J- i VAN STEENIS 10 10; in een blok. Misschien was een andere waarde- functie wel beter geweest. In het computer programma zijn daarom voorzieningen getrof fen die het mogelijk moeten maken de ver schillende waardefuncties te beoordelen. Voor een bepaalde situatie bereiken we met een be paalde waardefunctie een effect (in het schema „bereikte effecten", zie fig. 9). Op deze manier zullen voor verschillende situa ties en waardefuncties de effecten vastgelegd kunnen worden. Er ontstaat dan een effecten patroon. Als later een bepaald resultaat in de toedeling moet worden nagestreefd, dus een „beoogd effect" bereikt moet worden in een situatie, die zeer sterk overeenkomt met een reeds eerder waargenomen situatie, dan zal de keuze van de waardefunctie niet zo moeilijk meer zijn (fig. 10). De keuze van de beginoplossing is in dit pro ces zeer belangrijk. Immers de beginoplossing bepaalt de over- en ondervragingen die moeten worden weggewerkt. Als beginoplossing stellen we meestal voor de meest ideale situatie te nemen voor alle afzon- derlijke bedrijven; dat wil in het algemeen zeggen dat een plaatsing met rang 1, dus van groot belang voor het bedrijf, als startpunt wordt gekozen. Elke overboeking kan ons verder van deze ideale oplossing wegvoeren. Daarom is het van belang dat de computer snel, dus met wei nig overboekingen naar het resultaat toewerkt. Toepassingen Ik heb in het voorgaande proberen uit te leg gen hoe het ATOR-systeem werkt. Het systeem is thans toegepast in directe relatie met wenszitting en definitief plan van toe deling. Er is in deze fase van de ruilverkave ling weinig behoefte meer aan alternatieven, omdat alle randvoorwaarden als wegen, land schap, waterlopen enz. vastliggen. In andere fasen van de ruilverkavelingsproce dure is meer behoefte aan kennis van alterna tieve mogelijkheden voor de toedeling. In de voorbereidingsfase van de ruilverkaveling, voorafgaand aan de stemming, maken de nieuwe vormen van inspraak het noodzakelijk inzicht te geven in de toedelingsmogelijkheden voor de bedrijven bij verschillende wegen- en waterlopenstelsels. In de periode tussen stemming en plan van INVENTARISATIE VAN ERVARINGSGEGEVENS I I I VERSCHILLENDE 111 EFFECTENPATRONEN BEREIKTE EFFECTEN VERSCHILLENDE WAARDEFUNCTIES Fig. 9. KEUZE WAARDEFUNCTIE DOOR TOEPASSING VAN ERVARINGSGEGEVENS DOELSTELLING BEOOGDE EFFECTEN VERWACHTE EFFECTEN □■HZZUZDCID VERSCHILLENDE WAARDEFUNCTIES Fig. 10. VOOR ALLE LANDMEETKUNDIGE WERKZAAMHEDEN Sedert 1945 GEODESIE CIV. TECHNIEK GRONDONDERZOEK Coöp. Ver. Ingenieursbur. v. Steenis G.A. NIEUWE GRACHT 5 - UTRECHT Telefoon 030-331331 135

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1976 | | pagina 9