3. Mogelijkheden van de reductiemethode in combinatie met minimalisering van geheugenruimte In computerprogramma's voor kleinste-kwadraten- vereffening wordt de grootte van de benodigde ge heugenruimte in hoofdzaak bepaald door de ma trix van de coëfficiënten van normaalvergelijkingen, zowel bij het eerste als bij het tweede standaard vraagstuk. Bij het Laboratorium voor Geodetische Rekentech niek zijn een aantal programma's en programma systemen ontwikkeld vooral voor het vereffenen van puntsbepalingsnetten, deze worden ook voor het berekenen van praktijknetten van o.m. het Ka daster gebruikt. In de loop der jaren (vanaf 1958) heeft zich bij het ontwerpen van deze programma's voor wat be treft de te gebruiken reductie/inversie-methode in relatie tot de wijze waarop op geheugengebruik be spaard wordt, de volgende ontwikkeling voorge daan. Aanvankelijk maakte men gebruik van een inversie methode voor het berekenen van (gTP) - respectie velijk (gnP) van het tweede standaardvraagstuk en voerde de overige berekeningen uit door matrix- vermenigvuldiging. Aangezien (gpT) en (gpa) altijd symmetrisch zijn, werd alleen het onderdiagonaal- gedeelte daadwerkelijk in het geheugen van de ma chine bewaard. Later werd het concept van de zogenaamde zeef- matrices ingevoerd, waardoor een aanzienlijke be sparing werd verkregen en dus de grootte van de netten die men toen op de beschikbare computer kon berekenen toenam. Op het IBM 360-systeem kon een kringnet met maximaal 100 punten berekend worden; thans heb ben wij de beschikking over een IBM 370/158 en is deze bovengrens naar 1200 onbekenden of 400 punten verschoven. Zeefmatrices worden verkregen door van een ma trix die veel nullen bevat (een ijle matrix) alle ele menten die nul zijn weg te laten en alleen de ove rige elementen met een aantal administratiegetallen op te slaan. Dit geschiedt zodanig dat de oorspron kelijke matrix of een deel daarvan altijd weer ge reconstrueerd kan worden; men raadplege voor de uitwerking hiervan [3], [4] en [5]. De matrices in het eerste standaardvraagstuk en ain het tweede* zijn bij puntsbepalingsnet ten altijd ijle matrices. De laatste heeft in het geval van richtingsmeting en pseudo-lengtemeting slechts een aantal elementen ongelijk aan nul van vijf maal het aantal waarnemingen. Voor een net met 50 punten en 200 waarnemingen betekent dit dat on geveer 3% gevuld en dus 97% leeg is. In de meeste gevallen wordt een gids opgesteld waarin alleen (g?T) en (yp) worden ingevuld; na reductie wor den dan (gTp(Yt) enSverkregen, de overige for mules worden door matrixvermenigvuldiging uitge voerd, waarbij speciale procedures zijn gemaakt voor het behandelen van de zeefmairices. In het tweede standaardvraagstuk wordt op analoge wijze gehandeld. Van het feit dat de coëfficientenmatrices van de normaalvergelijkingen zelf bij netten van enige om vang eveneens ijle matrices zijn, werd tot nu toe geen gebruik gemaakt. Fig. 6 geeft een beeld van de vullingsgraad van deze matrices bij triangulatie- netten en bij kringnetten, terwijl tevens het totaal aantal getallen als symmetrische matrix (trapmatrix) is aangegeven. - Fig. 6. In beginsel zou van de ijlheid op twee manieren ge bruik gemaakt kunnen worden: a. door alleen voorwaartse reductie toe te passen op de wijze als in 2.1. is aangegeven, of b. door de oplossing van de normaalvergelijkingen en de inversie van de matrix langs iteratieve weg te bereiken. In geval a. zal de ijlheid van de matrix na reductie zijn afgenomen, omdat een aantal nullen verdwijnt; in geval b. kan de matrix ongewijzigd blijven. Beschouwen we nu mogelijkheid a. nog iets nader, dan blijkt het mogelijk te zijn door middel van voorwaartse reductie mede gebruik makend van de ijlheid van de matrix willekeurige elementen van de inverse te berekenen zonder daarvoor eerst de gehele matrix te hoeven berekenen; hetzelfde 318 (c1 matrix van coëfficiënten van de correctie- a vergelijkingen. Aantal g«tallen 1 1 1 1 PUNTSBEPALING MATRIX (9/3 1 1 1 1 1 1 1 f/ ff ms sDl- 0 50 100 150 Aantal punten

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1975 | | pagina 10