c. Hoe groot is dan de //rf-toeslag op d-A in de verkenningsformules? d. Welke voordelen heeft deze wijze van ver kennen? 4. In het circuitnet van figuur 4 is richtings meting aangegeven door onderbroken lijnen, lengtemeting door volgetrokken lijnen, rich- tings- èn lengtemeting door dubbele lijnen. Van de gegeven RD-punten is alleen het punt 5 toegankelijk. I. Beantwoordt de volgende vragen kort en zakelijk. a. Waarom wordt fasevereffening toegepast? b. Hoeveel en welke voorwaarden zijn er in de eerste fase bij het geschetste circuitnet? Geef de waaiervoorwaarden in formulevorm. c. Hoeveel en welke voorwaarden zijn er in de tweede fase? Hoe vindt deze vereffening plaats? II. De punten 31 en 33 zijn hulppunten bij de insnijding van de ontoegankelijke RD-punten 1, 3 en 7. a. Zijn deze punten hierbij onmisbaar? b. Waarom zijn ze dan toch toegevoegd? c. Waarom mogen de uiteindelijke vereffende coördinaten van punt 31 wel en van punt 33 niet gebruikt worden als vast hoofdpunt voor latere metingen en verdichting? (Zie voor de beantwoording van deel II. ook deel IV.). III. Ter verbetering en verdere verdichting van het net is later tussen de punten 31 en 33 een punt verkend waar zowel 31 als 33 te zien is (zie de aangegeven streeplijnen in figuur 4). a. Welke extra metingen zou je laten uitvoeren? b. Hoeveel en welke voorwaarden ontstaan hierdoor? c. Zou de precisie van punt 33 nu wel vol doende zijn? d. Welke voordelen zou de extra verbinding bovendien nog hebben? IV. Stel dat na de verbeteringen van III een strenge vereffening van het circuitnet niet moge lijk is en we moeten teruggrijpen op de HTW. Hiertoe moet het net opgedeeld worden in af zonderlijke polygonen die we successievelijk met methode II kunnen berekenen. a. Hoe zou je dit net opdelen? Geef in tabel vorm een duidelijk overzicht van de manier en volgorde van berekening. Maak hierbij gebruik van de notatie uit de volgende vraag. b. Geef in figuur 4 begin- en eindpunt van iedere polygoon aan met pijlen en nummer de polygoontrekken naar volgorde van berekening volgens Tj T2 T;sGeef bij iedere trek de bijbehorende verdichtingsafstanden A, A3 Teken de verdichtingscirkels. Voorbeeld: c. Waarom zijn bij deze opzet geen afsluitrich- tingen nodig? d. Waarom zou gekozen zijn voor methode II? (ga hierbij na wat de betekenis van deze metho de is in het licht van de moderne puntsbepaling met complexe getallen). e. Welke conclusies zou je uit deze HTW- verkenning kunnen trekken voor de kwaliteit van het circuitnet? Let hierbij in het bijzonder op de uitbuiging. Figuur 4. LANDMEETKUNDIG REKENEN Tijd: 150 min. 1. Talstelsels. Converteer de decimale getallen 2245 en 447 naar respectievelijk: ahet binaire stelsel, b. het octale stelsel, c. het hexadecimale stelsel. Bepaal vervolgens de som van de twee getallen in elk stelsel. 2. Wat verstaat men onder: a. een byte, b. de cyclustijd, c. het geheugen is 32K groot, 219 11 5

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1975 | | pagina 19