in nauwe onderlinge afstemming met de ruim
telijke ordening plaats te vinden, waarbij met
name aan het streekplan wordt gedacht. Voor
de noodzakelijke grondverwerving dient zo
nodig onteigening mogelijk te zijn. Aangezien
de te behartigen belangen verder reiken dan
die van de grondeigenaren en -gebruikers, dient
een vertegenwoordigend lichaam met de uit
voering van de herinrichting in te stemmen. In
verband met de na te streven doelstellingen en
de samenhang met het streekplan lijken Pro
vinciale Staten het hiervoor meest aangewezen
college. De Kroon neemt, gezien de betrokken
heid van de rijksoverheid, de uiteindelijke be
slissing over het al of niet doorgaan van de
herinrichting. De herinrichting zou toepasing
vinden in gebieden, waar bijvoorbeeld ten be
hoeve van natuur- en landschapsbehoud of
voor landschapsverzorging veel gronden moeten
worden verworven. Voorts kan aan herinrich
ting worden gedacht voor landelijke gebieden,
die sterk onder stedelijke invloed staan of voor
gebieden, die ernstig worden doorsneden door
een kanaal, een autoweg of een leidingstraat.
Inspraak en rechtsbescherming
Het lijkt noodzakelijk, dat de belangen van be
trokkenen zoveel mogelijk gediend worden en
dat ieder, die een recht heeft op gronden in
het gebied in zijn rechten wordt beschermd.
Daarvoor zal in de te ontwerpen procedure
op daarvoor geëigende momenten aan een
ieder gelegenheid tot inspraak worden gegeven
en moeten de rechten door geëigende procedu
res worden gewaarborgd.
Voorafgaand aan een nieuwe eigendoms- en
gebruiksindeling zouden grondeigenaren en
-gebruikers op de wenszittingen individuele
verlangens kunnen uitbrengen voor de nieuwe
kavelindeling, opdat de landinrichtingscommis
sie daarmede rekening kan houden.
Ten aanzien van de bescherming van de rech
ten tegenover de overheid is voorgesteld, in de
Landinrichtingswet het systeem van de Ruil-
verkavelingswet in grote lijnen over te nemen.
©®Dï(o!g]©ÖQG W®®F
In het maartnummer schonk de redactie van
Geodesia, tot mijn vreugde, aandacht aan de
installatie van de Centrale Kaarteringsraad.
Groot was mijn verbazing toen ik merkte hoe
de zetter meeleefde met deze belangrijke ge
beurtenis. In de tekst van mijn toespraak (hal
verwege 2e kolom op pag. 92) stond: Het is
ook niet meer zo dat bij één groep, de geode-
ten-kaartmakers, voldoende inzicht kan worden
verwacht
De zetter, waarschijnlijk getroffen door de ver
anderde maatschappelijke verhoudingen, voeg
de er iets aan toe: Het is ook niet meer zo erg
dat bij één groep enz.
Ik ontzeg de zetter zijn recht op inspraak niet,
maar meen wel dat hij in dit geval te ver is
gegaan: het is tè erg.
G. A. van Wely
De hieronder vermelde publicaties zijn verkrijg
baar bij de Staatsuitgeverij, Christoffel Plan tij n-
straat, 's Gravenhage. Telefoon (070) 814511.
Giro 425300.
DE DRIE GROENE NOTA'S
Nationale parken, nationale landschapsparken
en landbouw
Deze 3 nota's zijn uitvoerig besproken in het
aprilnummer van Geodesia (1975) op blz. 93
t.m. 100.
Deel 1. Nationale parken
1975. 20 x 27 cm. 44 blz. Kamerstuk 13283
1-2 220-019-01. Prijs 6,25 (per post 7,35).
Deel 2. Interimadvies Nationale landschaps
parken
1975. 20 x 27 cm. 42 blz. Kamerstuk 13284
1-2 220-019-02. Prijs 6,25 (per post 7,35).
Nota relatie landbouw en natuur- en land
schapsbehoud
1975. 20 x 27 cm. 48 blz. Kamerstuk 13285
1-2 220-020-00. Prijs 6,25 (per post 7,35).
BOER OF PARKWACHTER
Enige gedachten over nationale landschapspar
ken door Eric Denig.
1975. 14.5 x 20.5 cm. 82 blz. met 43 foto's.
191-065-04. Prijs 3,50 (per post 4,80).
WAT GAAN WE DOEN
MET NEDERLAND?
,,Sclxering en inslag"; inzicht in ruimtelijke
ordening
De journalist Rienk Idenburg heeft in Schering
en Inslag, o.a. met behulp van een groot aantal
overzichtskaarten en grafieken, de problema
tiek van de ruimtelijke ordening voor een breed
publiek toegankelijk gemaakt. Hij legt uit
117