uitg. N.V. Standaard-boekhandel, Brussel, 1927). Maurits Sabbe, De Plantijnsche werkstede. (Overdr. uit Versl. Ned. Kon. VI. Acad. Taal en Letteren, juli 1935). Dr. Leon Voet, Catalogue de l'expedition a la Galerie Mazarine, Paris, 1954. Dr. Leon Voet, Het museum Plantijn-Moretus, 2e druk 1952. F. v. Ortroy, L'oeuvre géographique de Mercator. F. v. Ortroy, L'école cartographique beige au XVIe siècle (Revue Scientifique, Louvain 1897). Max Rooses, Ortelius et Plantin in: Buil. Soc. Geogr. d'Anvers, 1880. Dr. J. van Raemsdonck, Relations comm. entre Gérard Mercator et Chr. Plantin a Anvers. (Bull. Soc. R. de Géogr. d'Anvers, 1880). Dr. J. van Raemsdonck, in: Annales du cercle archéol. du Pays de Waas, X, le afd. R. A. Skelton, Decorative printed maps 1518 cen- turi, 1965 (serie Springbooks). P. H. Rombouts, Certificats délivrés aux imprimeurs des Payes Bas par Chr. Plantin (Antw. Biblioph. nr. 10). C. Ruelens en A. de Backer, Annales Plantiniennes. Van der Straelen, Geslagtslijsten Plantin-Moretus. (Antw., uitg. P. E. Janssen, 1858). Wauwermans, Histoire de l'école cartographique Beige et Anversoise du XVIe siècle, t. I. (Uitg. Inst. Nat. de Géographie, Bruxelles, 1895). P. A. M. Boele van Hoensbroek, Leonardo Guicciar- dini in: Bijdr. en Med. van het Hist. Genootschap, Utrecht, dl. I.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1974 | | pagina 18