De juridische levering vindt plaats door de
boeking van de akte in het dagregister en niet
door de „overschrijving" in het overschrij-
vingsregister en dus op de dag, dat de akte
binnenkomt op het kantoor van de registreren
de instantie: het kantoor van de bewaarder van
de hypotheken, het kadaster en de scheepsbe-
wijzen. Deze inschrijving wil echter niet zeg
gen, dat de levering rechtsgeldig is, want er is
niet onderzocht of aan alle eisen voor het gel
dig zijn van de levering is voldaan.
Men kan alleen eigenaar worden als men krach
tens een rechtsgeldige in de openbare registers
overgeschreven titel heeft verkregen van een
beschikkingsbevoegde, wat is gebaseerd op de
regel, dat niemand meer rechten kan over
dragen dan hij zelf bezit. Iemand, die het
recht van eigendom niet bezit, kan dit nooit
overdragen en dus nooit een ander eigenaar
maken. Dit geldt voor elke levering. Wil men
zeker weten, wie de eigenaar is van een bepaald
stuk onroerend goed dan zal men, omdat de
registers hierover geen zekerheid bieden, een
onderzoek moeten plegen naar de wijze waarop
de rechtsvoorgangers van de ingeschrevene hun
rechten hebben verkregen. Dit onderzoek moet
doorgaan tot men stuit op een originaire wijze
van eigendomsverkrijging. Dit kan b.v. verjaring
zijn. De verjaring is geregeld in de zevende titel
van het vierde boek van het Burgerlijk Wetboek,
waarbij artikel 2000 de termijn aangeeft, die
verstreken moet zijn, wil men eigenaar kunnen
worden van onroerend goed door middel van
verjaring. Na het verstrijken van een dergelijke
termijn kan men dus, als er ook aan de andere
eisen b.v. bezit te goeder trouw, is voldaan, een
beroep doen op verjaring en als eigenaar gel
den. Het terugzoeken in de registers hoeft
daarom, tenzij er zich feiten voordoen, die de
verjaring stuiten, niet verder in de tijd terug te
gebeuren dan het aantal jaren van de langste
verjaringstermijn (30 jaar).
Het negatief zijn van het Nederlandse stelsel
houdt in, dat ontkend wordt wat niet gepubli
ceerd is. Dit geldt echter niet voor vormen van
eigendomsverkrijging, waarvoor geen juridische
levering vereist is. Met als gevolg, dat bij eigen
domsovergang tengevolge van het overlijden
van de eigenaar, door boedelmenging en door
verjaring, de registers niet de werkelijke eige
naar weergeven.
Een ander belangrijk aspect van het negatieve
stelsel is de lijdelijkheid van de registrerende
instantie. De lijdelijkheid van de hypotheek
bewaarder is gebaseerd op artikel 1268 van het
Burgerlijk Wetboek en de genoemde Konink
lijke Besluiten. Volgens dit artikel mag de be
waarder geen enkele akte weigeren over te
schrijven of deze overschrijving te vertragen,
omdat hij van mening is dat de overschrijving
geen levering krachtens artikel 671 tot gevolg
kan hebben. Omdat aan een rechtsgeldige
eigendomsovergang meer eisen zijn verbonden
dan aan de overschrijving in de registers, is
het goed mogelijk, dat de overschrijving wel
plaats vindt maar geen rechtsgevolgen en ook
geen eigendomsovergang in de kadastrale boek
houding tot gevolg heeft. Akten, waaraan der
gelijke gebreken kleven, hebben dus ondanks
de overschrijving geen rechtsgevolg omdat de
overschrijving de eigendom niet doet overgaan.
In de praktijk wordt bij een dergelijke akte de
betrokken notaris, nadat de akte is overge
schreven omdat dit niet geweigerd mag worden,
gewaarschuwd, dat er iets niet in orde is met
de akte. De notaris kan dan met medewerking
van de betrokken partijen een rectificatie-akte
opmaken. Dit betreft alleen de benodigde wet
telijke formaliteiten, waaraan voldaan moet
worden wil een akte rechtsgeldigheid bezitten,
naar de bevoegdheid van de vervreemder wordt
geen onderzoek ingesteld, omdat deze niet uit
de registers blijkt. De hypotheekbewaarder is
dus niet zo lijdelijk als hij theoretisch zou moe
ten zijn. Wat in het voorgaande gezegd wordt
over het recht van eigendom en over de eige
naar, geldt ook ten aanzien van de kadastrale
grenzen, zoals deze op de kaart zijn weerge
geven5). Ook hier biedt de kaart geen zeker
heid, dat de kadastrale grens ook de rechts
grens en de werkelijke grens is. Dit geldt ook
voor de kadastrale aanduiding. Blijkt namelijk
uit de akte, dat de bedoeling van partijen was
een ander stuk grond over te dragen dan het
kadastrale perceel, dan gaat dat stuk grond
over. Een van de redenen hiervoor is, behalve
het principe van de negativiteit, het feit dat het
kadaster niet is opgezet als een onroerend goed
registratie, met als doel het weergeven van de
rechten en de rechthebbenden op onroerend
goed, maar als een belastingkadaster met als
doel een betere heffing van de grondbelasting.
4.3 Andere stelsels
Het is de bedoeling van dit hoofdstuk om van
een aantal andere negatieve en positieve stelsels
de voor die stelsels typerende kenmerken te
289
5. In de praktijk komen de kadastrale grenzen meestal
wel overeen met de werkelijke eigendomsgrenzen.