in de steden, het opkomen van nieuwe indus triesteden en het ontstaan van nieuwe maat schappelijke standen. Ook verdwijnen de oude politieke stelsels door revoluties en opstanden en doet het begrip democratie op grote schaal zijn intrede in het denken van de mensen. Het gezag is niet langer onaantastbaar. Deze ge beurtenissen spelen zich af in een tijdsverloop van tientallen jaren. De 19e eeuw wordt dan ook gekenmerkt door machtsverschuiving en door de strijd tussen de maatschappelijke klas sen. De twee gedachten, die in de eerste helft van deze eeuw tegenover elkaar staan, zijn: le de liberale gedachte, dat iedereen dezelfde rechten heeft, waarvoor hij zelf moet opkomen en de gedachte dat het leven een strijd is, waar bij de beste overwint (Darwinisme) en aan de overheid slechts een zeer geringe taak is toebe deeld. 2e de regering (vaak gevormd door een aristo cratie) heeft door het feit, dat haar leden en degenen op wie zij steunt behoren tot een klasse die gevormd wordt door van nature betere men sen, het recht en de plicht te regeren en de samenleving te controleren. Door allerlei oorzaken ontstaat in de tweede helft van de eeuw een nieuwe denkwijze, die steeds meer terrein wint, vooral onder invloed van de zeer slechte omstandigheden waaronder grote gedeelten van de bevolking gebukt gaan. Deze omstandigheden zijn o.a. het gevolg van het ontkennen van mede-verantwoordelijkheid voor het lot van zijn medemensen, dat kenmer kend is voor het liberalisme en het kapitalisme. De nieuwe denkwijze, die in de hedendaagse maatschappij vrijwel vanzelf spreekt, houdt in dat de overheid moet zorgen, dat een ieder de zelfde rechten heeft en dat deze door de over heid gegarandeerd worden. Verder heeft de overheid tot taak te zorgen voor een goed func tionerende samenleving. Wat heeft dit alles nu met publiciteitsstelsels te maken? Het verband is m.i. duidelijk aan wezig, omdat de waarde die men aan een pu- bliciteitsstelsel hecht en de vorm die men er aan geeft, samenhangen met de denkwijzen, die men hanteert t.a.v. de taak van de overheid. Zo is bijv. het Nederlandse Kadaster ingevoerd in een tijd, dat men de taak van de overheid en de invloed, die deze diende te hebben op de rechten van de private burger, zo gering moge lijk wilde doen zijn. Toen Napoleon het in stelde, maakte het dan ook deel uit van een groot pakket van hervormingen in sociaal en maatschappelijk opzicht (Code Civil, instelling achternaam en de invoering van rechtvaardige belastingen). Al moet wel gezegd worden, dat het belang van de Franse staat in de persoon van de keizer zeker niet vergeten werd. Nu tegenwoordig de rol van de overheid groter wordt, wordt ook de roep om een stelsel in te voeren, waarbij aan de overheid een grotere verantwoordelijkheid en dus een grotere invloed wordt toegekend, groter. Een ander feit is dat in koloniën, waar het gezag ook zeer sterk was, bijna altijd stelsels zijn ingevoerd, die het gezag grote invloed toekenden, en dat in Engeland, waar zowel het grootgrondbezit is gehandhaafd en het liberalisme grote invloed heeft gehad, geen publiciteitsstelsel is ingevoerd. 3, Publiciteitsstelsels Publiciteit is het principe, dat een ieder kennis kan nemen van de rechten op onroerend goed en de daarop betrekking hebbende rechtshan delingen. Het stelsel, dat men hanteert, geeft dus aan welke vorm en waarde men geeft aan deze openbaarmaking. Vandaar ook dat de rechtsgevolgen van de publikatie per stelsel verschillen en dat in deze scriptie de volgende aspecten besproken worden: de zekerheden van de rechthebbende ten aanzien van hun recht en de begrenzing van dat recht, de wijze van pu blikatie en de registrerende instantie. Op deze punten verschillen de stelsels bovendien het meest. Ten aanzien van publiciteitsstelsels kan men een hoofdverdeling maken in stelsels met een positieve en met een negatieve rechtskracht. Deze staan wat betreft eigenschappen en rechtsgevolgen tegenover elkaar. In de praktijk bestaan er vele schakeringen; zuiver positieve of zuiver negatieve komen zelfs nergens voor. In de volgende paragrafen zullen een aantal van de belangrijkste eigenschappen van respec tievelijk het positieve en het negatieve stelsel worden besproken. 3.1 Het positieve stelsel Het begrip positief stelsel houdt in, dat het geregistreerde gegarandeerd wordt als zijnde de juiste toestand. Als iemand dus geregistreerd staat als rechthebbende op een bepaald recht op een bepaald stuk onroerend goed, dan is dit juist en kan het door niemand worden be twist. Hetzelfde geldt voor de grenzen: de ka dastrale grenzen worden geacht de werkelijke grenzen te zijn. Dit heeft tot consequentie, dat de grenzen zeer nauwkeurig moeten worden bepaald en opgemeten. Bovendien ook, dat de kaartering zo nauwkeurig mogelijk dient te geschieden, wil men de opgemeten en gekaar- teerde grenzen kunnen garanderen als zijnde 284

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1975 | | pagina 8