Op de Kem pise lie kaveltoer
Een uitzonderlijk initiatief van een Boerenbond,
die vier ruilverkavelingen in haar gebied gereed
zag komen.
De Kring Eersel van de NCB (Noord Brabantse
Christelijke Boerenbond) verenigt in zich 21
plaatselijke afdelingen boeren in tien gemeenten
in de Kempen ten zuid-westen van Eindhoven.
Deze kring werd in 1920 opgericht met als
taak: het in zeer ruime zin behartigen van alle
interparochiale belangen van haar leden en hun
gezinnen.
Medio 1976 is nagenoeg het gehele gebied, dat
tot de Kring Eersel van de NCB behoort, in het
kader van een viertal ruilverkavelingen opnieuw
ingericht. Deze ruilverkavelingen zijn: Mierde
(5900 ha), Zaligheden-West (4300 ha), Zalig
heden-Oost (4900 ha) en Bergeyk (5900 ha).
Men vond dat er genoeg reden was om hieraan
een feestelijk tintje te geven en tegelijk naar
buiten te treden om de ontwikkeling en de her
inrichting van de streek te laten zien. Daartoe
werden de Kempische Dagen georganiseerd
door de Kring Eersel en de Plaatselijke Com
missies van de vier ruilverkavelingen, met me-
dewerking van de provinciale directies van de
Cultuurtechnische Dienst, het Staatsbosbeheer,
de Bedrijfsontwikkeling en het Kadaster.
Op 17 juni j.l. werd een feestelijke bijeenkomst
te Reuse! gehouden, waar Landbouwminister
Mr. A. van der Stee een rede hield. Onder de
officiële genodigden was ook de Europese
Landbouwcommissaris Ir. P. Lardinois. Tijdens
deze bijeenkomst vond een diapresentatie plaats
over de ontwikkeling van de landbouw in het
verkavelde gebied.
Mr. Van der Stee sprak in zijn rede de ver
wachting uit, dat de sterke concurrentie op de
grondmarkt nog geruime tijd zal blijven be
staan. De hoge grondprijzen, die daarvan het
gevolg zijn, leiden ertoe, dat het gebruik van
de grond sterk intensiveert. Dit duidt er dan
ook op, dat de bestaande spanning tussen land
bouw en natuur en landschap los van de land
inrichting, niet snel zal afnemen. Op te veel
landbouwbedrijven moet nog steeds een zeer
hoog aantal arbeidsuren worden gewerkt om
een redelijk inkomen te verwerven. Naarmate
de arbeidstijdverkorting buiten de landbouw
doorgaat, zal het maken van zeer lange arbeids
tijden en weinig vrije tijd in de landbouw steeds
minder acceptabel worden. In de praktijk be
tekent dit, dat arbeidsbesparende maatregelen
op de overwegend éénmansbedrijven steeds be
langrijker worden. Ook houdt dit in, dat zowel
de inrichting van de bedrijfsgebouwen als de
inrichting en verkaveling van de grond zeer
belangrijk blijft.
Anders dan in landen met een veel geringere
bevolkingsdichtheid is het in ons land vaak
onontkoombaar dat de grond mede voor andere
doeleinden dan landbouw wordt gebruikt. Daar
bij is vaak een moeilijk proces van belangenaf
weging nodig, waarbij zowel de landbouw als
het natuur- en landschapsbehoud bereid moeten
zijn tot geven en nemen. Economisch verant
woorde landbouw en optimaal natuurbeheer
zouden alleen gecombineerd kunnen worden bij
een zeer extensief gebruik. Dat zou echter een
heel grote oppervlakte per arbeidskracht ver
gen, een situatie die in ons land niet voorkomt.
Een grotere produktie per arbeidskracht op de
schaarse en daardoor zeer dure grond is nood
zakelijk om onze concurrentiepositie ten op
zichte van het buitenland in stand te houden.
De bewindsman stelde, gelet op deze feitelijke
situatie en gezien de noodzaak tot natuurbehoud
in verschillende gevallen, alléén mogelijkheden
te zien tot direct medegebruik van de grond
voor doeleinden van natuur en landschap, in
dien een beloning wordt gegeven aan de boer
voor het uitoefenen van zijn beheersfunctie in
positieve zin. Dat laatste wil zeggen: door mid-
De ontsluiting van de landbouw is door goede ver
harde wegen verbeterd.
De foto's bij dit artikel zijn afkomstig van de Cultuur
technische Dienst te Utrecht.
197