Van
de
voorzitter
Geachte lezer,
Bij de aanvang van een nieuw jaar horen altijd
veranderingen en goede voornemens.
De veranderingen krijgt u in de personen van
een nieuwe voorzitter, een nieuw bestuurslid
en een nieuwe eindredacteur. U begrijpt dat die
drie, maar ook de andere bestuurs- en redactie
leden, vol goede voornemens zijn.
De ouden hebben het best gedaan. Ik meen
zeker ook namens u te spreken als ik de schei
dende voorzitter, ing. B. M. de Bruin, dank
voor het vele, vele werk dat hij in zijn 14-
jarige NGL-carrière voor onze „zaak" heeft
verricht.
Het oude jaar
Wij allen zullen trachten het oude jaar te
evenaren of zelfs te overtreffen; het oude jaar
met als hoogtepunt het congres te Utrecht.
Het deelnemersaantal daar bewees ons dat voor
de lezingen zowel als de tentoonstelling weer
grote belangstelling was. Natuurlijk niet uit alle
NGL-geledingen gelijk: Een VMDR-lid zal de
lezingen eerder uit algemene belangstelling heb
ben gevolgd, een VTAK-lid meer uit directe
betrokkenheid. De belangstelling van de VVL-
leden zal hiertussen geweest zijn.
Wij doen ons best om ieder op z'n tijd aan zijn
trekken te laten komen.
De artikelen in Geodesia varieerden van karak
ter en onderwerp. Voor de 17e maal slaagde
de redactie erin u weer via 11 periodieken
met de laatste landmeetkundige ontwikkelingen
vertrouwd te maken. Hartelijk dank, redactie,
in het bijzonder de scheidende eindredacteur,
ing. A. D. Baars. U hebt uzelf helemaal „ge
geven".
De rayons Groningen/Friesland/Drenthe, Over
ijssel en Noord-Brabant/Limburg beleefden
weer bijeenkomsten in de avonduren, rayon
Zeeland had weer zijn jaarlijks terugkerende
congresdag.
Erg belangrijk, deze bijeenkomsten, alleen al
voor de onderlinge contacten.
Tenslotte verkregen twee MTS-en ministeriële
toestemming voor de start met een landmeet
kundige opleiding, t.w. Amsterdam en Arnhem.
In Arnhem nam de opleiding reeds een aan
vang, alsmede in Hengelo, waar wordt vooruit
gelopen op de verlening van de vereiste facili
teiten.
en het nieuwe
De landmeetkunde wordt in steeds toenemende
mate geconfronteerd met automatisering. In het
nieuwe jaar zal daar dus dikwijls over worden
gesproken, en in Geodesia vast wel over wor
den geschreven. Dat laatste moet wel, want de
ontwikkelingen volgen elkaar zodanig snel op,
dat wie zich niet voortdurend oriënteert, al
gauw „achter loopt".
Hier ligt een taak voor het NGL. Rayonbijeen
komsten zowel als uiteenzettingen in Geodesia
zijn van het grootste belang.
In het najaar hopen wij weer studiedagen te
organiseren, waar één of meer actuele proble
men zullen worden aangepakt.
Nu reeds worden de eerste, zij het summiere,
voorbereidingen getroffen voor het volgende
congres. Maar daarmee denken we al over
1977, waarvoor het nu nog wel wat vroeg is.
Namens bestuur en redactie besluit ik met de
wens dat u zowel in huiselijke kring als op
landmeetkundig „terrein" een voorspoedig 1976
te wachten staat.
S. C. Hoos
3