d. een kanaal,
e. multiprogrammering?
3. Bestandsbeheer.
a. Omschrijf de begrippen batch-verwerking en
real-time-verwerking. Geef voorbeelden van
beide.
b. Op welke verschillende manieren kan een
bestand worden bijgewerkt?
4. Externe geheugens.
a. Van een magneetband en de daarop te plaat
sen records is gegeven:
bandlengte 2400 voet
recordlengte =120 tekens
blokkingsf actor 10
dichtheid 800 bpi
blokspatielengte 0,6 inch
1 voet 12 inch
Hoeveel records kunnen op de magneetband
worden opgeslagen?
b. Waarom is een magnetische schijf in het al
gemeen beter geschikt als achtergrondgeheugen
dan een magnetische band?
5. Gegeven het onderstaande programma in
BASIC:
100 LET C 8
110 READ A, B
120 LET B INT (B)
130 GOTO B OF 150, 190, 220
140 GOTO 270
150 LET B A MAX C
160 LETC B 2
170 PRINT B, C
170 PRINT B, C
180 GOTO 110
190 LET A (A> 10) A*B
200 PRINT A, B
210 GOTO 110
220 IF NOT A AND NOT C THEN 110
230 LET A A 3
240 PRINT A
250 GOTO 110
260 DATA 4, 1.7, 0, 3.14, 11, 3, —7, 2.5,
3, .7
270 END
a. Leg de betekenis uit van de statements in
regel 120, regel 130, regel 190 en regel 220.
b. Geef volledig de uitvoer weer na het com
mando „RUN".
6. Gegeven het onderstaande programma in
BASIC:
100 READ X
110 LET R 63.662
120 LET P 3.14159/2
130 IF X 1 THEN 170
140 IF X 1 THEN 190
150 LET Y ATN (X/SQR (1 X j- 2)) *R
160 GOTO 210
170 LET Y P*R
180 GOTO 210
190 LET Y P*R
200 DATA 1, .5, - .5
210 PRINT USING 220; Y
220 IMAGE „Y S3D.4D
230 GOTO 100
240 END
a. Geef volledig de uitvoer weer na het com
mando „RUN".
b. Wat voor soort berekening wordt hier uitge
voerd?
Gegeven:
Coördinaten A: Xa en Ya
D: Xd en Y(l
Rechten
(1): a,X Y b, 0
(3): X b, 0
(4): a4X Y b4 0
(2): staat loodrecht op (1) en passeert A op
afstand AB
Cirkels
(a): Raakt aan rechte (2) in T,
T.2 is het punt van de cirkel dat het dichtst
bij de rechte (3) is gelegen.
bRaakt in T2 aan cirkel a
Raakt in T3 aan rechte (4)
Passeert punt D op afstand ED
Heeft als straal Rh
Gevraagd: Beschrijf de berekening (stap voor
7.
220