1927, nr. 2.07.351 aan de kerkvoogden met
een exemplaar van de overeenkomst is het uit
eindelijk houvast voor de onderzoeker.
Lambertschaag
Een uitputtend onderzoek als waarover ik het
had, heeft met allerlei andere moeilijkheden te
maken. In het voorgaande kwamen wij al enige
torens tegen, die op de kerk zijn gebouwd
en toch als eigendom van de burgerlijke ge
meente worden aangemerkt en beschouwd. Zo
de toren van de Alkmaarse Grote Kerk en van
de Alkmaarse Kapelkerk. Er zijn meer van
deze dakruiters aan te wijzen, ondanks het ar
rest van de Hoge Raad van 19 maart 1847
(zie Weekblad van het Regt, nr. 798, 12 april
1847) inzake de eigendom van het torentje op
de Markendaalse kerk te Breda, waarin met
zoveel woorden wordt ontkend dat het laatste
lid van art. 6 van de additionele artikelen ook
betrekking heeft op de eigendom van torens,
welke zodanig op de kerken staan dat die ker
ken niet kunnen worden afgebroken zonder
ook de toren te doen vallen.
Herma M. van den Berg van de Rijkscommissie
voor Monumentenzorg, die in de vijftiger jaren
in de kop van Noordholland een onderzoek in
stelde naar de eigendom van o.a. de kerken c.a.,
stelde t.a.v. de Hervormde Kerk van Lambert
schaag vast, dat deze eigendom was van de
Nederlands Hervormde Gemeente, met uitzon
dering van de meest westelijke travée en de
houten dakruiter, die burgerlijk eigendom zijn.
Persoonlijk onderzoek leerde mij, dat sinds on
heuglijke tijden deze dakruiter door het ge
meentebestuur van Abbekerk wordt onderhou
den en dat de gemeente Abbekerk ook eigenaar
is van het uurwerk in deze dakruiter (kortge
leden door Abbekerk naar een andere toren
overgebracht). Maar het geval wil, dat de kerk
van Lambertschaag in zeer oude tijden werd
gebouwd op grond van de Heer van Hoogwoud,
en thans (sedert de instelling van gemeenten)
in de gemeente Hoogwoud gelegen is. Zo
oppervlakkig zou men dus kunnen veronder
stellen dat met „burgerlijke gemeente" de ge
meente Hoogwoud is bedoeld. Hierbij moet
men evenwel in aanmerking nemen (alweer een
obstakel méér bij een uitputtend onderzoek)
dat ook al bij de commissie Steyn Parvé de
gedachte nog doorwerkte bij de beoordeling
van de eigendom van kerk en pastorie c.a.
van „gezamenlijke Ingezetenen en Bewoonde-
ren van elke Stad, Dorp of Plaats, in welke
dezelve geleegen zijnEn het dorp Lam
bertschaag bestond rond 1800 aan de oostkant
uit 37 huizen in lange rij, terwijl aan de west
zijde slechts 3 boerderijen aan de kant van de
kerk stonden. Vandaar dat de kerk op grond
van het inwonertal van dit dorp aan de her
vormden van „Lammertschagen" werd toebe
deeld en de toren aan de municipaliteit van het
dorp, dat later met Abbekerk tot de gemeente
Abbekerk en Lambertschagen werd gevormd;
alles in plaats van in eigendom te komen aan
de latere burgerlijke gemeente Hoogwoud,
waarvan de woonkern op ruim een uur gaans
gelegen was.
Voorbeeld alweer, welk een monnikenwerk het
zal zijn, de juiste eigendomsverhoudingen in
de boeken van het Kadaster te verkrijgen.
Ruilverkavelingswet en Kadasterwet
In de aanvang van dit artikel werd al gewezen
op de mogelijkheid dat bijvoorbeeld bij een
strikte toepassing van de bepalingen in de Mo
numentenwet de werkelijke eigenaar van een
kostbaar bouwwerk als een eeuwenoude toren
geen bericht krijgt van de plaatsing op de voor
lopige en op de vastgestelde lijst van monu
menten, waardoor er de mogelijkheid bestaat
dat hij niet tijdig gebruik kan maken van de
gelegenheid, bij art. 26 geboden, tot het instel
len van een beroep tegen een beslissing van de
minister.
Erger wordt het, als een kerktoren gebouwd
aan een kerkgebouw dan wel staande op het
dak van een kerkgebouw deel uitmaakt van
een kadastraal perceel dat opgenomen is in
een ruilverkaveling. Want bij mijn weten bezit
art. 6 van de additionele artikelen van de
staatsregeling van 1798 onder de ambtenaren,
met de ruilverkavelingen belast, en onder de
landgenoten die deel uitmaken van plaatselijke
149
Houten dakruiter van de kerk van Lambertschaag
(N.-H.), kadastraal eigendom van Stichting Het
Groene Kerkje aldaar; eigenaar op grond van art. 6
Add. Art. 1798: de gemeente Abbekerk (met meest
westelijke travée, waar vroeger de dorpsschool werd
gehouden).