ning in het terrein werd gebruik gemaakt van
de veldplans 1 2500, waarop de aard van de
scheiding werd aangetekend. De verkenning ge
schiedde deels visueel (waterlopen), deels door
meting van uitgepaste maten en af en toe door
gebruikmaking van oud veldwerk. Na voltooi
ing van de verkenning werd contact opgenomen
met de Belgische collega's van de dienst grote
opmetingen, die dezelfde procedure gevolgd
hadden aan de hand van hun plans. Met be
hulp van aantekeningen gemaakt op de veld
plans werd „nagelopen" of deze aantekeningen
identiek waren. Tijdens deze bijeenkomst ont
stonden de volgende problemen:
a. Op verschillende plaatsen zijn kleine ge
deelten van de grens onzichtbaar.
Besloten werd dat België en Nederland ieder
voor de helft deze grenzen in het terrein zou
uitzetten en afpalen met piketten. Later zou
dan Nederland de Belgische gegevens inmeten
en controleren en België de Nederlandse ge
gevens.
Slechts in één geval leverde de beide grens-
uitzettingen twee lijnen op, die op een afstand
van 4.00 m. evenwijdig liepen. Na contact met
de Nederlandse en Belgische eigenaren werd
het gemiddelde van de beide grensuitzettingen
aangehouden.
b. Waterlopen zijn voor kleine gedeelten ge
normaliseerd.
Besloten werd de huidige toestand aan te hou
den.
c. De ligging der waterlopen is op een natuur
lijke wijze veranderd.
Op een drietal plaatsen bleken waterlopen zo
danig te zijn gewijzigd, dat belangrijke wijzingen
waren ontstaan. Na contact met de belangheb
bende eigenaren werd ook hier de huidige toe
stand aangehouden.
d. De Belgische en Nederlandse kaarten zijn
niet identiek.
Na bestudering van de Belgische en Neder
landse plans kwamen een aantal verschillen
naar voren. Deze werden besproken met de
burgemeesters van de betreffende gemeenten
en zonodig ook met de belanghebbende eigena
ren. Enkele voorbeelden: Een Nederlands per
ceel is identiek met een Belgisch perceel, een
Nederlands perceel en een gedeelte van een
Nederlands perceel zijn ten onrechte gevormd
uit een gedeelte van een ongenummerd Bel
gisch perceel, een gedeelte van een Belgisch
perceel is ten onrechte bij een Nederlands per
ceel gevoegd.
Bovengenoemde percelen of gedeelten werden
uit het Nederlandse Kadaster verwijderd. Ver
der waren er nog een aantal gevallen, waarbij
onduidelijkheid was over wegen. Geraadpleegd
werden: de minuutplans van beide landen, de
Nederlandse topografische kaarten, de Belgische
stafkaarten, de gemeentelegger van de gemeente
Baarle-Nassau en de Belgische wegenatlas. Ge
ïnformeerd werd verder naar het gebruik en
onderhoud. Bleef na deze informatie de zaak
nog onduidelijk dan werd het volgende besloten:
Een weg begrensd door Nederlandse percelen
is Nederlands, een weg begrensd door Belgi
sche percelen is Belgisch en een weg begrensd
aan de ene kant door Nederlandse percelen en
aan de andere kant door Belgische percelen is
half Nederlands en half Belgisch. Interessant is
nog dat door deze gang van zaken Baarle-
Nassau 2 enclaves armer is geworden. Baarle-
Nassau bezit nu nog 36 enclaves, wat op zich
in Europa een zeer zeldzame zaak is. Buiten de
36 Baarlese enclaves zijn er in Europa nog
maar drie.
1. De Spaanse enclave Llivia in Zuid-Frank
rijk.
2. De Italiaanse enclave Campione d'Italia in
Zuid-Zwitserland.
3. De West-Duitse enclave Blisingen in Noord-
Zwitserland.
B. De meting
Ten behoeve van de inmeting van de grens wer
den door de Rijksdriehoeksmeting een tweetal
punten in coördinaten bepaald, te weten: de
spits van het in België gelegen kasteel „de
Schrieken", nabij paal 214 en een intermak
paal in de nabijheid van paal 215. In de nabij
heid van de grens waren reeds in het stelsel
van de rijksdriehoeksmeting bekend: paal 214,
de spits van het klooster nabij grensovergang
Baarle-NassauTurnhout en een RD steen
nabij Castelrée. Tussen deze punten werden
door Nederland 70 nieuwe punten bepaald.
België bepaalde in hun te meten gedeelte 217
nieuwe veelhoekspunten. (In een der zittingen
was namelijk besloten om de grens ieder voor
de helft in te meten). Daar het Belgische drie-
hoeksnet toe was aan uitbreiding werden in
dezelfde fase door België 103 stenen palen ge
plaatst voorzien van het merkteken M. Deze
stenen werden in de veelhoeksmeting opgeno
men. De meting geschiedde, zowel door België
als Nederland, met de Wild/Distomat Dl 10
en was zodanig ingericht dat op eenvoudige
wijze de door Nederland gemeten punten (in
RD) omgerekend konden worden in het Bel
gische stelsel (Lambert) en omgekeerd.
117