I
2.
Gegeven
1. De omtrek van onderstaande figuur, waar
van de lijn AB een symmetrie-as is, wordt
gevormd door 4 cirkelbogen die in elk der
punten Tt, T2, T3 en T, een gemeenschappe
lijke raaklijn hebben.
2. De straal van de cirkelbogen tussen de
tangentpunten TrT2 en T3-T4 is 1000 meter
en die van de cirkelbogen tussen tangentpun
ten T2-T3 en Tj-Tj 25 meter.
3. De middelpuntshoek staande op de cirkel
bogen Ti-T, en T;!-T4 is 0,1 radiaal.
De middens van deze bogen zijn resp. de pun
ten C en D.
4. De coördinaten van de veelhoekspunten zijn
als volgt:
X Y
Vp 158 216.423,83 546.241,56
Vp 159 216.269,74 546.101,68
De ligging van deze punten is voor de meting
gecontroleerd en in orde bevonden.
5. Als waarde voor jt kan worden aangehou
den 3,141593.
Gevraagd wordt te berekenen:
le. de coördinaten van de punten
A, B, C, D, Tj, T,, J.) en T4.
2e. de omtrek van de figuur.
METINGSSTUKKEN Tijd: 6 uur.
Gevraagd werd uit de verstrekte gegevens een
staat nr. 75 op te maken met volledige afwer
king van de bijlagen. Grootte- en verwijzings
berekeningen dienden uitgevoerd te worden op
formulieren kad. 33 en bij de staat overlegd
te worden.
KAARTERING Tijd: 3 uur.
Verzocht werd met behulp van de veldwerken
Blijderheide B 446 en 447 een hulpkaart te
maken, waarop in dit geval zowel de vervallen
als de nieuwe situatie diende voor te komen.
Daartoe werd een kopie van een gedeelte van
het bijblad Blijderheide B2 bijgevoegd. Daar
naast werd verzocht het veldwerk af te werken.
Waar nodig mocht het plan worden geredres
seerd. Het laatste gebruikte archiefnummer
van de hulpkaart was 217.
BESCHRIJVENDE OPGAVE
Tijd \/2 uur
Maak een opstel over één van de volgende
onderwerpen.
1. De maatschappelijke betekenis van het Ka
daster.
2. De administratieve verwerking van rechten
ingevolge de Belemmeringenwet Privaatrecht
in de kadastrale boekhouding. Welke gevallen
kunnen zich voordoen wanneer een kadastraal
perceel waarop een dergelijk recht rust, in
aanraking komt bij een ambtshalve meting?
3. De nieuwe procedure van de stemming
voor het nemen van een besluit tot ruilver
kaveling. Welke voor- en/of nadelen zijn er
volgens u verbonden aan deze procedure in
vergelijking met de vorige?
149
GXM
V
Vs 158