doen plaatsen, dit in afwijking van de reeds
eerder genoemde conventie. Aangezien de grens
in zowel het Nederlandse als het Belgische
coördinatenstelsel bekend is, de bijgevoegde
kaarten 1 2500 in deze systemen zijn ver
vaardigd en het laten maken en plaatsen een
bijzondere kostbare zaak zou worden, heeft
men besloten af te zien van het plaatsen van
grenspalen.
Aan welke eisen moet een grenspaal voldoen
en wat is de kostprijs. Volgens het Reglement
van 1843 weegt iedere paal 372 kilo en rust
in een gemetseld ondergronds blok van bak
stenen. De afmetingen van dit blok zijn:
1.00 m x 1.00 m x 0.70 m. Veertig cm diep
in het blok rust, precies vertikaal in het mid
den, een zware ijzeren kolom met een tot 8 cm
uitlopende rand onderaan. De paal heeft een
een totale lengte van 2.47 m, waarvan 0.60 m
onder het maaiveld.
Boven op een halve bol is een 0.17 m hoge
pijnappelvormige knop ingeschroefd. De wand
is 0.02 m dik. Het bovenste gedeelte heeft de
vorm van een afgeknotte kegel, 1.30 m hoog,
met een middellijn van 0.40 m beneden en
0.15.m boven. Genoemde kegel rust op een
8-zijdige sokkel, met een hoogte van 1.00 m
en een middellijn van 0.42 m. In het kegelvor
mige deel zijn vier kentekenen gegoten.
1. Het volgnummer, 8 cm hoog.
2. Het jaartal van de grensovereenkomst (1843),
8 cm hoog.
3. Het wapen van Nederland, 18 cm hoog en
15 cm breed.
4. Het wapen van België, zelfde afmetingen.
De kostprijs van de grenspaal bedroeg in de
jaren 18391843 28,Thans zou een
dergelijke afpaling enkele tienduizenden gul
dens gaan kosten en dan spreken we nog niet
over vervoer en plaatsing waarvan destijds voor
alle palen de kosten 8.788,50 bedroegen.
Academische zitting
Nadat alle werkzaamheden waren verricht
volgde op 26 april 1974 in het stadhuis te
Turnhout een academische zitting, waar in het
bijzijn van de commissaris des konings van de
provincie Antwerpen en van de commissaris
van de koningin van de provincie Noord-Bra
bant en talrijke andere genodigden door de
koninklijke commissarissen de processen-ver
baal werden getekend. Het gat was dicht. Om
dit historische gebeuren te vieren nodigde de
burgemeester van Turnhout alle aanwezigen uit
op een receptie. Tijdens deze receptie werden
de aanwezigen verrast door de binnenkomst
van de uit hun graftomben herrezen Konink
lijke Commissarissen van 1839 tot 1843, die
hulde kwamen brengen aan hun collega's van
1967 tot 1974. Zij deden dit door het aanbie
den van een oorkonde. De inhoud van deze
oorkonde luidt als volgt:
120
De Nederlandsche Koninglijke Commissarissen Grens-
scheyders van de jaeren 1839 tot 1843. Aan hun Bel
gische en Nederlandsche ambtgenooten van de jaeren
1967 tot 1974.
SALUUT
Wij,
Koninglijke Noord-Nederlandsche Grensscheyders, als
zoodanig benoemd door Zyne Majesteyt Willem, Ko
ning der Nederlanden, den 12den Junij des jaers 1839,
te weten:
PAULUS EUSTATIUS REINIER VAN HOOFF,
ridder der Militaire Willemsorde, 3e klasse en der
orde van den Nederlandschen Leeuw; ridder-groot
kruis der St. Stanislaus-orde en die van St. Anna, 2dc
klasse, van Rusland; gedecoreerd met het Bronzen
kruis; Luitenant-Generaal; 's Konings adjudant in bui-
tengewoonen dienst.
WILLEM DOMINICUS ALOYS KERENS VAN
WOLFRATH, lid der ridderschap van het Hertogdom
Limburg; ridder der orde van den Nederlandschen
Leeuw; oud lid der Staten-Generaal; lid der Staten
van het Hertogdom Limburg; districts- en millitie-
commissaris te Maastricht.
MICHAEL TOCK, ridder der orde van den Neder
landschen Leeuw; kommandeur der orde van de
Eikenkroon; ridder der orde van den Rooden Adelaar,
2de klasse, van Pruissen; Opper-raad der belastingen
in het Groot-Hertogdom Luxemburg; 's Konings com
missaris ter regeling der scheepvaartrecht op de Moe
zel.
FRANS-JOZEPH-KAREL-MARIE-WINZ, ridder der
orde van den Nederlandschen Leeuw; opper-raad der
publieke werken in het Groot-Hertogdom Luxemburg.
STEVEN DE KRUIJFF, ridder der orde van den
Nederlandschen Leeuw; hoofdingenieur van den Wa
terstaat.
Mitsgaders de toegevoegd Sekretaris ingenieur A. E.
ANDRÉ DE LA PORTE, geniekapitein.
Zijn verheugd, van Hoogerhand in staat gesteld te
zijn een POSTHUME BOODSCHAP te richten tot
UEdelen, onze late opvolgers.
Ook door magten op deze aardkloot zijn wij naar U
gezonden: vanuit het stadhuis aan de groote Markt te
Maastrigt, hetzelfde waar wij dinsdag den achtsten
augustus des jaers 1843 onze souvereine handteekenin-
gen plaatsten onder de grensovereenkomst tusschen de
Nederlanden en België, mitsgaders onder het daarin
opgenomen beschrijvend proces-verbaal.
Via de Singel van Baarle-Nassau-Hertog zijn wij alte-
gaeder per extra-dilligence vanuit de hoofdstad van
het hertogdom Limburg naar de even roenirugte
hoofdstad van de Kempen gereisd: van grote Markt
naar Grote Markt, van stadhuis naar stadhuis, als
laatsten die geen rijksgrens hoefden te passeren!
Wij prijzen ons gelukkig dat wij, botsend over de
kasseien langs de door ons zelf gemaakte grenzen, en
herhaaldelijk van paarden verwisselend, tijdig na vijf
dagen reizen ten Uwent mochten arriveren. We heb
ben er iets langer over gedaan dan gebruikelijk: D
zult begrijpen dat wij, na zovele jaeren eenzame op
sluiting, er behoefte aan hadden hier en daer een
pleisterplaets aan te doen om wat ververschingen tot