VIERJARIG STEMMINGSPROGRAMMA RUILVERKAVELINGEN ABSORBEERT HUIDIGE DIEPTEPUNT ..Sinds twintig jaar maken we een dieptepunt mee bij de stemmingen: er zal met inbegrip van de ruilverkaveling Het Bildt niet meer dan 11.000 hectare worden gestemd. Het gaat hier om een samenloop van verschillende, ten dele éénmalige oorzaken. Ondanks deze situatie van vandaag verwacht ik toch, dat 150.000 tot 160.000 hectare ruilverkaveling in de periode 1975 tot en met 1978 kan worden gestemd. Dankzij de particuliere cultuurtechnische wer ken wordt 130 miljoen gulden méér geïnves teerd in de verbetering van de externe produk- tie-omstandigheden dan vorig jaar". Dit o.m. zei de Directeur van de Cultuurtech nische Dienst, Ir. J. M. Koopman, op 26 no vember voor de Friese Mij. van Landbouw in Leeuwarden. Als oorzaken van het dieptepunt in de ruilverkavelingsstemmingen noemde hij: een éénmalige vertraging door de invoering van het pachtersstemrecht, de algemene invoering van een inspraak procedure met voorontwerp, de belangenstrijd tussen landbouw en na tuurbescherming, die op verschillende plaat sen tot zeer moeilijk te overbruggen tegen stellingen heeft geleid. De heer Koopman wees erop, dat op het ogen blik van zes ruilverkavelingen met een totale oppervlakte van 28.000 hectare het door de Centrale Cultuurtechnische Commissie goed gekeurde rapport bij de verschillende provin ciale besturen ligt om volgend jaar te worden gestemd. Hij verwachtte verder, dat drie ruil verkavelingen met een oppervlakte van 19.000 hectare in de eerste vier maanden van 1976 door de CCC kunnen worden goedgekeurd en eventueel in hetzelfde jaar kunnen worden ge stemd. „Tenslotte mag voor 1977 en 1978 worden verwacht, dat meer dan 50.000 hectare per jaar kan worden gestemd, indien onder andere met behulp van de Relatienota oplos singen zijn geboden voor de gerezen proble men". Volgens Ir. Koopman kan met de in de Rela tienota geïntroduceerde beheersvergoeding in een bepaald gebied een eerlijke oplossing wor den gegeven voor zowel de grond, die agrarisch wordt verbeterd als voor de grond, waar na- tuurbeschermingseisen beperkingen opleggen (of een aanpassing van de bedrijfsvoering ver eisen). „De oplossingen, die de Relatienota kan bie den, zijn echter nog niet concreet voorhanden. De getallen van de mogelijke beheersvergoe dingen zijn nog niet vastgesteld. De landbouw staat er in veel gebieden nog wantrouwend tegenover. Ook de natuurbescherming moet nog wennen". In zijn inleiding ging de heer Koopman ook in op de betekenis van het woord landinrichting, dat in zeer uitgebreide zin wordt gebruikt om alle inrichtings- en beheersmaatregelen in het landelijke gebied samen te vatten. In een meer beperkte zin, met name bij de voorbereiding van de Landinrichtingswet, geeft men hiermee het opnieuw inrichten van een bepaald aan eengesloten gebied aan; dat wil zeggen, een ruilverkaveling, eventueel bij overeenkomst, maar ook een herinrichting (de toekomstige vorm van landinrichting), waarmee het de bedoeling is in het kader van de toekomstige Landinrichtingswet ook niet-agrarische belan gen in een gelijke mate te behartigen. De toekomst van de landinrichting is, aldus spreker, moeilijk te voorspellen. „Het land- inrichtingsbeleid bij het ministerie van Land bouw en Visserij is een onderdeel van het totale regeringsbeleid. Bij de ruilverkaveling en ook bij de toekomstige landinrichting wordt de inhoud van het beleid in sterke mate mee- bepaald door het provinciaal bestuur. Dit houdt in, dat de maatschappelijke en economi sche ontwikkelingen buiten de landbouw een grote invloed hebben op de landinrichting. Bovendien zullen politieke en sociale verande ringen hierbij een grote rol kunnen spelen". Op langere termijn zou met de volgende ont wikkelingen moeten worden rekening gehou den: De te verwachten verdere arbeidstijdver korting. Ook de boeren van de toekomst zullen steeds minder bereid zijn lange arbeidstijden te maken. Arbeidsbesparende maatregelen wor den daarom belangrijker, hetgeen consequen ties heeft voor de bedrijfsgebouwen, de ver kaveling, een goede ontsluiting en de elektrici teitsvoorziening. De economische ontwikkeling duidt er voorlopig niet op, dat een ruime werkgelegen heid binnen afzienbare tijd zal terugkeren. Dit heeft waarschijnlijk tot gevolg, dat de heftige concurrentie om de grond nog geruime tijd zal blijven bestaan. Bij gebrek aan grond voor bedrijfsvergroting en als gevolg van de daarmee samenhangende hoge grondprijzen zal de ten dens naar een verdere intensivering van het 62

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1976 | | pagina 24