6r Examen voor Landmeetkundig Ambtenaar A van het Kadaster 1 974 Coördinatenberekening Tijd: 3 uur 1. Uitgaande van de vaste punten 5093, 5100, 5106 en 5108 zijn een aantal nieuwe meetlijnen ontworpen en ingemeten. Op het desbetreffende veldwerk is dit als volgt aangegeven: <g - 6f 9 'i ét Srög Bij de berekening van de coördinaten van het punt M stuit men op moeilijkheden. Er is iets fout. Met behulp van de coördinaten van de vaste punten en de op het veldwerk voor komende meetcijfers is het foutieve door be rekening op te sporen en op gefundeerde wijze te herstellen. Voer deze berekening uit. Gegeven coördinaten: Punt 5093 5100 5106 5108 X 172762,57 173131,75 172893,82 172843,38 Y 409698,99 409281,80 408911,84 408889,53 cC 2. Ter controle van de hoekpunten B en C van het perceel 1837 (de punten A en D zijn op een andere wijze gecontroleerd en goed be vonden) zijn de volgende richtingsmetingen uitgevoerd. Standplaats Richting Gem. Waarneming P B' 0.0000 Q 83.9257 Q C' 0.0000 R 45.2846 R B' 0.0000 Q 352.0580 S C' 0.0000 R 328.3467 De onderlinge ligging van de oorspronkelijke punten A, B, C en D is vastgelegd door middel van coördinaten in een plaatselijk stelsel. Punt X' Y' A 69,67 46,45 B 0,00 148,63 C 110,95 273,78 D 235,59 235,54 Gegeven coördinaten Rijksdriehoeksmeting: Punt X Y P Q R S A D 13841,36 13921,73 14093.08 14163.09 13893,65 14142,03 20857,61 20843,81 20872,93 20882.56 20874,64 20914.57 Gevraagd door berekeningen na te gaan of de punten B' en C' identiek zijn met de oorspron kelijke punten B en C. Landmeetkunde Tijd: 3 uur 1Als men, werkende met een richtkijker met een centrale instellens, op de juiste wijze heeft ingesteld, waaraan moet men dan draaien om richtende op een ander voorwerp weer een juiste instelling te krijgen? Antwoord kort toe lichten. 2. Hoe moet men zich opstellen om de stand van de bel van een buisniveau waar te nemen? Waarom? Welk eenvoudig hulpmiddel past de fabrikant wel eens toe om de stand van de bel gemakkelijk te kunnen beoordelen? Hoe werkt dit hulpmiddel? Geef bij de toelichting een schetsje. 3. Bij een theodoliet met optische centrering is het centreerkijkertje ontregeld. Wat houdt dit in? Hoe kan men zonder de ontregeling op 71 I5W0 cp293.67 69C6Z {L) A - 58-yl 15106

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1975 | | pagina 15