geven doelstelling van 90.000 ha vrijwel ge realiseerd. Tot eind met 1975 zijn voor 30.000 ha plannen door de Centrale Cultuurtechnische Commissie (CCC) goedgekeurd en aan de be trokken colleges van gedeputeerde staten aan geboden. De begrotingsbedragen die voor ruilverkave lingen beschikbaar zijn, maken een verant woorde voortgang van de uitvoering mogelijk. Voor 1976 is 197.8 min op de begroting geplaatst voor de uitvoering van ruilverkave lingen, waarvan 172.8 min voor de uitvoering van werken en 25 min voor SBL-overdrach- ten. Daarnaast kan op een bedrag van 65 min aan bijdragen van derden en EOGLF-bijstand worden gerekend. In totaal is dus een bedrag van 262.8 min beschikbaar. Bij de beoordeling van het voor de uitvoering van ruilverkavelingen beschikbare bedrag moet mede rekening worden gehouden met de reeds enige jaren geringere oppervlakte ruilverkave ling die in uitvoering is genomen, terwijl tevens de gemiddelde uitvoeringskosten per ha niet evenredig zijn gestegen als gevolg van in het verleden reeds uitgevoerde verbeteringswerken in deze gebieden in het kader van waterschaps- of gemeentewerken. Voor de uitvoering van plannen ter verbetering van de infrastructuur in het landelijke gebied door waterschappen en gemeenten met een bijdrage van de Cultuurtechnische Dienst (de zogenaamde A2-Werken) kan met het op de begroting uitgetrokken bedrag van 35 min aan de subsidie-aanvragen in voldoende mate worden voldaan. Grondreserve In toenemende mate wordt het welslagen van ruilverkavelings- c.q. landinrichtingsprojecten bepaald door de omvang van de beschikbare grondreserve van de Stichting Beheer Land bouwgronden (SBL). In dit kader is in de achterliggende periode een aantal maatregelen getroffen om het aankoop beleid in de voorbereidingsfase te versterken. Dit betreft met name de verbetering van de regeling afkoop potentiële toedelingsrechten en de vervroeging van de start van het aankoop beleid met enkele jaren. De bewindsman hecht er grote waarde aan deze lijn verder door te trekken, omdat de tijdige beschikbaarheid van een grondreserve de uitvoering van de werken kan bespoedigen en het landbouw-structurele effect kan versnellen. Bovendien kan het de problemen ten aanzien van het te volgen prijs beleid verlichten. BIJ RESTRICTIEF BEGROTINGSBELEID VOLDOENDE ARMSLAG VOOR „LANDBOUW EN VISSERIJ" De voortgang van de in uitvoering zijnde ruil- verkavelingswerken acht de minister van land bouw en visserij gewaarborgd met beschikbaar stelling van 197,8 min (vorig jaar 220,4 min) waarvan 172,8 min (was 195,4 min) voor rijksbijdragen en voorschotten en evenals vorig jaar 25 min voor grondoverdrachten aan de Stichting Beheer Landbouwgronden (SBL). Voorts wordt gerekend op 65 min aan bij dragen van derden en bijstand uit het Europese Landbouwfonds samen (was 56 min). Hier mee komt een totaal investeringsbedrag van 262,8 min (in 1975 276,4 min) beschik baar voor het uitvoeringsprogramma van ruil- verkavelingswerken in 1976. Voor aankoopactiviteiten van de SBL is 31,5 min begroot (was 34,5 min). Uit deze post moeten wederom de Staatsbosbeheeraankopen betaald worden, waarvoor ca. 10 min is ge raamd. Voor bijdragen in werken van waterschappen en gemeenten op het gebied van ontsluiting en waterbeheersing is 35 min (was 39,5 min) gereserveerd. Evenals vorig jaar kan bovendien op 1 min bijdrage worden gerekend uit het Europese Landbouwfonds. Het totaal voor het Ontwikkelings- en Sane ringsfonds voor de Landbouw beschikbare in vesteringsbedrag wordt evenals voor 1975 ge steld op 85,2 min exclusief een bedrag dat nog in Brussel gedeclareerd kan worden. Het garantie-aandeel van het Rijk in het Borg stellingsfonds voor de Landbouw wordt met 25 min verhoogd tot 150 min. Inclusief het oorspronkelijke kapitaal heeft dit fonds thans een draagkracht van 190 min (was 165 min). Voor het landbouwkundige onderzoek wordt voor 1976 131,5 min gevraagd (was 113,1 min); voor het landbouwonderwijs 418,8 min (was 365,6 min), waarvan voor de Landbouwhogeschool 157,3 min (was 133 min). Bevordering van produktie en afzet (in 1975 175,6 min) zal 182,4 min vergen. Hierin is begrepen voor accijnsrestitutie minerale oliën, alsmede voor steun i.v.m. de prijsontwikkeling van stookolie aan de glastuinbouw 28,5 min. Voor het veterinaire en fytosanitaire beleid samen zal 98,3 min nodig zijn (was 86,9 min). Staatsbosbeheer en Faunabeheer samen zijn begroot op 83,9 min (was 79,2 min). 264

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1975 | | pagina 16