uur rvk landinr. en 3 uur tekenen kunnen omvatten. In totaal komt het hierop neer, dat de MTS-er WW met richting LM gedurende de twee rich tinggevende jaren afgezien van het praktijk jaar van de verplichte 63 x 42 lesuren (42 lesweken per jaar) ongeveer 36 x 42 lesuren in de specifieke landmeetkundige sfeer kan vol gen. Wanneer dit laatste aantal wordt gesplitst naar binnendienst- en velddienstactiviteiten blijkt, dat de opleiding voor 840 uur op reke nen, tekenen en administratie is gericht en voor 672 uur op het meten. Ter vergelijking met de CTO opleiding moge hier volgen, dat daar gedurende één jaar 450 uren worden besteed aan rekenen, 675 uren aan tekenvaardigheid en 135 uur aan recht en administratie. Daarnaast nog 450 uren aan het opmaken van de zg. metingsstukken. Hoewel de verdeling van de lesuren over de diverse vakken op de MTS, dus bepaald niet wijst op opleiding van een opzichter (veld 672 uur op een totaal van 1512) is het, gezien de tijdsbesteding aan het CTO, begrijpelijk dat de directie van het kadaster haar twijfels heeft met betrekking tot de directe inzetbaarheid van de afgestudeerde MTS-er. Van die zijde wordt voorzien, dat de nieuwe man nog een stuk in terne begeleiding zal moeten worden meegege ven alvorens hij in staat is te fungeren zoals de huidige CTO-er. Dit laatste past echter geheel in de filosofie van de onderwijsdeskundigen: geen specialisten opleiden! De voordelen van de breder en beter algemeen opgeleide man mogen hierbij niet worden onderschat. Welke kwaliteiten de MTS-er zal meebrengen, zal grotendeels afhangen van de lerarenbezet- ting. Op dit punt zal de ontwikkeling kritisch moeten worden gevolgd; aan MTS-zijde moet de mening nog worden gevormd, dat voor het specifieke doel landmeetkundigen moeten wor den aangetrokken op MO- en HTS-niveau, des noods in part-time, en dat het vak LM er niet even kan worden „bijgedaan", ad 6. Het leerplan is de omschrijving van de te geven vakken. Dit was voor het eerste (brug) jaar, gemeenschappelijk voor WW, B en LM, volledig een gegeven. Onderkend moet dan worden, dat de hoeveelheid en uitgebreidheid van de te geven stof beslist niet kan worden afgemeten naar het aantal bladzijden en regels dat voor bepaalde vakken is ingeruimd. Op dit punt komen de nieuwe landmeetkundige vakken er wat zuinig af. Het zal gaan om de feitelijke presentatie en daar valt nog niets van te zeggen. Verwachting Hoe het rapport van de werkgroep op de ver schillende plaatsen binnen het MTO is of zal worden beoordeeld is dezerzijds nog niet be kend. Mogelijk is, dat men reeds nu werft t.b.v. de richting LM en zo hiervoor nog onvoldoende belangstelling zou bestaan, tijdens het eerste jaar WW -|- B propaganda blijft maken binnen de school. Ondertussen moeten de MTS-en, die hieraan willen beginnen, zelf bij hun ministerie de nodige stappen doen om toestemming te ver krijgen de richting landmeetkunde bij hun af deling weg- en waterbouw in te voeren. Wat de kans van slagen betreft kan worden gesteld, dat hier zowel de nog niet te schatten belangstelling als wel het enthousiasme en realiteitszin bij de MTS-en een rol zullen spelen. Eerst over vier jaar kunnen voor het eerst de afgestudeerden aan de markt komen. De „vrije markt" heeft ondertussen de concurrentie te duchten van de uiteraard nog gelijkertijd voortdurende CTO- opleiding, mogelijk ook van een tweede „vrije markt" in de vorm van een opleiding landmeet kunde binnen de opleiding cultuurtechniek aan de middelbare bosbouw en cultuurtechnische school (MBCS) te Velp! De stichting Bosbouw en Cultuurtechnisch Onderwijs heeft zich name lijk kort geleden bij brief aan de NVG ook kandidaat gesteld voor de door ons bedoelde middelbare opleiding. De opleiding cultuurtech niek duurt 3 jaar, waarvan acht maanden prak tijkstage. Er zijn op het eerste gezicht enkele voor- en nadelen aan te wijzen met betrekking tot deze mogelijkheid bij het Landbouwonder wijs. Een nadeel kan zijn de concentratie op één plaats t.o.v. de spreiding via het MTO. Een voordeel kan gelegen zijn in grotere bekendheid via de cultuurtechniek met de landmeetkunde en de grotere mogelijkheden wellicht om ade quaat personeel aan te trekken. De onderwijs commissie heeft zich ten deze nog niet beraden. Het MTO zal met deze concurrent echter dege lijk rekening moeten houden. Van der Most WQFWQDDCsO® WgfêêröQHO3®: 130 De in deze rubriek vermelde functionarissen zijn be noemd in de vacatures zoals die eerder in personeels advertenties in Geodesia stonden vermeld. Gemeente Heerhugowaard Benoemd m.i.v. 8-4-1975 tot opzichte B H. J. van den Brandt (vroegere werkgever: Provinciale Water staat Noord-Holland). Gemeente Tubbcrgen Benoemd m.i.v. juni 1975 tot technisch ambtenaar A B. Th. Rustwijk (vroegere werkgever: Ingenieurs bureau „Oranjewoud").

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1975 | | pagina 18