Sluisbouw „Weurt" Nauwkeurigheidswaterpassing ten behoeve van PGEM-Centrale door ing. H. J. Theeuwsen en ing. W. A. van Beusekom, Meetkundige Dienst van de Rijkswaterstaat. I. Algemeen In de laatste jaren is duidelijk gebleken, dat de capaciteit van de sluis bij Weurt onvoldoende is. Door de schippers wordt al jarenlang ge klaagd over de soms wel heel erg lange wacht tijden bij deze poort tussen Maas en Waal, aan het noordeinde van het Maas-Waalkanaal (zie de foto's 1 en 9). Daar gaat nu iets aan gebeuren: een tweede sluis zal worden gebouwd en tevens wordt het kanaal van Heumen tot Weurt over een lengte van 13 km verbreed. Bij de bouw van deze sluis is het nodig ter plaatse bronbemaling toe te passen; deze bron bemaling zal de grondwaterspiegel doen dalen. Het gevolg hiervan kan zijn, dat omliggende gebouwen gaan verzakken, en wanneer deze verzakkingen onregelmatig zijn, ontstaan er scheuren. De schade, die op deze manier zou kunnen ontstaan, moet uiteraard vergoed wor den. De Wateronttrekkings-Commissie Weurt, die is ingesteld door de minister van Verkeer en Waterstaat, belast zich o.a. met het onder zoeken van klachten in dit verband. Om een gefundeerd oordeel te kunnen vellen over deze klachten, heeft de Directie Sluizen en Stuwen de Meetkundige Dienst van de Rijkswaterstaat verzocht, door middel van een secundaire water passing een groot aantal punten binnen een straal van drie km van de nieuw te bouwen sluis in hoogte te bepalen. Deze punten liggen regelmatig over het terrein verspreid. Grote gebouwen in de directe nabijheid zijn van extra hoogtemerken voorzien. Op de oostelijke oever van het Maas-Waalkanaal, niet ver van de te bouwen sluis, bevinden zich grote opslagplaat sen met benzine-tanks. Van ieder van deze tanks werden vier punten in hoogte bepaald. De totale kringwaterpassing werd „opgehan gen" aan o.a. het ondergrondse merk te Malden. De eerste meting van dit net van punten is uitgevoerd voordat met de bronbcmaling werd begonnen; de totale lengte van waterpassing bedraagt 62 km. II. Aanleiding tot' de metingen in de PGEM-Centrale Op ongeveer 800 meter van de nieuw te bou wen sluis ligt de Provinciale Gelderse Elektrici- teits Maatschappij Centrale. In deze centrale staan 12 turbines (zie figuur 2), waarvan er 10 in bedrijf zijn (5 en 6 niet meer). Deze turbines zijn zeer gevoelig voor deformatie (as sen van 30 m), aldus de Directie van de PGEM in een brief aan de Directie Sluizen en Stuwen. Genoemd werd, dat door scheefzakken van de turbinevloer of door vervormingen groter dan 0,1 mm de turbines kunnen uitvallen en de schade daardoor in de honderdduizenden gul dens kan lopen. In een overleg tussen Directie Sluizen en Stuwen en de Meetkundige Dienst werd besloten om een nauwkeurigheidswater passing uit te voeren vóórdat de bronbemaling zou beginnen, en wel meerdere keren, zodat een indicatie zou worden verkregen van de be weging in de vloeren vóór de bemaling (rela tieve beweging in de funderingen). In opdracht van de PGEM verrichtte het ingenieursbureau Dwars, Heederik en Verhey (DHV) dezelfde metingen. 59

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1975 | | pagina 3