de ligging van bovengrondse- en ondergrondse
kabels en leidingen.
Om in deze behoefte te voorzien werd in een
aantal gemeenten reeds een centrale leidingen
registratie ingevoerd.
Volgens een studiecommissie dient centrale
leidingenregistratie in geheel Nederland te wor
den ingevoerd, waarbij alle kabels en leidingen
op de een of andere wijze geregistreerd worden
d.m.v. registers en kaarten.
Deze registratie kan volgens de ontwerp-wet
op de leidingenregistratie in 3 fasen worden in
gevoerd:
fase 1: registratie van alle leidingbeheerders
per oppervlakte-eenheid, bij te houden
door het Kadaster,
fase 2: centrale registratie van belangrijke en
gevaarlijke leidingen door het Kadas
ter.
fase 3: centrale registratie van alle leidingen
door het Kadaster resp. grote- en mid
delgrote gemeenten.
Een volledige leidingenregistratie vindt dus
eerst plaats in fase 3. In deze fase worden alle
leidingen, te beginnen met de leidingen in de
bebouwde kommen, in registers omschreven en
op kaarten aangegeven.
Alle leidingen dienen hiertoe op een verant
woorde wijze te worden ingemeten en gekaar-
teerd.
De leidingkaarten worden als volgt opgezet:
moederkaart: topografie
deelcalque: gas
deelcalque: water
deelcalque: elektriciteit (laagspanning)
deelcalque: elektriciteit (hoogspanning)
deelcalque: olie
deelcalque: telefoon
deelcalque: riolering
deelcalque: centrale verwarming
deelcalque: centrale antenne-inrichting.
Als moederkaart fungeert de gemeentekaart,
of een vergroting hiervan. De deelcalques wor
den op dezelfde schaal op maatvast transparant
materiaal vervaardigd. Via een afdruk van de
moederkaart met een deelcalque, of een com
binatie van deelcalques, bestaat de mogelijk
heid om zeer doelgerichte informatie te verkrij
gen.
Controle op de naleving van de maatvoering
van kabels en leidingen
De gemeente verleent, als eigenaar en beheer
der van openbare wegen en terreinen, vergun
ningen aan nutsbedrijven tot het leggen en
hebben van kabels en leidingen op overeen
gekomen plaatsen. De plaats van de te leggen
kabels en leidingen wordt veelal door de af
deling weg- en waterbouw in bestaande of
ontworpen dwarsprofielen bepaald. De op deze
wijze vastgestelde ligging wordt door de land
meetkundige afdeling op het terrein uitgezet.
De nutsbedrijven dienen gehouden te worden
aan een juiste maatvoering van de te leggen
kabels en leidingen i.v.m.:
een optimaal gebruik van de beschikbare
ruimte,
een juiste onderlinge afstand tussen de kabels
en leidingen,
een voldoende afstand t.o.v. ontworpen en ge
realiseerde bebouwing,
een voldoende afstand t.o.v. ontworpen en uit
gezette eigendomsgrenzen,
een betrouwbare registratie van de juiste lig
ging van kabels en leidingen.
Een controle op de naleving van de maatvoe
ring blijft momenteel achterwege of wordt
slechts incidenteel uitgevoerd door de dagelijks
opzichter van de civieltechnische werken in het
desbetreffende gebied.
Gezien de bovenvermelde overwegingen ware
het wenselijk aan de naleving van de maatvoe
ring meer zorg te besteden dan thans het geval
is.
De controle op de naleving van de maatvoering
van kabels en leidingen kan door de landmeet
kundige afdeling worden verricht.
Oppervlaktebepalingen t.b.v. bestemmingsplan
nen, exploitatie-opzetten, ophogingen, straat-
aanleg en groenvoorzieningen
Van de verschillende vlekken in een schetsplan
worden door de afdeling stedebouw oppervlak
ten bepaald om tot een juiste verdeling van
terreinen voor woondoeleinden, winkels, kan
toren, bijzondere doeleinden, verkeersdoelein-
den en groenvoorzieningen te komen.
Soortgelijke oppervlakten worden bepaald door
het Grondbedrijf bij het tot stand komen van
een exploitatie-opzet.
Deze beide oppervlakten worden bepaald op
een tijdstip als de hoogste graad van nauwkeu
righeid nog niet haalbaar is, hetwelk in dit
stadium ook niet noodzakelijk wordt geacht.
Wel is het wenselijk, dat deze oppervlakten
met elkaar overeenstemmen om geen proble
men te krijgen met de financiële haalbaarheid
van het plan.
113