plichtingen met betrekking tot hun erven om
zetten in erfdienstbaarheden? Motiveer.
4. A, eigenaar van een onbezwaard stuk land
verkoopt dit aan B voor 15.000 gulden. A zal
bij de levering aan B 15.000 gulden lenen; hier
voor krijgt A dan van B een recht van hypo
theek op dat stuk land. Op 1 oktober wordt de
notariële akte van overdracht en van hypotheek
verleden en dezelfde dag de levering overge
schreven en de hypotheek ingeschreven. Daar
voor had echter A, ook op 1 oktober, aan C,
bij een akte ten overstaan van andere notaris
verleden, hypotheek gegeven op hetzelfde stuk
land voor een schuld van hem van ook 15.000
gulden. Het borderel van deze hypotheek wordt
één uur na de bovengenoemde over- en inschrij
ving in de openbare registers ingeschreven.
a. Wat is het gevolg van deze handelingen ten
aanzien van deze twee hypotheken? Motiveer.
b. Wat zou het gevolg zijn geweest, wanneer op
die eerste oktober de hypotheek van C het eerst
was ingeschreven?
5. A wordt, ten gevolge van een valse voor
spiegeling door B, ertoe gebracht zijn huis aan
B te verkopen en te leveren. Enige tijd later
verkoopt en levert B dit huis aan C. Hierna
bemerkt A dat hij door B bedrogen is, en ver
zoekt de rechter de koopovereenkomst te ver
nietigen. A heeft succes.
a. Maak aan de hand van bovenstaande situatie
duidelijk welke de voordelen en/of de nadelen
zijn van het door de rechter te hanteren, cau
sale of abstracte stelsel met betrekking tot deze
leveringen.
b. In hoeverre speelt de problematiek van het
causale of abstracte stelsel een rol bij de juri
dische levering van roerende goederen? Moti
veer.
Bestuursrecht
6. De totstandkoming van een bestemmingsplan
is met meer waarborgen voor de burger om
geven, dan de totstandkoming van andere plan
nen op het terrein van de ruimtelijke ordening.
Waarom bestaat dit verschil in rechtsbescher
ming, en waaruit bestaat deze bescherming?
7. Zowel art 15 WRO als artikel 19 WRO
geven aan B W een vrijstellingsmogelijkheid.
Welke bezwaren zijn er aan te voeren tegen de
vrijstellingsmogelijkheid van artikel 19 WRO en
waarom gelden deze bezwaren niet ten aanzien
van artikel 15 WRO?
8. Voor de uitvoering van werken is soms een
aanlegvergunning nodig en soms een bouwver
gunning. Hierdoor kan de overheid de doel
stellingen van bestemmingsplannen handhaven.
a. Voor de uitvoering van welke werken heeft
men een bouwvergunning nodig, en wanneer
heeft men een aanlegvergunning nodig?
b. B W beslissen omtrent de aanvrage tot
deze vergunningen met redenen omkleed. Welke
beslissingen zijn er mogelijk, en met welke rede
nen zijn deze beslissingen omkleed?
9. Een gemeente wil een riolering aanleggen.
Volgens haar plannen moet deze riolering op
een paar plaatsen gelegd worden in particuliere
grond.
aWelke mogelijkheden staan de gemeente ter
beschikking om de uitvoering van dit werk te
realiseren?
b. Stel dat de gemeente zo snel mogelijk met de
uitvoering wil beginnen. Stel verder dat zij,
noodgedwongen, gebruik moet maken van de
mogelijkheden die de Belemmeringenwet Pri
vaatrecht aan de gemeente biedt. Wanneer kan
de gemeente beginnen met de uitvoering, en
wat moet de gemeente hiertoe doen?
10. Een gemeente wil van A een stuk land
onteigenen in het belang van de ruimtelijke
ordening van de volkshuisvesting. Bovendien
wil de gemeente aan A, eigenaar van nog een
ander stuk land, een gedoogplicht opleggen op
grond van de Belemmeringenwet Privaatrecht.
Los van een eventueel geschil omtrent de hoogte
van de schadevergoedingen, wil A zich verzet
ten tegen deze onteigening en gedoogplicht-
oplegging.
a. Welke mogelijkheden van administratief be
roep en/of administratieve rechtspraak staan
er voor A, in welke fase, open?
b. Wat zijn de beroepsgronden die A in deze
procedures kan hanteren? (Voor elke procedure
apart vermelden).
CIVIELE TECHNIEK Tijd: 150 min.
1.
Van een weggedeelte met een algemeen dwars
profiel als bovenstaand en een lengte van
474,84 m is gegeven
223