Cr)
Deze correlatie is een van de vier onderstel
lingen waarop de kunstmatige variantiematrix is
gebaseerd. Het betekent dat toename van de
coördinaatwaarden xk en yk van punt Pk (be
schouwd in de kansverdeling van het kans
model) zal moeten tenderen naar toename van
de coördinaatwaarden x, en y, van een nabij
gelegen punt P,.
De elementen van de variantiematrix blijken
functies te zijn van de afstanden /kr, /k, /lr, /ls,
/ki en /rs (fig. 6).
matrix te berekenen en in het vereffeningspro
ces toe te passen.
De inpassing volgens vereffening met de ge
noemde variantiematrix kan voldoen aan alle
vijf overwegingen die in 2 zijn genoemd.
A
Nv'
-
Overigens behoeft men de standaardcirkels bij
de inpassing niet te berekenen; het is voldoende
de elementen van de vervangende variantie-
N
S t
Fig. 6
P,
De vectorlengte' is in cm bijgeschreven
Vectoren in de inpaspunten na gelijk-
vormigheidstransforaatie op de gekozen
basispunten P. en P„:
Fig.
250 m
ri
De vectorlengte is in cm bijgeschreven
Vectoren in de inpaspunten v66r inpassing
Fig. 7
'p
Fn
P3 V
3
De vectorlengte is in cm bijgeschreven.
De inpassingscorrecties e e in dezg„figuur als vectoren
yk
voorgesteld, zijn berekend als functie van de sluittermen'
t t (zie ook figuur 8) waarbij k - 5,...,1.3 en i - 3,4.
i yi
Fig. 9
224