Toepassing van lasers in de landmeetkunde door D. van Noortwijk, Technisch Physische Dienst TNO-TH. 1. Inleiding De laser met de rode lichtstraal is voor velen nog een magisch instrument. Vermoedelijk komt dit door de speciale lasers, die staal kunnen snijden, de afstand tot de maan kunnen bepalen of de „dodende" straal benaderen. Het is wellicht goed te vermelden dat het gevaar bij het gebruik van lasers in het algemeen wordt overdreven. Het is zeer afhankelijk van het type laser (HeNe, Co2, Argon, Krypton, enz.), het vermogen en de omstandigheden. Een vuist regel is: met ongewapend oog op korte afstand in een laser met een vermogen van 1 mW of minder kijken levert geen gevaar op voor het oog. Anders wordt het bij groter vermogen, nu moeten ook de divergentie, de grootte van de bundel en de afstand van de waarnemer tot de laser bij de overwegingen worden betrokken. In de landmeetkunde is een veel gebruikt type de „Helium-Neon laser" met een golflengte van 632,8 nm. Deze laser geeft een rode lichtbundel en kan een vermogen hebben van 1 tot 50 mW. De meest gebruikte is het type met een vermo gen van 5 mW. Vijf mW zichtbaar licht wordt ook geproduceerd door een gloeilamp met 1,5 W elektrisch vermogen. Het verschil is alleen, dat het laserlicht een scherp begrensde bundel vormt en een zeer bepaalde kleur heeft. De laser bestaat uit een langwerpig kastje waaruit een dunne bundel rood licht met een diameter van ongeveer 1 mm komt. Door de kleine dia meter is de kans klein dat de bundel visueel kan worden waargenomen, tenzij de plaats waar de bundel terecht moet komen bij benadering bekend is. Vooral bij daglicht is dit moeilijk; alleen in het donker kan men op grote afstand het licht zien, wanneer direct in de bundel wordt gekeken. De lichtbundel heeft een zeer kleine spreiding; de diameter van de bundel is op 1 km ongeveer 1 m. Deze spreiding kan worden verminderd door optiek in de bundel te plaatsen, waardoor de bundeldiameter tien tot dertig maal kleiner kan worden. 2. Toepassingen Het gebruik van de laser bewijst steeds meer zijn nut in de landmeetkunde. Men kan de vizierlijn van een kijker vergelijken met een laserbundel. 2.1 Enige toepassingen zijn bij het uitzetten van lange rechte grens lijnen; bij het uitzetten van lijnen in de weg- en waterbouw; bij het raaivaren van baggervaartuigen; bij deformatiemetingen met behulp van elektronische registratie-apparatuur bij vlaktewaterpassing met een ronddraaien de laserbundel; als onderdeel van elektro-optische afstand meters; bij visuele positiebepaling; bijvoorbeeld bij het plaatsen van zinkstukken; bij het meten van kielvlak en kiellijn van een schip in het dok. 2.2. Als voorbeeld de volgende toepassing Bij het heien van palen op een rechte lijn in droge en natte bouw, bv. voor aanlegsteigers, stelt men de laser in op de gewenste lijn. De verst afgelegen paal wordt hangende in de stelling in de laserbundel gebracht, waarna de paal in de grond kan worden gedreven. Het gaat hier om relatief korte afstanden van maxi maal twee a driehonderd meter, waarbij de laserbundel op het object kan worden waarge nomen. Dit soort laseropstelling spaart één man uit die anders bij het object had moeten staan. Immers, het aangeven van correcties is een voudig. De communicatie tussen meetopstelling en heipaal kan achterwege blijven omdat men ter plaatse direct kan waarnemen wat de cor recties op die plaats moeten zijn. 2.3. Laser met waterpasinstrument of theodeliet Meer toepassingen zijn te vermelden als de laser gecombineerd wordt met een waterpas- 303

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1974 | | pagina 3