basiskaarten (Het project wordt beschouwd als
een proefproject).
Ook in andere delen van Nederland lopen al
diverse projecten: Wassenaar (gemeente), Bar-
neveld (gemeente), Deurne (gemeente), Veghel,
Oosterhout, Cuyk (gemeenten, nutsbedrijven)
enz.. Enkele van deze projecten worden uitge
voerd in samenwerking met ingenieursbureaus.
Eén van de uitgangspunten bij de vervaardi
ging is dat het project in financieel opzicht
selfsupporting zal zijn.
Met andere woorden: de kaarten zullen volle
dig door de gebruikers moeten worden betaald.
Voor wat betreft de vervaardiging zijn er dan
twee alternatieven:
1. Men zou grote voorinvesteringen kunnen
doen en de kaartvervaardiging groot aan
pakken. Een meerjarenplanning zou opgezet
kunnen worden en men zou kunnen proberen
de kaart in een relatief klein aantal jaren te
vervaardigen.
Via een tariefsysteem zouden de voorinveste
ringen terugverdiend moeten worden. Deze
methode zal voorlopig niet gevolgd worden. In
de eerste plaats is het moeilijk bij deze opzet
de juiste prioriteiten te bepalen. Het aantal
klanten dat bereid is een gbk te kopen zal
waarschijnlijk gering zijn.
Naar schatting ligt dit aantal klanten tussen de
4 en de 10. Het financiële risico is daardoor
waarschijnlijk vrij groot wanneer men naar
eigen inzicht start met de vervaardiging van
grootschalige basiskaarten.
Maar er is nog een reden waarom het verstan
dig is dit project met enige voorzichtigheid aan
te pakken.
Die kaart is natuurlijk geen doel op zichzelf,
het is een hulpmiddel. Bovendien is het, het
woord zegt het al, een basiskaart. D.w.z. het is
een product dat gebruikt wordt als uniforme
basis, waaraan vele verschillende gegevens
door de gebruikers toegevoegd kunnen worden.
Vele potentiële kaartgebruikers hebben hun ge
gevens al op enigerlei wijze op kaartmateriaal
staan, kaartmateriaal waarvan de kwaliteit
vaak dubieus is. Gaat men over op de gbk als
basiskaart dan staat men voor de noodzaak de
toegevoegde informatie op kwalitatief betere
kaarten af te beelden. Hoewel het duidelijk is
dat op langere termijn de kwalitatief betere ba
siskaarten arbeidsbesparend zullen werken, zal
de conversie van de toegevoegde gegevens in
eerste aanleg een grote inspanning vereisen.
Een sanering van het basiskaartmateriaal zal
vaak tevens een sanering van de toegevoegde
informatie nodig maken.
We staan voor de enigszins paradoxale situatie
dat we enerzijds zitten te springen om een gbk,
maar dat anderzijds de huidige versnipperde
situatie ons dwingt tot een voorzichtige aanpak.
We zijn in de afgelopen tientallen jaren op het
gebied van grootschalige kaarten in Nederland
uit elkaar gegroeid. Het lijkt mij niet verstandig
dat in één klap te willen veranderen.
Wanneer wij plotseling op zeer grote schaal
gbk's gaan maken, zouden wij de kans lopen
dat diverse gebruikers geen optimaal gebruik
van die kaarten zouden kunnen maken. Het
zich instellen op de gbk is een proces dat waar
schijnlijk vele jaren in beslag zal nemen.
Voorlopig is daarom gekozen voor een pro-
jectsgewijze aanpak:
2. Men begint met de vervaardiging van een
gbk in een bepaald gebied wanneer er vol
doende belangstelling voor is; des te meer par
ticipanten des te goedkoper een gbk wordt. In
gezamenlijk overleg wordt het gebied vastge
steld, waarvan een gbk gemaakt gaat worden,
de tijdsduur van het project wordt afgesproken,
er worden afspraken gemaakt over de verdeling
van de kosten. Verder wordt ook de regeling
m.b.t. de auteursrechten in een overeenkomst
vastgelegd. Dit is een vaste regel voor alle gbk-
projecten: de auteursrechten van de kaarten
blijven voorbehouden aan de Staat der Neder
landen.
In het KB staat dat de vervaardiging en de bij
houding is opgedragen aan het Kadaster. Dit
wil niet zeggen dat het Kadaster de uitvoering
ook steeds zelf ter hand neemt.
Er zijn al enkele voorbeelden van samenwer
king met ingenieursbureaus of gemeenten.
De Centrale Kaarteringsraad (CKR) is op
5 februari 1976 door minister Gruijters ge
ïnstalleerd. Inmiddels is zij met haar werk
zaamheden begonnen.
De belangrijkste taken op dit moment voor de
Centrale Kaarteringsraad zijn:
het nader uitwerken van de voorstellen die
in het rapport van de commissie GBK over
de vorm en de inhoud van de kaart zijn
gedaan;
het opbouwen van regionale organen.
Het is de bedoeling naast de CKR, die meer
algemene en beleidsaspecten zal behandelen, te
komen tot provinciale kaarteringscommissies.
Deze provinciale commissies zullen o.a. tot
taak kunnen krijgen:
het coördineren van wensen in de provin
cies t.a.v. vervaardiging en bijhouding;
194