doeleinden vervaardigen van grootschalige
kaarten zal zeker verminderen als het mogelijk
is tot bepaalde vormen van samenwerking en
regionaal overleg te komen. Ik laat het graag
aan u over om na te gaan of de door de Com
missie Grootschalige Basiskaart voorgestelde
Provinciale Kaarteringswerkgroepen hiervoor
kunnen dienen. Ik eindig met de wens dat uw
raad tot vruchtbaar overleg zal komen en dat
uw adviezen waardevol zullen zijn voor een
zodanige vervaardiging en bijhouding van de
grootschalige basiskaart dat daarmee de belan
gen van alle gebruikers zo goed mogelijk wor
den gediend. Hiermede verklaar ik de voorlo
pige Centrale Kaarteringsraad voor geïnstal
leerd.
Toespraak door de Voorzitter van de voorlo
pige Centrale Kaarteringsraad Ir. G. A. van
YVely, na de installatie van deze raad.
Mijnheer de Minister,
Wij zijn bijzonder verheugd dat u persoonlijk
de voorlopige Centrale Kaarteringsraad hebt
willen installeren.
Dit onderstreept het belang van de stap die ge
nomen is door de afkondiging van het Konink
lijk Besluit, waarbij tot de invoering van een
grootschalige basiskaart van Nederland wordt
overgegaan.
U hebt in uw toespraak een overzicht gegeven
van de achtergronden en overwegingen die de
aanleiding vormen voor deze belangrijke be
slissing. De behoefte aan kaarten in een sa
menleving wordt door sommigen gezien als een
logisch gevolg van de economische ontwikke
ling van die samenleving. Economen onder
scheiden hierin drie fasen: een pre-industriële,
een industriële en een post-industriële fase.
Hierin wordt de economie respectievelijk ge
kenmerkt door de landbouwkundige ontwikke
ling, het voortbrengen van goederen en ten
slotte het domineren van diensten in het pro
ductieproces, naast de behoefte aan planning
aan de bestuurlijke kant.
In de pre-industriële fase is de behoefte aan
kaarten hoofdzakelijk beperkt tot kleinschalige
kaarten voor verkeer en defensie. Het maken
van grootschalige kaarten wordt soms onder
nomen voor het heffen van eigendomsbelasting.
In de industriële fase wordt de uitvoering voor
het gehele land van kaarteringen op kleine en
middelgrote schalen gevraagd als hulpmiddel
bij planning van industrievestiging voor het in
ventariseren en lokaliseren van natuurlijke
92
hulpbronnen. Grootschalige kaarteringen zijn
nodig voor gebieden waar intensief wordt ge
bouwd, waar hulpbronnen worden geëxploi
teerd en voor gebieden waar de rechtsbescher
ming van onroerend eigendom noodzakelijk is.
In de post-industriële fase wordt een groot
schalige kaartering van het gehele land ge
vraagd voor de opbouw van een informatie-
en communicatiesysteem ten behoeve van de
exploitatie, de instandhouding en het beheer
van het gedeeltelijk natuurlijk en gedeeltelijk
kunstmatig gevormde milieu waarin onze sa
menleving zich afspeelt.
Meestal gaat de groei van de economie ge
paard aan een sterke bevolkingstoename en ur
banisatie, die aan ordening en beheer van de
ruimte, en dus aan een goed informatie- en
communicatiesysteem, hoge eisen stellen.
De beweegredenen die tot een grootschalige
basiskaart van Nederland hebben gevoerd en
die door U, mijnheer de minister, zoëven zijn
geschetst, passen zeer goed in dit beeld.
Naast de eisen die in ieder tijdperk aan kaar
ten worden gesteld, veranderen ook de metho
den van kaartvervaardiging en de organisatie
vormen. In deze tijd is het niet meer mogelijk
dat de overheid of één overheidsdienst de uit
voering naar eigen inzichten regelt. Als er geen
overleg van alle betrokkenen aan ten grondslag
ligt zou één van de doelstellingen, het gebruik
van dezelfde kaartbasis door velen, niet bereikt
worden. Dit geldt niet alleen bij de aanvang,
maar voortdurend.
Het is ook niet meer zo leïg dat bij één groep,
de geodeten-kaartmakers, voldoende inzicht
kan worden verwacht om de veelheid van ge
bruiksmogelijkheden en gebruiksproblemen te
doorzien en de productie kwalitatief en kwan
titatief te bepalen. Het is daarom uitermate
verheugend, meneer de minister, dat U de aan
beveling van de studiecommissie hebt overge
nomen, waardoor vandaag de Centrale Kaar
teringsraad kon worden geïnstalleerd. In uw
toespraak hebt U de beide functies, overleg-
en beleidsadviserend orgaan, genoemd. In het
laatste decennium is ook op dit gebied reeds
gebleken hoe nodig en nuttig overleg is en hoe
het mogelijk is dat op dit overleg een beleid
wordt gebouwd.
De grootschalige basiskaart kan een facet van
een meeromvattender informatiesysteem of
van een groep systemen zijn. Zij zal enerzijds
één van de bronnen kunnen zijn voor het op
bouwen van een dergelijk systeem, anderzijds
de grafische uitvoer van een gegevensverzame
ling kunnen zijn, al of niet gecombineerd met