Tien jaar primair hydrostatisch waterpassen 1 door J. H. ten Damme, landmeetkundig ambtenaar A bij de Meetkundige Dienst van de Rijkswaterstaat. Op 11 augustus 1965 werd 2300 meter loden buis, gevuld met gedistilleerd water, uitgelegd in het Noord-Willemskanaal 4 km noord noordoost van de plaats Vries in Drenthe. Op dat moment was de aanvang van de vierde nauwkeurigheidswaterpassing een feit. Het ver moeden dat een hydrostatische waterpassing belangrijk nauwkeuriger kan zijn dan een waterpassing met optische instrumenten, mits de invloeden van temperatuur, luchtdruk, zon en maan nauwkeurig worden berekend, is beves tigd door een proefneming in 1962 in het IJs- selmeer. Een standaardafwijking van 0,5 mm per 5 km 0,22 mm per km) is dan haalbaar. Het is wellicht zinvol, thans een korte uitleg te geven van het principe. De hydrostatische wa terpassing is gebaseerd op de wet van de com municerende vaten. Aan beide einden van een met vloeistof (water) gevulde slang worden peil- glazen aangebracht. De vloeistofspiegels in deze peilglazen liggen in eenzelfde niveauvlak, mits aan een aantal voorwaarden is voldaan. Ten eerste moet de vloeistofmassa een ononderbro ken geheel vormen, er mogen dus geen lucht bellen in aanwezig zijn, die de communicatie verbreken. Voorts moet de vloeistofmassa in rust zijn, de luchtdruk boven beide peilglazen moet gelijk zijn en de dichtheid van de vloeistof in de niet horizontale gedeelten van de slang moet constant zijn. Eventuele afwijkingen van beide laatste voorwaarden kunnen door hulp metingen in rekening worden gebracht. De hydrostatische trajecten zijn geprojecteerd in onze Nederlandse vaarwegen (i.v.m. de reeds eerder genoemde invloeden van de temperatuur) en het transportmiddel voor de loden buis is een vaartuig. Het oorspronkelijke plan door Nederland een ijl netwerk in betrekkelijk korte tijd 2 jaar) te voltooien bleek niet te verwezenlijken. De oorzaak lag in de voortdurend toenemende vraag naar NAP-hoogten van objecten, die slechts hydrostatisch met de verlangde nauw keurigheid konden worden bepaald. Dit bete kende maar al te vaak een extra belasting van de in hydrostatisch waterpassen gespecialiseerde technici, die dan ook over het algemeen slechts de weekeinden thuis konden doorbrengen. We denken hierbij aan de waterpassingen: Naar golfmeetpalen in de Nederlandse kust wateren. Naar ondergrondse merken 150) op de bij laagwater droogvallende platen in de Waddenzee. Ten behoeve van de Deltawerken in Zee land. Naar bijzondere objecten zoals: het licht- platform „Goeree" (trajecten van 8.9 km - 13.2 km - 15.8 km - 15.8 km en 4.8 km via golfmeetpalen), het voormalige Rem- eiland (thans meetpost „Noordwijk" van de Rijkswaterstaat, 11.6 km), het boorplatform Penrod 36 in het vak L10 van het Neder landse deel van het continentale plat (171 km door een gasbuis). Niettemin nadert de vierde nauwkeurigheids waterpassing, die thans reeds 10 jaar heeft ge duurd zijn voltooiing. Het hoofdnet bestaat uit 4 kringen, waarvan de middelste twee reeds Afbeelding 1. 213 NIVEAU'

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1975 | | pagina 13