te heffen de theodoliet juist boven een punt
opstellen?
4. a. Waarom wordt op de rand van een theo
doliet afgelezen op twee diametraal tegenover
elkaar gelegen plaatsen? b. Waarom wordt bij
het meten met een theodoliet de kijker op
de helft van het aantal waarnemingen door
geslagen?
5. Waarom is een prisma geschikt voor ge
bruik uit de vrije hand?
6. Welke eis(en) stelt men aan een prisma?
Hoe controleert men een prisma? Hoe kan men
met een prisma toch juiste resultaten verkrijgen
als niet aan de eis(en) is voldaan?
7. Wat voor verzekeringsmateriaal behoort
men in landelijk gebied te gebruiken voor vaste
punten die in coördinaten in het stelsel der
R.D. moeten worden bepaald? Geef aan hoe
men dat verzekeringsmateriaal plaatst.
8. Een treklijn is 4 a 5 keer zo lang als de
loodlijn die men met behulp van deze treklijn
wenst te controleren. Wat controleert men
hierdoor met betrekking tot de loodlijn? Het
antwoord toelichten s.v.p.
9. Men wenst een kaart op grote schaal te
maken waarop voorkomen de kustlijn AB en
de plaat. De begaanbare strook langs de kust
lijn is ongeveer 5 meter breed.
Ten zuiden van deze strook bevindt zich dicht
bos. De plaat ligt meer dan een meetband
lengte uit de kuststrook. Geef aan hoe men de
meting verricht als men uitsluitend beschikt
over jalons, jalonniveau, meetband, meetpen-
nen, schietlood en een prisma. De plaat is
met behulp van een bootje te bereiken.
10. Hoe kan men in de situatie hieronder ge
tekend een jalon plaatsen op de bissectrix van
hoek ABC?
Gi ootteberekening
1.
Tijd: 7.y2 uur
S'
-fc
De grens tussen de percelen 5694 en 6485 zal
worden vervangen door een nieuwe grens XY
en wel zodanig dat de eigenaar van 6485 een
nieuw perceel verkrijgt van gelijke grootte.
De grens XY moet evenwijdig zijn aan de wes
telijke grens van de Industrieweg (perceel
5694).
Gevraagd te berekenen:
a. de uitzetgegevens van de punten I en F;
b. de grootte van de te ruilen perceelsgedeel
ten.
s$.
$6*or
8
8 '4'-5o
49.50'
50.04
6S.o.
6485
erf
fi O
5694
W
2.
1971
Rododendrons
72