/W Kort historisch overzicht van het ontstaan van de zeekaart De wetenschap hydrografie is ontstaan door dat de zeevarende speciaal voor hem vervaar digde kaarten nodig heeft. De huidige interna tionale zeehandel zou niet denkbaar zijn in dien niet beschikt werd over zeekaarten waar in alle gegevens verkregen uit hydrografische opnemingen verwerkt zijn. Reeds van oudsher beschikt de zeeman over hydrografische gegevens in één of andere vorm. Zo waren de kaarten der oude Grieken vermoedelijk hoofdzakelijk zogenaamde itine- rariën, dat zijn lineaire voorstellingen van kust lijnen, wegen en rivieren, bedoeld als schetsen van te volgen routen. De grondslagen van deze kaarten waren: breedtebepalingen aan wal, ge schatte richtingen en geschatte afstanden. Het spreekt vanzelf, dat dergelijke kaarten geen hoge graad van juistheid hadden, doch slechts dienden als illustratie van het geschreven woord. Omstreeks de twaalfde eeuw wordt het kompas in Europa in gebruik genomen, waardoor de cartografie op een hoger niveau komt te staan en tevens de vaart op open zee haar intrede doet. In de veertiende eeuw zijn het vooral de Italianen die zich onderscheiden door uitgaven van nieuw kaartwerk, gekenmerkt door de vele kompasrozen op de kaart, waardoor de naam „kompaskaart" ontstaat. Deze kaarten zijn ge baseerd op: breedtebepalingen aan de wal, kompasrichtingen en geschatte afstanden. Zij zijn van het loxodromische type, waarbij uit verschillende punten loxodromen uitstralen naar de randen der kaart. Men had zich nog geen bepaald beeld gevormd van de juiste ge daante der aarde en de gebruikte kaartprojec tie liet slechts toe, dat kleine gedeelten van de aardoppervlakte met enige nauwkeurigheid werden weergegeven; dieptecijfers werden niet gegeven, alhoewel soms ondiepten wel getekend zijn welke evenals kleine eilanden vaak overdreven groot zijn voorgesteld. De tweede grote verbetering, zowel voor de maritieme cartografie als voor de navigatie, bracht de uitvinding van instrumenten die het mogelijk maakten de breedten op zee te bepa len. Het tijdperk der Portugese en Spaanse ont dekkingsreizen in de 15e en 16e eeuw was in geluid. In de tweede helft der 16e eeuw nam bovendien het logplankje de plaats in van het gissen buitenboord. Het observeren der breedte bracht mee dat langs de rand van de kaart een breedteschaal werd aangebracht, welke tevens als afstandschaal dienst deed. De grondslagen der kaart ziet men nu veran deren in: breedtebepalingen aan wal en aan boord, kompasrichtingen en afstanden volgens de log. Deze grondslagen zijn zo gebleven tot de moderne methoden in gebruik kwamen. De zeekaarten, welke met de hand getekend en gecopieerd werden op perkament, werden voor het eerst gedrukt tegen het einde der vijftiende eeuw. Voorts is bekend, dat in 1560 de koper gravure bestond. Tegen het einde van de 16e eeuw begint het bloeitijdperk van de Nederlandse cartografie. In 1569 geeft Gerard Mercator (eigenlijk gehe ten Gerard de Cremer, geboren in 1512 te Oost Vlaanderen) een wereldkaart uit in de naar hem genoemde projectie. In november 1591 draagt Petrus Plancius een grote wereld kaart op aan de Staten-Generaal, van welke kaart hij haar op 15 april 1592 een exemplaar aanbood. Hij geeft onderricht in de zeevaart kunde en astronomie aan schippers en stuurlie den van de Indië-vaarders en ontvangt later uit de handen van deze zeelieden de resultaten van hun waarnemingen aan boord deze ver- 176

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1975 | | pagina 8