staat het beeld rechtlezend op de drukplaat in
die laatste techniek? Verklaar dit.
Eventueel te gebruiken formules.
In de boldriehoek ABC met zijden a, b, c en
hoeken A, B, C geldt:
cos a cos b cos c -f- sin b sin c cos A
(le cos-regel)
cos A cos B cos C -f- sin B sin C cos a
(2e cos-regel)
sin a sin A
sin b sin B
(sin-regel)
cotg a sin b cotg A sin C
cos b cos C (cotg regel)
cos b sin c sin b cos c cos A
sin a cos B (le sin/cos regel)
cotg a sin c cotg A sin B
cos c cos B (cotg regel)
cos B sin C -f- sin B cos C cos a
sin A cos b (2e sin/cos regel)
Is de boldriehoek rechthoekig in C dan geldt
bovendien:
tg a cos B tg c (cotg regel)
cos c cos a cos b (le cos regel)
sin a sin A sin C (sin regel)
KADASTER EN RUILVERKAVELING
Tijd: 150 min.
A. Kadaster
1. a. Welke gebeurtenissen leidden er toe dat
in Nederland een kadaster werd ingevoerd?
b. Wat waren de belangrijkste doeleinden van
dit kadaster?
c. Was er in Nederland eigenlijk wel behoefte
aan een kadaster? Zijn er historische feiten aan
te duiden die een inzicht verschaffen met be
trekking tot de beantwoording van deze vraag?
d. Wat zijn de belangrijkste doeleinden van het
kadaster nu?
e. Zijn er toekomstige ontwikkelingen in het
takenpakket van het kadaster te onderkennen?
2. a. Noem enige verschillende vormen van
eigendomsverkrijging, die via het openbaar re
gister in de legger worden verwerkt.
b. Noem er één die niet volgens het openbaar
register in de legger wordt bijgewerkt.
c. Noem enkele vormen van eigendomsverkrij
ging die wellicht in het geheel niet ter kennis
van het kadaster komen.
3. In hoeverre heeft het beginsel van de spe
cialiteit voor zakelijke zekerheidsrechten een
andere betekenis dan voor zakelijke genots-
rechten?
4. Geef een beschouwing over het negatieve
stelsel van boeking van zakelijke rechten op
onroerend goed, zoals dat in Nederland wordt
toegepast. Betrek daarbij de lijdelijkheid van de
hypotheekbewaarder en het beginsel van de
publiciteit.
5. Wat is „de verwijzing" in de staat 75? Waar
om c.q. waarvoor is deze zo belangrijk?
6. Waarom verricht het Kadaster hermetingen?
Heeft een hermeting juridische betekenis? Licht
uw antwoord uitvoerig toe.
7. Geef een beschouwing over „appartemen
ten". Behandel alleen de belangrijkste aspecten.
B. Ruilverkaveling
1. Welke diensten, commissies en personen zijn,
na de stemmingsvergadering, bij de uitvoering
van een ruilverkaveling betrokken? Geef een zo
volledig mogelijke opsomming en beschrijf
daarbij in het kort de taken.
2. Ingevolge art. 13 van de Ruilverkavelingswet
1954 kunnen kavels aan openbare lichamen
worden toegewezen. Beschrijf zo uitvoerig mo
gelijk welke rechten de eigenaren van ter plaatse
liggende percelen kunnen doen gelden m.b.t.
toedeling in geld of grond.
3. Wat is, in de zin der Ruilverkavelingswet,
een rechthebbende? Wie stelt de lijst van recht
hebbenden samen? Waarom is deze lijst zo be
langrijk? Is het mogelijk bezwaar te maken
tegen de lijst? Zo ja, hoe loopt dan de bezwa
renprocedure tot in hoogste instantie?
4. Wie ontwerpt het plan van toedeling? Zijn er
„wettelijke richtlijnen" voor? Zijn er ook an
dere richtlijnen? Zo ja, wie, c.q. welke instan
tie^) is/zijn dan bij het samenstellen van deze
richtlijnen betrokken?
5. Een ruilverkavelingsblok kan vergroot of
verkleind worden. Tot welk tijdstip is dit mo
gelijk? Wie vraagt het aan? Wie beslist?
6. Hoe wordt een Waterschap eigenaar van de,
in het ruilverkavelingsblok aangelegde, nieuwe
waterlopen? Kan het Waterschap tegen deze
toewijzing bezwaar maken? Zo ja, in welk sta
dium van de procedure en bij wie?
7. Een eigenaar van 17 jaar wordt opgeroepen
voor de stemming ten behoeve van een ruilver
kaveling. Kan hij stemmen als eigenaar? Kan hij
stemmen als gemachtigde?
225