verkoopprijs, wanneer de laatste rechtsover-
dracht een verkoop betreft.
Het personenbestand bevat:
de identificatie van het leggerartikel;
de naam;
het woonadres, bestaande uit straatnaam,
huisnummer, woonplaats en postrayoncode
en in geval van in het buitenland woon
achtigen de landnaam;
de geboortedatum in geval van een natuur
lijk persoon;
een aanduiding of er al dan niet sprake is
van medegerechtigden (de medegerechtigden
worden in het systeem niet geregistreerd,
alléén de belastingplichtigen uit de onroe-
rendgoedbelastingen).
8.3. Beschrijving van het mutatiesysteem in
hoofdlijnen
Het in afbeelding 3 afgedrukte diagram bevat
een schematische voorstelling van het mutatie-
systeem in hoofdlijnen.
Als brondocumenten voor de mutaties fungeren
fotokopieën van de staten-73, staten-75 en
successiestaten. De uit deze staten blijkende
mutaties codeert men op ponsconcepten, die
worden verwerkt tot ponskaarten. In het sys
teem onderscheidt men objectmutaties en sub
jectmutaties. Objeotmutaties bestaan uit over
drachten en perceelmutaties.
Overdrachten zijn afkomstig uit de staten-73 en
uit successiestaten. Van iedere overdracht ver-
ponst men:
de aanduiding van het overgedragen perceel
(-deel) of appartement;
het leggerartikel van vervreemder en ver
krijger;
de verkoopprijs in geval van verkoop;
de aard van de overdracht (verkoop, ruiling,
uitgifte in erfpacht, enz.);
de aard van het verkregen zakelijk recht;
de overgedragen grootte in geval van de
vorming van een deelperceel (facultatief);
het volgnummer van de staat.
Perceelmutaties zijn afkomstig uit de staten-73,
voor zover het appartementsmutaties betreft en
uit de staten-75 in geval van mutaties van
grondpercelen. De staat-75 oude toestand heeft
het vervallen van percelen tot gevolg, de staat-
75 nieuwe toestand het ontstaan van nieuwe
percelen of het wijzigen van gegevens van be
staande percelen, bijvoorbeeld de grootte. Van
alle staat-75 mutaties worden dienstjaar, staat-
nummer en staatvolgnummer verponst. Vanuit
het bestand te verwijderen percelen wordt be
halve de perceelaanduiding ook het leggerartikel
verponst voor controledoeleinden. Van nieuwe
percelen worden alle perceelgegevens opgeno
men (zie onder 8.2.).
Subjectmutaties zijn afkomstig uit de staten-73
en successiestaten en voorzover het adreswijzi
gingen betreft, ook uit andere bronnen. De
mutaties omvatten het opvoeren van nieuwe
rechthebbenden (nieuwe artikelen) en naams
wijzigingen van bestaande artikelen (hoofdwij
zigingen). Het verwijderen van personen, die al
hun rechten overdroegen, gebeurt op automa
tische wijze (zie onder 8.4.).
8.4. De eigenlijke computerverwerking
In het schema van afbeelding 4 is de eigenlijke
computerverwerking weergegeven.
Programma 1 leest alle soorten mutaties (op
ponskaart) tegelijk en verdeelt deze over twee
mutatie bestanden op magnetische band, een
band met objectmutaties en een band met sub
jectmutaties.
Programma 2 test alle objectmutaties op juiste
invulling. Alle codes worden getest op bestaan
baarheid of waarschijnlijkheid, evenals relaties
tussen verschillende informatieëlementen van
één mutatie. Foute en goede mutaties worden
op een band weggeschreven, de goede onveran
derd, de foute voorzien van een foutomschrij-
ving. De uitvoerband wordt vervolgens gesor
teerd op:
burgerlijke gemeente;
kadastrale aanduiding;
staatsoort;
dienstjaar;
staatnummer;
staatvolgnummer.
Door deze sortering komen per kadastrale aan
duiding de toe te voegen objecten voorop, daar
na de overdrachten op chronologische volgorde
en tenslotte de te verwijderen objecten.
Programma 3 test de subjectmutaties op juiste
invulling, nadat deze zijn gesorteerd op legger-
artikelaanduiding. Goede en foute mutaties
gaan naar één band, op analoge wijze als de
objectmutaties (zie programma 2).
Programma 4 leest het te muteren percelen-
bestand en de perceelmutaties in. Het voert een
gemuteerd percelenbestand uit en een lijstbe-
stand. Het perceeilmutatieprogramma voert con
troles uit. Aan de volgende eisen moet o.a.
worden voldaan:
een over te dragen of te verwijderen perceel
(deel) moet op het oude bestand voorko
men;
het oude leggerartikel uit de mutatie moet
kloppen met dat op het oude bestand in
geval van overdracht of verwijdering;
86