in de openbare registers, dan heeft men een stelsel dat onvolledig en negatief wordt ge noemd. Onvolledig omdat niet alle rechtshan delingen gepubliceerd behoeven te worden en negatief, omdat ten aanzien van het wel gepu bliceerde de rechtsgeldigheid ervan niet wordt gegarandeerd. Ook is het mogelijk dat wel wordt onderzocht of aan alle in de wet ge noemde formele eisen voor de rechtsgeldigheid is voldaan, zonder na te gaan of de vervreem- der bevoegd was en of de levering inderdaad heeft plaatsgevonden, omdat het dan geen nega tief stelsel meer zou zijn. Samenvattend kan men dus zeggen, dat een positief stelsel zekerheid biedt aan de verkrij ger te goeder trouw en een negatief stelsel ze kerheid aan de eigenaar en onzekerheid ten aanzien van het verkrijgen van rechten biedt. Dit hangt ten nauwste samen met de begrippen causaal of abstract stelsel van rechtsovergang: bij een causaal stelsel is de levering niet meer geldig wanneer daaraan de grondslag is ont vallen (negatief stelsel), terwijl bij een abstract stelsel de levering wel geldig blijft wanneer daar naderhand de titel aan ontvalt (positief stelsel). 4. Beschrijving van stelsels 4.1 Positieve stelsels Zoals reeds vermeld is, komen nergens abso luut positieve stelsels voor. Wel bestaat er een grote variatie aan quasi-positieve stelsels. De onderlinge verschillen tussen de verschillende stelsels worden o.a. gevormd door de vorm die aan de publikatie wordt gegeven (het gebruik van meetbrief of eigendomscertificaat), de waarde en de betekenis van de kaart en het al dan niet verplicht zijn tot afpaling van de gren zen. Positieve stelsels komen voor o.a. in Duits land, Oostenrijk, Zweden, Spanje, Tunis, Zwit serland en Australië. In de volgende paragrafen wil ik het grondboek van Duitsland en het Australische Torrenstelsel toelichten om daarna in hoofdstuk 4.3.1 nog iets te zeggen over andere positieve stelsels. Alvorens hiertoe over te gaan, wil ik nog het feit vermelden, dat een grondboek op twee verschillende wijzen kan worden ingericht. Ten eerste door van elk stuk grond of elk huis (dus van elk perceel) een afzonderlijk blad aan te leggen in het register. Op welk blad dan alle bijzonderheden van het perceel zoals de eige naar (diens naam, geboortedatum, burgerlijke stand en eventuele beperkingen in zijn be- voegdheid), andere rechthebbenden en even tuele op het perceel rustende hypothecaire kredieten. Een dergelijk blad noemt men een Realfolium. Ten tweede door uit te gaan van de eigenaar en al diens percelen met alle daar op betrekking hebbende bijzonderheden te ver melden op een blad, dat men dan een Personal- folium noemt. 4.1.1 Het Duitse grondboek Het Duitse grondboek is geregeld in het „Bür- gerliches Gesetzbuch" en de „Grundbuch Ord- nung". Het is een quasi-positief stelsel; wie dus te goeder trouw en krachtens een geldige titel het recht van b.v. eigendom verkrijgt van een ingeschreven eigenaar, verkrijgt door inschrij ving van de overeenkomst in het grondboek zelf het recht van eigendom. Deze inschrijving geschiedt niet zonder meer. Om te kunnen plaatsvinden is de zogenaamde „Auflassung" nodig. Dit is een zakelijke overeenkomst, die los van haar oorzaken (de obligatoire overeen komst) wordt gesloten ten overstaan van een rechter: de grondboekrechter (Grundbuchrich- ter). De „Auflassung" wordt door de rechter ingeschreven als er een onderzoek is gepleegd naar de volgende punten: a. de vatbaarheid voor inschrijving van het recht b. de identiteit van de betrokken partijen c. hun toestemmen in en aanvaarden van de overdracht d. het in acht genomen zijn van de wettelijk voorgeschreven formaliteiten e. het volgens het grondboek beschikkings bevoegd zijn van de vervreemder. De grondboekrechter onderzoekt dus niet of de rechtshandeling rechtsgeldig is d.w.z. of de vervreemder werkelijk beschikkingsbevoegd was. Ook het bestaan van een obligatoire over eenkomst, als basis voor de zakelijke overeen komst, wordt evenmin als het feit, of de leve ring werkelijk geschiedt, onderzocht. Hieruit blijkt dat de inschrijving niet automatisch be tekent, dat de ingeschrevene de werkelijke eige naar is omdat dan het onderzoek veel uitge breider zou moeten zijn. Slechts de derde, die te goeder trouw op de juistheid van de inschrij ving van iemand als eigenaar of rechthebbende afgaat, wordt beschermd. Dit komt dus overeen met het systeem, dat in Nederland wordt ge handhaafd ten aanzien van roerend goed, name lijk dat bezit geldt als volkomen titel en dat ook de derde, die afgaat op het feit, dat iemand 286

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1975 | | pagina 10