VAN STEENIS van -f- 6.00 tot 9.00 m NAP geconstateerd; 4. de veranderingen in de grondwaterstand, schommelingen van 6.00 tot -f- 9.00 NAP (zie tabel 7); 5. de temperatuurverschillen en de luchtstro mingen; 6. een combinatie van één of meer van de voornoemde punten. NB. Er is wel correlatie tussen rivier-, grond waterstand en beweging van de vloeren gecon stateerd. (Zie bij meting DHV). VI. Vergelijking MD en DHV-metingen Zoals vermeld zijn in opdracht van de Provin ciale Gelderse Electriciteit Maatschappij door het ingenieursbureau Dwars Heederik en Ver- hey NV soortgelijke metingen uitgevoerd. Vergelijking van de berekeningswijze: MD 1. Bij de eerste vereffening zijn de metingen 1 t.e.m. III betrokken. 2. Bij de tweede, derde en vierde vereffening alleen meting III. 3. Verschillen bepaald tussen de metingen 12, 13 en 14. 4. Punten bepaald met meting I iedere keer apart berekend voor zover deze meting her haald is. 5. Uitgangspunt voor de meting van augustus 1973 was 40C-058. DHV 1. idem. 2. Bij de tweede en derde vereffening zijn de metingen I t.e.m. III betrokken (van meting II is steeds de maat van de meting van augustus 1973 aangehouden). 3. Verschillen bepaald tussen le - 2e en le - 3e meting. 4. Punten bepaald met meting I zitten in de totale vereffening. 5. Uitgangspunt voor alle metingen was HP101 (zie overzichtsfiguur 2). Hoe zijn deze meetresultaten nu te vergelijken? a. Herleid de DHV-metingen ook tot één uit gangspunt per turbinevloer. Het gaat er ten slotte in hoofdzaak om de relatieve beweging van iedere turbinevloer afzonderlijk na te gaan. b. Herleid de DHV-metingen door het hoogte verschil tussen beide uitgangspunten en het ver schil tussen de nulpunten van de baken (welke samen 7,0 mm blijken te bedragen) af te trek ken. Aangezien bij de vergelijking de berekende hoogteverschillen van MD en DHV met elkaar vergeleken worden is het verschil (dat constant is voor alle metingen) niet belangrijk. Bij de vergelijking van de geconstateerde verschillen tussen MD en DHV moeten evenwel ook de standaardafwijking en de tolerans bekeken worden. De standaardafwijking van de metin gen uitgevoerd door DHV is niet bekend. Om dat dezelfde apparatuur werd gebruikt en ge meten werd onder dezelfde omstandigheden, kan de standaardafwijking van DHV bij bena dering gelijk gesteld worden aan de gemiddelde standaardafwijking van de MD. Hieruit volgt dat 0dhv ®md en o2vdhvi-2 2 a2 j)HV enz. De standaardafwijking van de vergelijking van Meting uitgevoerd In vereffening opgenomen 8 73 10 73 12 73 1 74 1/2 74 DOOR MD DHV MD DHV MD DHV MD DHV Meting l x X X X X X x X X X X Meting U X X x(x) Meting m XX X X X X x x XX x X X X Tabel 6. Schema van de metingen en de vereffeningen uitgevoerd door de Meetkundige Dienst en Dwars Heederik en Verhey. VOOR ALLE LANDMEETKUNDIGE WERKZAAMHEDEN Sedert 1945 GEODESIE CIV. TECHNIEK GRONDONDERZOEK Coöp. Ver. Ingenieursbur. v. Steenis G.A. NIEUWE GRACHT 5 - UTRECHT Telefoon 030-331331 65

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1975 | | pagina 9