3.2 Het principe van een elektronische baak De elektronische baak bestaat uit een recht hoekig buisprofiel van 3 m lengte. Twee meter van dit profiel is aan één zijde om de 5 cm doorboord, waarop 40 filterhouders zijn ge schroefd. Hierin zitten transmissiefilters die alleen de golflengte van het laserlicht door laten. Dit is gedaan om strooilicht van buitenaf tegen te gaan. In het buisprofiel zijn 50 cm lange prints opgenomen, waarop elektronische componenten en lichtgevoelige cellen zijn ge monteerd. Het 1 m lange gedeelte van het pro fiel zonder detectoren is benut voor het opber gen van batterijen en de oplaadinrichting voor deze batterijen. In het midden van de baak (1,5 m van de uiteinden) is tegen de achterzijde van het buisprofiel een kast gemonteerd voor de aflezing. Hierop bevinden zich twee meetin strumenten, één met rechtopstaande en één met omgekeerde schaal. Wanneer de laserbundel minder dan 1 m boven de grond komt, dan kan men de baak in zijn geheel omdraaien. Verder zijn op het instrumentenkastje een ijkschakelaar en een resetschakelaar gemonteerd. Deze reset heeft tot doel om na elke meting de meter vrij te kunnen zetten voor de volgende meting maar er kan ook continu worden gewerkt. De baak reageert op lichtintensiteitsveranderingen, ver oorzaakt door een voorbij flitsende laserbundel. - De cel die door de lichtimpuls wordt getroffen geeft een uitslag op de meter die de hoogte aangeeft. 3.3 Het draaiend prismasysteem De laser die voor bovenstaand doel gebruikt wordt is verticaal opgehangen in een omge bouwd „Wild" statief. De opstellingseisen zijn dezelfde als van een waterpasinstrument. Hier voor zijn dan ook de nodige stelmogelijkheden aangebracht (zie foto 2). De bundel wordt 90° geknikt m.b.v. een pentagoonprisma. In het ho rizontale vlak kan de grootte van de sector tot 150° ingesteld worden. Door middel van een motortje dat aan het prisma is bevestigd, kan de bundel een ronddraaiende beweging maken waarvan de hoeksnelheid instelbaar is. 4. Laserdetector De laserdetector bestaat uit een rond aluminium huis met aan de voorzijde een fresnellens (zie foto 3). Dit om een grote invalshoek en een lichtsterk beeld te krijgen. Daarachter bevindt zich een print met elektronica. Op de voorkant van deze print is een fotocel in het brandpunt van de lens geplaatst. Aan de achterkant van het detectorhuis bevindt zich een klep waar onder men de print kan bereiken voor onder houd. Het ontvangen signaal van deze detector kan op verschillende manieren gepresenteerd worden, o.a. met behulp van drie lampjes, waarvan de buitenste aangeven dat de bundel links of rechts van het midden is en het mid delste lampje aangeeft dat de bundel goed staat. Ook is er de mogelijkheid de detector met een luidspreker uit te voeren. Naarmate de toon hoogte hoger of lager wordt, is de bundel dich ter of verder van het midden. 305 Foto 2. Laser, verticaal opgehangen in een Wild statief, daarachter de fotocellenbaak. Foto 3. Laserdetector met laser op een theodoliet gemonteerd.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1974 | | pagina 5