het SOAG-bestuur geadviseerd het systeem in fasen uit te voeren. Eerst zou het topografie- gedeelte kunnen worden uitgevoerd. Ondertus sen kunnen de gedachten over het leidingen gedeelte verder uitkristalliseren [1]. Het gemeentelijk rekencentrum in Rotterdam, het automatiseringsadviesbureau RAET te Arnhem en de dienst van Gemeentewerken in Rotterdam werken als gevolg hiervan thans aan het detailontwerp en aan het programme ren van het systeem topografie. Verwacht wordt, dat dit systeem in de loop van 1977 gereed komt. 3. Over de inhoud van de grootschalige topo grafische kaarten. Hoeveel haren kun je uit een paardestaart trek ken, zodat het nog juist een staart mag heten? Een grapje met een filosofische inslag. Als er tien haren uitgetrokken worden (even afgezien van het feit of het paard hiervoor toestemming geeft) is het nog altijd een staart. Wanneer al les eruit getrokken is, is de staart verdwenen. Maar ook wanneer er nog tien haren over zijn en het doet er niet toe welke spreken we niet meer van een staart. De vraag rijst bij welk haar gaat het staart-zijn over in het niet staart-zijn. Bij de opbouw van een informatiesysteem is steeds het eerste werk, vast te stellen welke ge gevens noodzakelijk moeten worden opgeno men en welke niet. Wanneer we de inhoud van het informatiesysteem laten ontstaan door alle geuite wensen te honoreren, wordt een systeem zeer groot en duur. Waarschijnlijk ook onno dig groot en duur, omdat het voor een deel in formatie bevat, welke interessant is om te be zitten, maar niet strikt noodzakelijk. Het behoort daarom tot de taak van systeem ontwerpers, om wanneer gebruikers wensen uiten, steeds naar het waarom te vragen, naar de motieven. Heeft men de informatie werke- lijk nodig? Wat gaat er fout wanneer men de informatie niet heeft? Op deze wijze wordt be vorderd dat het systeem alleen informatie be vat waarvan de noodzaak kan worden aange toond. Wanneer we deze gedragslijn nu toepassen bij het vaststellen van de informatie die een groot schalige topografische kaart dient te bevatten, komen we tot de ontdekking, dat de noodzaak van informatie over vele objecten moeilijk kan worden aangetoond. Bij weglating van alles wat niet „hard" te maken is, blijft er echter een document over, dat geen kaart meer mag he ten. Een kaart is meer dan de som van de de len. Een kaart is een instrument dat oriëntatie geeft en overzicht [2]. Overzicht kan reeds verkregen worden indien van de in het terrein aanwezige objecten slechts een deel op de kaart staat afgebeeld en de rest niet. Sterker nog, afbeelding van alles wat in het terrein aanwezig is, kan het kaartbeeld juist schaden. Nu is het moeilijk om aan te to nen welke objecten voor dat overzicht nood zakelijk zijn en welke overbodig. Dat hangt ook ten nauwste samen met het gebruiksdoel. Indien er bijvoorbeeld 20 objectsoorten be staan, kan een kaart die de nummers 1 t/m 8 en 12 t/m 15 bevat, even goed voldoen als een kaart die de nummers 1 t/m 12 bevat. Terwijl 1 t/m 20 dus alle objecten te veel kan betekenen. Met bovenstaande redenering kan een verkla ring worden gegeven waarom: a. er steeds discussie bestaat over de juiste kaartinhoud. b. een uniforme kaartinhoud niet overal en iedereen voldoet. c. de ene gemeente met een kaartpresentatie A even goed opereert als de andere gemeente met een kaartpresentatie B. d. een minimale kaartinhoud niemand voldoet, evenals een maximale. De kaartinhoud is afhankelijk van het ge bruiksdoel en ergens een arbitraire zaak. Ze dient zo mogelijk soepel te worden aangepast aan de plaatselijke omstandigheden en de wen sen van gebruikers. Ter toelichting nemen we het voorbeeld van een lantaarnpaal. Lantaarnpalen staan over het algemeen op vaste afstanden, vlak achter de trottoirband. Een lantaarnpaal is een object dat gemakkelijk in de richting van de trottoir band kan worden verplaatst, bijvoorbeeld in dien parkeerkommen worden aangelegd. Infor matie omtrent verplaatsingen wordt niet altijd aan de landmeter verstrekt. Bijwerking van de kaart kan derhalve niet altijd gegarandeerd Afbeelding 1. 44

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1976 | | pagina 6