-f' V
v,
Examen voor Landmeetkundig Ambtenaar A
van het Kadaster 1 975
LANDMEETKUNDE
Tijd: 3 uur
1. De drie ten noorden van de straatweg ge
legen percelen moeten worden opgemeten
t.b.v. een kaart op grote schaal. Maak het
veldwerk waaruit een goede opmeting van deze
percelen blijkt. De meetgetallen kunnen wor
den geschat.
2. Het punt A ligt op de top en het punt B
aan de voet van een helling. Het hoogtever
schil tussen de punten A en B is 10 a 12 m,
de afstand tussen de punten A en B is ongeveer
50 meter. Geef duidelijk aan hoe de (horizon
tale) afstand tussen de beide punten m.b.v.
een rouleau moet worden bepaald.
Hoe wordt de afstand bepaald bij een hoogte
verschil van 1 a 2 m, maar overigens dezelfde
afstand, tussen de punten?
Kunt u aangeven hoe met zeer eenvoudige
hulpmiddelen het hoogteverschil, met vol
doende nauwkeurigheid, wordt bepaald?
3. Door welke punten gaat de vizierlijn van de
richtkijker van een theodoliet?
Wat is de werkwijze van een optische micro
meter zoals ingebouwd in de afleesinrichting
van de rand van een theodoliet?
4. Welke opstellings- en regelingseisen gelden
bij het werken met een theodoliet?
Wat kan men doen als niet voldaan is aan
deze eisen?
5. In de grenzen van het perceel 2700 staan
buizen die zijn aangeduid met een cirkeltje.
De lange gevel van het huis op het perceel
loopt evenwijdig met de zuidgrens (BC).
Het huis op het perceel 2700 wordt gesloopt.
Het perceel moet worden getransformeerd tot
een perceel met grenzen AB (krom), BC, CD
en DA met dezelfde grootte als die van het
perceel 2700. De hoek BCD moet recht wor
den.
Gevraagd de meting te beschrijven die nodig
is om na de sloping van het huis de punten
C en D op het terrein uit te kunnen zetten.
*7°'
6. De hoekpunten A, B en C van het perceel
2701 zijn in het terrein met grensstenen aan
gegeven.
Beschrijf de meting die nodig is om op het
verlengde van de grens AC een punt D te vin
den dat zodanig is gelegen dat de grootte van
het perceel ABD gelijk is aan die van het per
ceel 2701.
GROOTTEBEREKENING
Tijd: 3 uur voor opgave 1 en 2 samen.
1.
De eigenaar van perceel 3471 komt met de
eigenaar van perceel 3472 overeen dat hij van
perceel 3472 200 ca zal aankopen.
De nieuwe grenzen van het aan te kopen ge-
z?oo
L
r>r/// /Jy//////A
266