GEODETISCHE ASTRONOMIE
EN KARTOGRAFIE Tijd: 150 min.
1Hoe kan men hoogte op een kaart voorstel
len? Werk de antwoorden uit en geef voor
beelden.
2. Wat heb je uit de opdracht kartografie ge
leerd?
3. Om welke redenen wordt bij een breedtebe
paling uit meridiaanshoogten een noord- en
zuidster gemeten en bij een lengtebepaling
een oost- en westster? Aan welke voorwaar
den moeten deze sterren voldoen?
4. Waarom dient bij een azimutbepaling uit
zonshoogten een ochtend- en middagwaar
neming te worden gedaan? Waarom is deze
methode in Nederland niet aan te raden?
Welke methode zou je dan wel kiezen?
5. Beschrijf het meetprincipe van een astrola
bium.
6. Leid de volgende formule af en geef een
praktische toepassing:
Ah 15 cos cp sin a Ats
7. Wanneer staat (in lokale tijd op seconden)
op 21 september 1976 ster 364 in elongatie
voor een waarnemer te Sydney
(tp 33° 40' 30",
l 150° 50' 03").
8. Bereken het azimut van de zon bij onder
gang tot op seconden voor een waarnemer
te Utrecht (cp 52° 04' 45", X
20'" 30s) op 28 mei 1976.
NEDERLANDS RECHT
Tijd: 150 min.
Privaatrecht
1Volgens het burenrecht is het niet toegestaan
binnen twee meter van de scheidslijn van
erven hoogopschietende bomen te hebben.
De gemeente G had evenwel in de bermen
van haar openbare wegen, op nog geen twee
meter afstand van de grens van particuliere
landbouwgronden, bomen geplant. De eige
naars van de landbouwgronden vorderden in
rechte uitroeiing van deze bomen.
a. Zullen deze vorderingen worden toegewe
zen? Motiveer.
b. Welke algemene beginselen van behoorlijk
bestuur zal de Rechtbank in zijn beoordeling
kunnen betrekken?
2. De accountant A is al enige jaren doende
een woonhuis annex kantoor te zoeken. Hij
hoort van een kennis dat de heer V juist een
dergelijk huis te koop heeft. Hij neemt ter
stond contact op met V, doch deze bericht
hem, dat hij zijn huis juist verkocht heeft bij
voorlopig koopcontract aan zijn neef N, en
wel voor 80.000 gulden, overeenkomstig een
in opdracht van N uitgebracht taxatierap
port. Omdat het huis geheel voldoet aan de
wensen van A, verklaart A bereid te zijn een
uitzonderlijk hoog bedrag voor het huis te
willen betalen. Hij brengt een bod uit van
120.000 gulden, dat V tenslotte aanvaardt,
zeggende dat hij wel kans ziet de aangelegen
heid met zijn neef N in orde te maken. Het
huis wordt vervolgens enige dagen later no
tarieel aan A geleverd, conform 671 BW,
tegen betaling van 120.000 gulden. V wendt
zich nu tot zijn neef, die hij niet eerder heeft
kunnen bereiken, en doet hem het voorstel,
de bij de tweede verkoop behaalde meer
opbrengst van 40.000 gulden samen te de
len. N gaat echter met dit voorstel niet ak
koord en overweegt rechtsmaatregelen
tegen zijn oom V en accountant A te nemen.
a. Welke vorderingen kan N tegen A instellen?
(levering van het huis aan N tegen betaling
van 80.000 gulden; schadevergoeding). Mo
tiveer.
b. Welke vorderingen kan N tegen V instellen?
(Levering van het huis tegen betaling van
80.000 gulden; schadevergoeding; betaling
aan N door V van de meeropbrengst van
40.000 gulden). Motiveer.
c. Indien een van de vorderingen onder a.
wordt toegewezen, kan A dan schadevergoe
ding eisen van V? Motiveer.
3. Akten zijn ondertekende geschriften, opge
maakt om te dienen tot bewijs van de daarin
genoemde feiten.
a. Welke andere bewijsmiddelen ken je?
b. Welke verschillen ken je tussen een onder
handse akte en een authentieke akte ten aan
zien van: vorm; bewijskracht en echtheid.
Bestuursrecht
4. Verklaar, aan de hand van de wet Ruimte
lijke Ordening, waarom de Kroon onder
staande bepalingen uit een bestemmingsplan
zal hebben vernietigd:
a. „dat terreinen buiten de grenzen van de be
bouwing, alsmede open erven, niet gebruikt
mogen worden voor opslag van materialen,
voortbrengselen, gereedschappen of afval-
produkten";
b. „dat burgemeester en wethouders zonodig
bevoegd zijn, gronden met bestemming een
gezinshuizen, tuin en achtererf alsnog te be
stemmen voor winkels of kleine bedrijven".
5. Als een bouwplan in strijd is met een be
staand bestemmingsplan, wat moeten of kun
nen burgemeester en wethouders dan beslis
sen omtrent de aanvrage om een bouwver
gunning? Motiveer je antwoord, en houd
206