Koninklijke onderscheidingen
Op donderdag 12 december 1974 werden in
het gemeentehuis van Baarle-Nassau 4 konink
lijke onderscheidingen uitgereikt. Twee Neder
landse commissarissen, de heren Claessen en
Snijder, werden officier in de kroonorde van
België. De onderscheidingen werden uitgereikt
door P. v. Coppenolle, waarnemend ambassa
deur van België in Nederland. Twee Belgische
commissarissen, de heren Wijnants en Simon
werden officier in de orde van Oranje-Nassau.
Deze onderscheidingen werden uitgereikt door
J. Ceulen, consul-generaal van Nederland in
Antwerpen.
121
ons te nemen en onze stramme beenen wat te strek
ken.
Met Uw welnemen, heren koninglijke commissarissen:
wij mogen op de eerste plaats onze gastheer begroe
ten, de burgemeester van Turnhout, tevens Koninklijk
commissaris.
Wij doen dit, hoogedelachtbare heer, zowel persoon
lijk als uit naam van Uw collega, de Maire van Maas-
trigt. Aan ons koninklijk medelid, de heer Willem
Kerens van Wolfrath, in leven districts- en millette-
commissaris in genoemde hoofdstad, heeft wijlen Uw
hoogedelachtbare collega uitdrukkelijk deze groet
meegegeven.
En nu wenden wij ons tot U, jonge collega's commis
sarissen.
Op de EERSTE PLAATS willen wij onze waardering
uiten voor het titanenwerk dat U verzet heeft. VIJF
plenaire zittingen hebt Gij lieden besteed aan de
grensscheiding tusschen de Nederlandsche Gemeente
Baarle-Nassau eenerzijds en niet minder dan 8 Bel
gische Gemeenten anderzijds, de grensscheiding tus
schen twee koninkrijken.
Wij weten wat dat betekent: wijzelf hebben, tusschen
30 junij 1839 en 8 augustus 1843, kreunend op hard
houten stoelen, 496 dergelijke vergaderingen gewijd
aan de grensscheijding tusschen de toen pas-gescheij-
den Staeten, daarbij ook nog de grens meenemend
tusschen het Groot-Hertoedom Luxemburg en België.
Het kostte ons vaak wel moeite, alles in pais en vree
te doen verloopen. mede omdat wij kort tevoren nog
als vijanden op een dusdanige wijze tegenover elkaar
stonden, dat sommigen van ons er een Leopolds- of
Willemsorde van overgehouden hadden. Wij tellen
overigens niet de aparte zittingen van onze Belgische
mede-commissarissen, noch de werkdagen die onze
rijkslandmeeters en teekenaars 130 jaer geleden aan
de opdracht hebben besteed, noch de werkuren van
hen die onze superbe grenspaelen vervoerden en
overal inplantten tusschen Vaals en de Noordzee.
In de TWEEDE PLAATS willen wij er U mede com
plimenteren, dat U niet van onze plannen hebt afge-
weeken: U heeft na rijp beraad en ongetwijfeld met
overspoeling van veel aengenaeme dranken, onder
Baerle precies de grens daer getrokken waar wij die
bijna anderhalve eeuw eerder geprojecteerd hadden,
zij het met opdruk van een Rijkstintje door U Edelen.
Zooals U het heele werkstuk in kaert liet brengen,
zoo deden ook wij, op zes groote bladen, voorzien
van ons aller signatuur (tot op den dag van vandaag,
zoo vernamen wij onderweg, berustend in het Staats
archief van België).
Op de DERDE PLAATS leggen wij onze waardering
aan Uwe voeten voor het feit dat U, heren konink
lijke commissarissen, verder heeft durven gaan dan
in ONZE opdragt lag: deze traditionele rijksgrens
tot actuele, staatsrechtelijke rijksgrens te verheffen.
Vanaf DEZE memorabele dag zullen vreemde batal
jons, opgesteld over een frontbreedte van 50 km., niet
meer Nederland of België kunnen binnenvallen, zon
der zich schuldig te maken aan formele grensschen-
ding.
Maar, heren jonge collega's van 1974, er zijn twee
dingen die ons in onze praalgraven deden omdraaien:
TEN EERSTE: evenmin als wij, hebt U het aange
durfd, ALLE grenzen tusschen Baarle-Nassau en
Baarle-Hertog vast te leggen. De grenzen van de tien
tallen Nederlandsche en Belgische enclavert bleven
onberoerd in hun status quo, even onaangetast als
WIJ gewoonlijk in onze graven. Zelfs de verfijnde
methoden van Uw kadaster-ingenieurs hebben het
laten afweten. Wij vreezen dat er in de boezem van
Uw Commissie onuitgesproken krachten aanwezig
waren, die het gemunt hadden op het bestaan zelf van
dit in de wereld unieke enclave-fenomeen
TEN 1WEEDE: U bent er niet in geslaagd, de luttele
kilometers die U getrokken heeft, voor de gewone
Kempenaar zichtbaar en genietbaar te maken door
de majestueuze, gietijzeren grenskolommen van 372
kilo elk, zooals wij ze hebben laten inplanten in den
jaere 1844. Wij plaatsten er 388 over 400 km.: U
plaatste alleen wat onooglijke betonnen paaltjes over
50 km. De daarin gekraste M zou evengoed Miserie
als Ministerie kunnen beteekenen. U wijte het aen
onze ouderdom, dat wij zoo openhartig tot U durven
spreken.
WIJ BESLUITEN, souvereine koninglijke commissa
rissen en andere hooge Bestuurderen, met het nederig
VOORSTEL, Uw Commissie nog wat te laten door
sudderen om alsnog de twee gememoreerde, wat
zwakke beleidspunten te corrigeeren.
Tot ondersteuning van dit voorstel en als uiting van
waardering voor Uw historisch werk ten behoeve van
Baerle en de Belgische Gemeenten, en van onze twee
Rijken, mogen wij ieder van U een Hollandsche kaas
bol en een flesch Oude Coorenwijn Genever aanbie
den, mitsgaeders een oorkonde, houdende de tekst
van deze boodschap.
En ten slotte, na een hoognoodige verfrissching, keren
wij van Turnhout, als eersten over de nieuwe grens
via de Singel van Baerle weer naar Maastrigt terug:
daar zwermen wij weer uit naar onze respectievelijke
graftomben, onder het murmelen van de wens, dat U
nog vele jaeren moogt leven in tevredenheid over de
volbrachte taak.
SALUUT