o*—" SBL-gronden De richtlijnen geven ook een urgentievolgorde aan van de toedeling van de SBL-gronden, zie fig. 1. SBL-gronden zijn de gronden die de Stichting Beheer Landbouwgronden heeft ver worven en die voor de uitvoering van de ruil verkaveling nodig zijn. De 5 boerderijverplaatsers hebben gezamenlijk een zesde deel van de beschikbare SBL-gronden verbruikt. Voor de landmeter was 100 ha als zgn. „Land- metersgrond" gereserveerd. Deze 100 ha is o.a. nodig voor het opvangen van een oppervlakte- verlies van meer dan 10% en het afronden van de kavels, waardoor een besparing van cultuur technische werken plaatsvindt. Dit houdt onder meer in dat een kavelgrens kan worden ver schoven, zodat ze samen valt met een reeds aanwezige grens in het terrein zoals bijvoor beeld een steilrand, een boswal of sloot. Voorbereiding plaatselijke commissie De plaatselijke commissie diende uiteraard uit gebreider te worden voorgelicht over het ge bruik van het ATOR-systeem. Daarbij is in grote lijnen uiteengezet hoe het ATOR-systeem werkt en wat het resultaat zal zijn. De plaatselijke commissie moest duidelijk wen nen aan het feit, dat ze de belangenafweging moest doen terwijl ze nog geen inzicht heeft waar de overvraagde en waar de ondervraagde gebieden liggen. Het ATOR-systeem eist van de plaatselijke commissie een abstractere kijk bij het opstellen van het kavelindelingsplan. Ze moest loskomen van het vaak reeds in gedachten aanwezige beeld van de kavelindeling van de bedrijven en toegroeien naar het werken met modellen en normen. - In fig. 2 zien we dat een belanghebbende een vijftal wensen heeft uitgebracht. De plaatselijke commissie dient één van deze wensen aan te geven als beginplaatsing (de zwarte stip), de andere 4 wensen zijn derhalve de mogelijke overboekingen. Aan alle 5 plaatsingen dient de plaatselijke commissie waarderingsfactoren vol gens bepaalde normen toe te voegen. De nor men die in concrete situaties worden gebruikt, zijn opgesteld aan de hand van de functionele kenmerken zoals afstand, hoedanigheid, ge- bruiksbestemming en infrastructuur (fig. 3). Deze normen zijn verwoord in twee waarde ringsschema's nl. de rang en het gewicht. Het eerste schema omvat de rang dat wil zeggen het belang dat een bepaalde plaatsing heeft gezien vanuit het bedrijf zelf. De afstand en de bereikbaarheid zijn hier de bepalende factoren (fig- 4). In sommige gevallen heeft de belanghebbende grond buiten de ruilverkaveling liggen en om de concentratie t.o.v. deze grond te bewerkstel ligen wordt de rang met één punt verlaagd. Wenst iemand grond in een blokdeel op 3 km afstand van het bedrijf dan krijgt de plaatsing daarvoor de rang 3, ligt hier in de omgeving en buiten de ruilverkaveling grond van hem, dan wordt de rang 3 1 2. Dus een lagere rang zal belangrijker zijn dan een hogere rang. BEGINPLAATSING EIM MOGELIJKE OVERBOEKINGEN Fig. 2. KENMERKEN AFSTAND HOEDANIGHEID GEBRUIKSBESTEMMING INFRASTRUCTUUR Fig. WAARDERINGS - SCHEMA RANG AFSTAND OVERSTEEK GROND TOT RANG DRUKKE BUITEN BOERDERIJ WEG BLOK <1000 m R 1 +1 - 1 1000-2000 m R 2 +1 - 1 >2000 m R 3 +1 - 1 Fig. 4. WAARDERINGSFACTOREN RANG GEWICHT 3. 139

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1976 | | pagina 13