n
Afb. 4 en 5 geven twee fragmenten weer van de
bouwkundige opmeting van het langsprofiel
B-B. Deze gegevens zijn gekaarteerd in de teke
ning (afb. 2) als verdichting tussen de reeds eer
der door de landmeter gemeten en gekaarteer-
de dikkere lijnen.
Afb. 6 toont de opmeting van de dwarsdoor
snede A-A, gekaarteerd in afb. 3. Uit de af
beeldingen blijkt reeds zonneklaar het grote
belang van een goed inzicht in de constructie
van het gebouw en de daarin voorkomende af
wijkingen bij het kiezen van de op te meten on
derdelen door de landmeter. Kennelijk is de
oorspronkelijke constructie van het gebouw be
zweken onder het gewicht van de later opge
brachte toren; men heeft toen vrij provisorisch
een hulpconstructie aangebracht.
Vóór het opmeten is het nodig eerst eens door
het gebouw te lopen om in gedachten het ge
bouw opnieuw op te bouwen, waarbij zoveel
mogelijk getracht moet worden de gedachten-
gang van de vroegere bouwkundige te volgen.
Verder moet men bedenken, welke gegevens
van belang zijn voor de architect, die het res
tauratie- of renovatieplan gaat maken. Afb. 7
staat eigenlijk los van deze meting, maar wordt
hier toch naar voren gebracht, omdat het me
ten van gevels bij historische gebouwen veel
voorkomt. De contouren van de gevel zijn op
landmeetkundige wijze opgemeten; alle op afb.
7 genoteerde maten werden door de bouwkun
dige gekaarteerd.
1AOO+
2677+
2*00+
k /S?
Afb. 3. Opmeting dwarsdoorsnede A-A.
Oorspronkelijke schaal (1 50), 5 x verkleind.
Afb. 4. Langsdoorsnede.