van het Nederlands Geodetisch Tijdschrift, jaar gang 1974, heeft zich tot taak gesteld de beant woording van de volgende twee vragen: a. is het mogelijk om van het gehele land een grootschalige kaart te vervaardigen met een zodanige inhoud, schaal en nauwkeurigheid dat de vraag naar deze kaart de vervaardi ging en de bijhouding rechtvaardigt? b. Op welke wijze moet deze kaart worden vervaardigd en bijgehouden en wie kan hier voor zorgdragen? Blijkens haar rapport heeft de Commissie veel aandacht besteed aan het inwinnen van infor matie bij en het onderhouden van persoonlijke contacten met verschillende groeperingen onder de gebruikers van kaarten-materiaal en heeft zij haar definitieve verslag en aanbevelingen eerst opgesteld na een schriftelijke enquette naar aan leiding van een ter openbare discussie uitge bracht interim-rapport. De conclusies van de Commissie komen in grote trekken hierop neer, dat gestreefd moet worden naar de totstandkoming van een „basiskaart" van Nederland in de vorm van één uniform, grootschalig kaart-bladensysteem, uitgevoerd in een raamkaart in het stelsel van de Rijksdrie- hoekmeting en van zodanige topografsiche in houd dat deze als basis kan dienen voor aan vullingen die voor verschillende gebruikers ge wenst zijn. De commissie beveelt verder aan, dat de opbouw van dit uniforme kaartenmate- riaal en de bijhouding en uitgifte zullen geschie den onder verantwoordelijkheid van de onder getekende en wel door één centraal, daartoe technisch voldoende uitgerust apparaat, name lijk de Dienst van het Kadaster en de Openbare Registers. Tevens bepleit de Commissie de in stelling van een Centrale Kaarteringsraad als permament overleg-orgaan dat de ondergete kende kan adviseren. Onze Minister is na bestudering van de denk beelden van de Commissie Grootschalige Basis- kaart tot de slotsom gekomen dat hij zich daar mee geheel kan verenigen. Het thans genomen besluit strekt tot verwezenlijking van de in het rapport van de commissie neergelegde aanbeve lingen. Voor wat betreft de samenstelling van de Centrale Kaarteringsraad zij nog het vol gende opgemerkt. Het ligt voor de hand dat daarin in ieder geval op landmeetkundig terrein vakbekwame specialisten zitting zullen moeten hebben. Bovendien echter zal het voorgenomen kaarteringswerk zich natuurlijk uitstrekken op het terrein van verschillende departementen als ook van gemeentelijke diensten en nutsbedrij ven. Het besluit voorziet daarom in een even wichtige vertegenwoordiging van die zijden in de Raad. Het wordt bovendien, na overleg met de Ministers van Defensie, Verkeer en Water staat en Landbouw en Visserij, mede uit hun naam voorgedragen. Het ligt in de bedoeling om als eerste project een gedeelte van Noord Friesland op grootscha lige uniforme basiskaarten te gaan afbeelden. De werkzaamheden zullen nog deze herfst aan vangen. KARTOGRAFEN OP BANKPAPIER In een Belgische publikatie kon men indertijd lezen, op hoevele en op welke postzegels land kaarten, stroomgebieden van bekende rivieren, globes e.d. voorkomen, dus geografie in de fi- latecie. Indirect wordt men ook aan de geogra fie (in engere zin aan de historische kartogra- fie) herinnerd door de portretten van bekende geografen op bankbiljetten. Zeer recent b.v. heeft het Oostduitse bestuur een 1 O-mark biljet uitgegeven met de beeltenis van Alexander von Humboldt. De Belgen kennen hun 1000 fr.- biljet met het portret van Gerard Mercator, terwijl de Westduitsers Sebastian Munster afge beeld zien op een 100 mark-biljet. Dit zijn enkele bekende voorbeelden waaruit blijkt dat de belangrijkheid van de kartografie ook door de verschillende landsbesturen van deze tijd wordt onderkend. Voor wat de hier genoemden betreft, mogen we onderscheidenlijk verwijzen naar de monu mentale facsimile „Voyage aux régions équi- noxiales du nouveau continent" van von Humboldt, de met Engelse tekst uitgegeven facsimile „Atlas" van Mercator en „Münsters Cosmography", alle publikaties van Theatrum Orbis Terrarum Ltd te Amsterdam. W. K. BLAEU-ATLASSEN IN VEILING Enige maanden geleden werden bij boekhandel en antiquariaat Beijers te Utrecht zeer kostba re boeken en kaarten geveild. Uit de biblio theek van de Doopsgezinde gemeente te Am sterdam kwamen o.a. 100 bijbeluitgaven in 14 talen, waaronder verschillende eerste uitgaven. Op kartografisch gebied waren aanwezig een 17e-eeuwse paskaart van Pieter Goos op zwaar perkament en werk van d'Alembert, Ortelius, Lavoisier e,a. Het hoogtepunt van die veiling was zeker wel de ATLAS MAIOR in 11 dikke delen van Willem Blaeu en zijn zoon, een smetteloos exemplaar van de Latijnse uitgave 1662, in verguld perkamenten uitgeversban den, met uitsluitend gekleurde kaarten. De op- 187

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1975 | | pagina 19