toe te voegen perceel(delen) mogen niet op het oude bestand aanwezig zijn. Verder voert het programma verschillende con troletellingen uit, o.a. aantallen records op oude en nieuwe bestand, aantal foute en goede muta ties, gesplitst naar mutatiesoort e.d. Na iedere mutatierun worden totaaltellingen gemaakt van het aantal percelen en de totaalgrootte per sectie. In geval van splitsing in deelpercelen mag bo vendien de totaaloppervlakte van de delen niet groter zijn dan die van het gesplitste perceel. Reeds door programma 2 fout bevonden muta ties worden niet in het mutatieproces betrokken en weggeschreven naar het lijstbestand. De goede invoermutaties worden eveneens naar het lijstbestand geschreven, al dan niet voorzien van een foutmelding, afhankelijk van de afloop van de controles door het mutatieprogramma. Programma 5 muteert het subjectenbestand. Het voert een nieuw bestand uit en een lijst (mutatieverslag). Op deze lijst wordt ieder mu tatierecord afgedrukt, al dan niet voorzien van een foutomschrijving. Daarnaast wordt een namen-bijzoekbestand uitgevoerd, dat dient als invoer voor programma 6. Het bevat alle re cords van het nieuwe bestand en de records van het oude bestand, die werden verwijderd of waarvan de tenaamstelling veranderde. Programma 6 confronteert het lijstbestand uit programma 4 na sortering op leggerartikel met het namen-bijzoekbestand uit programma 5. Alle objectmutaties op het lijstbestand worden voorzien van de bijbehorende tenaamstelling uit het namen-bijzoekbestand. Het bijzoeken van de namen vindt plaats met behulp van de in de objectmutaties opgenomen leggerartikelnum mers van zowel de oude als de nieuwe toestand. Foutief geschreven en/of geponste leggerartike len zullen onmiddellijk opvallen, doordat de met de computer bijgezochte namen anders zijn dan die uit de kadastrale mutatiestaten. Ook kunnen foute leggerartikelen tot gevolg hebben, dat er geen tenaamstelling in het subjectenbestand is te vinden. Objectmutaties met bijgezochte namen worden weggeschreven naar een magneetband, die ver volgens wordt gesorteerd op: burgerlijke gemeente; kadastrale gemeente; staalsoort; dienstjaar; staatnummer; staatvolgnummer. Na deze sortering wordt het lijstbestand afge drukt. De sortering maakt het mogelijk om computerstaten af te drukken met nagenoeg dezelfde indeling als de oorspronkelijke ka- dasterstaten. De genoemde 6 programma's en de sorteer- gangen worden tijdens iedere mutatiecyclus uit gevoerd. Naast deze programma's omvat het systeem nog een programma, dat incidenteel wordt uitgevoerd, bijvoorbeeld één keer per jaar. Het programma confronteert het volledige op leggerartikel gesorteerde percelenbestand met het volledige subjectenbestand. Alle recht hebbenden zonder percelen worden daarbij uit het personenbestand verwijderd, zodat personen die hun laatste rechten in een kadastrale ge meente overdroegen, niet uit het bestand be hoeven te worden verwijderd door handmatig een afvoermutatie aan te maken. Verder voert het programma een confrontatie bestand uit met een record per perceel(deel), dat alle voor de onroerendgoedbelasting beno digde kadastrale perceel- en subjectgegevens bevat. Dit confrontatiebestand fungeert voor het koppelingssysteem Onroerendgoedbelasting Grond en Water als bron voor het toevoegen van kadastrale informatie aan het belasting bestand (zie ook onder 7.3.). 9. Stratentabellensysteem Het Stratentabellensysteem biedt gebruikers de mogelijkheid om iedere gewenste geografische indeling van vastgoedobjecten te registreren. Ingang tot het systeem is de straat- en huis nummeraanduiding. Het systeem heeft twee functies, bijhouding van elementaire indelingen en het genereren van samengestelde indelingen. Elementaire indelingen zijn bijvoorbeeld de in delingen naar stemdistrict, bouwblok, wijk, postrayon, e.d. Alleen de elementaire indelingen worden bijgehouden door de verwerking van handmatig aangemaakte mutaties. Het systeem produceert van iedere elementaire indeling een tabel op magneetband of magneetschijf. Het systeem kan nu iedere door de gebruiker ge wenste tabel genereren uit elementaire tabellen. De bestandsinhoud van een record uit een ele mentaire tabel bestaat uit: dienstcode (een code voor de bestandsbe heerder); gemeentecode; tabel nummer; straatcode; even/oneven code; laagste huisnummer; hoogste huisnummer; elementair gegeven (bijv. bouwbloknum mer). Van deze gegevens vormen de gemeentecode tot en met het hoogste huisnummer de ingang tot de tabel. 88

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1976 | | pagina 18