blijft alleen het reëele deel over of Re{lVi}, dus de klassieke sinusvoorwaarde. Zijn in het centrumnet alleen lengten gemeten dan is er één voorwaarde: lm{ IT4} a143 a342 a241 211 0 met de hoeken in het linkerlid berekend volgens de cosinusregel in respectievelijk A 143, A 342 en A 241. Zo kunnen de waaiervoorwaarden dienen om ontbrekende delen van jt-grootheden te completeren met sinus en/of cosinusregel. Andere voorbeelden van waaiervoorwaarden zijn de volgende insnijdingsconstructies bij kringnetten. Hierbij is richtingsmeting met on derbroken lijnen O-O lengte meting met volle lijnen OO terwijl richtings- èn lengtemeting met dubbele lijnen is aangegeven o Als voorwaarde hebben we in beide gevallen: Re{ IV»}v123 v124v423 In het eerste geval krijgen we voor punt 4 een goede standaardellips (precisie), maar een slechte betrouwbaarheid, daar de richting 24 slecht gecontroleerd wordt. De coëfficiënt van deze richting in de gelineariseerde voorwaarde is namelijk praktisch nul, zodat de grenswaarde erg groot wordt. In het tweede geval wordt de precisie minder, maar de betrouwbaarheid be ter. Eén en ander is meetkundig ook direct te zien. Verdere voorbeelden zijn: Voorwaarde !m{W2) a123 a124 a423 Voorwaarde Im{ W2j oc123 <x124 a423 (met a124 berekend volgens de cosinusregel in A 124) (met a423 berekend volgens de sinusregel in A 423) Precisie: redelijk. Betrouwbaarheid: slecht, de lengte 24 wordt niet gecontroleerd. Dit laat ste is meetkundig niet zo gemakkelijk in te zien, maar blijkt direct na linearisering van de voor waarde waar de coëfficiënt van deze lengte praktisch nul is en dus de grenswaarde erg groot is. Tot slot nog een directe toepassing van de sinusregel bij het bepalen van een punt 3 met richting (a312) en afstand uitgaande van een gegeven polygoon. De hoeken ct312 en «l2:1 zijn ongeveer 50 gr en de hoek oo31 ongeveer 100 gr. De grenswaarden van ct3I:> en zijn oneindig, daar er geen voorwaarde en dus ook geen con trole is. Wordt bovendien gemeten dan blijft de grenswaarde van <x3]2 oneindig en wordt alleen S13 gecontroleerd. Dit "blijkt ook direct na linearisering van de sinusvoorwaarde: Wordt in plaats van ct123 de zijde gemeten dan wordt alleen a312 gecontroleerd en blijft de grenswaarde van ^13 oneindig. Dit blijkt na li nearisering van de cosinusregel: 173 2 4 5 2 3 4 4 3 V312 V312 a312 a312

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1975 | | pagina 5